Hijgend ploften ze onder een den neer waar geen sneeuw lag. Wel was de grond bevroren en de kou kwam door hun kleding tegen de huid aan.
Willow grijnsde naar hem terwijl ze nog nahijgde van het rennen.
"Weet je," begon ze. "Misschien moet je het maar gewoon opgeven; ik zal altijd blijven winnen."
Quinn trok een wenkbrauw op en schudde zijn hoofd. "Wacht maar, soms is wegrennen voor iets minder goed dan strijden voor daar waar je nodig bent." Hij keek haar serieus aan, met die grote, goudbruine ogen.
Willow rolde geërgerd met haar ogen. "Moet iedere zin van jou een les zijn of zo?" Ze gaf hem een duw waardoor hij in de sneeuw landde.
"Hé!" protesteerde hij en dook op haar af, maar Willow was snel en weg voor hij haar te pakken kreeg. Ze maakte een rondje in de sneeuw voor ze naar de volgende boom rende, steeds dichter het bos in.
Ondanks het feit dat Willow vlug was, moest je Quinn's snelheid ook niet onderschatten. Hij was sneller dan de meeste mannen rond zijn leeftijd, maar niemand kon het opnemen tegen Willow. Ze had zich nu verstopt achter een boom, doch kon hij een pluk van haar goudkleurige haar zien die haar schuilplaats verraadde. Als een sluipende kat sloop Quinn naar de boom toe en viel aan op het juist moment. Er ontsnapte een kleine gil uit Willow's mond, hoewel deze snel uitmondde tot een lach.
Quinn had zijn armen om haar buik heen geklemd en stortte zichzelf met haar ten aarde. Hij drukte haar op de grond en hield haar polsen vast terwijl hij boven haar ging hangen.
"Zeg eens, prinses," zei hij met spot. "wat waren jouw woorden als ik dit mij goed herinner? Misschien zou ik maar moeten opgeven? Jij zou toch altijd winnen?" Hij verslapte zijn grip en Willow was verlost. Ze deinsde even naar achter, sprong toen en landde op zijn rug. Ze hield zich stevig vast aan zijn schouders en sloot haar benen om zijn middel.
"Nah, ik denk dat ik me zo nu en dan aan mijn woord moet houden, mannetje." Ze lachte.
Quinn stopte onder de den zodat Willow van zijn rug af kon. Ze stapte af en ging met haar rug tegen de stam aanzitten. Hij volgde haar voorbeeld en keek haar lang aan, bestudeerde haar.
Hij herkende de groene ogen, met gouden sprankeltjes, de lange, bruine wimpers en de pluk haar die altijd voor een oog leek te hangen. Hij glimlachte ernaar en veegde de pluk weg.
Willow keek hem aan. "Wat nou?" vroeg ze, toen ze hem zag glimlachen. "Wat doe ik nu weer verkeerd? Ik ken die lach, altijd als je zo naar me kijkt heb ik iets heel erg doms gedaan..." Ze keek chagrijnig in zijn ogen.
Haar woorden maakte hem aan het lachen en hij schudde zijn hoofd. "Je doet niks verkeerd, Willow. Je moet gewoon eens leren dat je best op je eigen pootjes kan staan en dat die pluk voor je ogen er niet uit ziet." Hij glimlachte onhandig.
Ze rolde met haar ogen. "Dat meen je niet, toch? Moet ik nou iets aan mijn uiterlijk doen voor jou? Nope, dat gaat hem niet worden, en dat wist je weet ik hoeveel jaar geleden al!"
Hij lachte nog harder en keek weg, naar een ijskristal aan een naald van de boom. "Het is zo'n zes jaar geleden dat we elkaar hebben leren kennen, toch?"
Willow blies hard uit. "Weet ik het? Ik was acht of negen of iets in die richting. Jij was gewoon een oude zak." Ze keek hem grijnzend aan.
Hij keek gekwetst. "Ik was oud? Ik had anders wel de leeftijd die jij nu hebt, hoor!"
Ze lachte en streek met haar hand langs zijn geschoren wang. "Je was ouder dan ik nu ben. Je bent verdorie nu al tweeëntwintig, je was zestien, of zeventien. Dat is oud, voor een kind van acht."
Quinn tuitte zijn lippen. "Je vertrouwde me anders wel."
"Ik vraag me nog iedere dag af of dat wel slim is."
"Verstandig van je."
"Oh, dat weet ik."
Ze keken elkaar grijnzend aan voor ze in lachen uitbarstten en aan hun terugkeer van het kasteel begonnen.
Tumduuum, c'monn skinny love, just last the year xd
JE LEEST
Griffioensgif - Dutch.
FantasíaEen uitverkorenen Caelysi met een ei van goud, Zal strijden in het land der warmte waar zeldzaam sneeuw huishoudt. Als de held op vertrouwelingen stuit, Dan zullen onwetenden weten, wanneer het ei hitte uit. Een vijfling jongeren zullen zwerven...