010

541 14 0
                                    

Na een uurtje worden Percy en ik naar meneer D. geroepen. Met tegenzin loop ik Percy achterna en we komen bij de grote boerderij aan. In de aardbeienvelden zijn de kinderen van Dionysus aardbeien aan het plukken. Een sater zit op zijn fluit een vrolijk deuntje te spelen. "Percy, Lydia," begroet Chiron ons. Meneer D zit ons chagrijnig aan te kijken en houdt een preek. Ik kan mijn aandacht er niet op vestigen en kijk op als hij verdwijnt. "Oké, mijn optie is dat ik een queeste heb voor jullie." Ik kijk hem met grote ogen aan. Een queeste! "Er is iets op de berg gestolen," begint Chiron. "De meesterschicht van Zeus is gestolen." Ik slik moeizaam, dat is zijn wapen. En hij zit in de knoop met Poseidon, volgens Anna. Zou hij dan Poseidon verdenken? Chiron spreekt mijn vermoeden uit, maar maakt het iets erger. Hij heeft een gesprek met Percy. "Het is verdwenen," merkt die op.
"Nee, gestolen," zegt Chiron.
"Door wie?" vraagt Percy.
"Door jou."
Met ogen worden groot. "Wat?" schreeuwt Percy dan ook aan. Chiron legt hem met een gebaar het zwijgen op. "Dat denkt Zeus," zegt hij. "Zeus is gestoord!" zegt Percy. Ik kijk hem boos aan. "Praat niet zo!" sis ik. Er komt een onweersbui deze kant op drijven en in mijn hoofd bedank ik Percy daarvoor. Beledig nooit een Olympiër, sukkel.
"Maar, eerst Percy, moet jij even langs de Orakel." Hij knikt en gaat de boerderij in, naar de zolder. "Jij komt later," zegt Chiron. Ik knik.
Dan merk ik pas Grover op. "Hoelang zit jij hier al?" vraag ik verbaasd. "Sinds meneer D zijn preek," zegt die nerveus.
Na wat minuten komt Percy terug en zegt hij wat zijn voorspelling was. "Goed dan," zegt Percy zenuwachtig. "Waar gaan we heen? Wie is die god in het westen?"
"Kom, denk eens goed na, Percy," zeg Chiron. "Als Zeus en Poseidon elkaar in een oorlog afzwakken, wie vaart daar dan bij?"
"Iemand die de macht wilt overnemen?" gokt Percy.
"Inderdaad. Iemand die wrok koestert, iemand die al ontevreden is met zijn lot sinds de wereld eonen geleden is verdeelt, wiens koninkrijk oppermachtig zou worden door de miljoenen doden. Imeand die zijn broers haat omdat ze hem hebben gedwongen te zweren geen kinderen meer te verwekken, een eed die zijn beide broers nu hebben verbroken. Zeus zelfs tweemaal." Ik voel mijn wangen rood worden.
Percy kijkt vastbesloten naar Chiron. "Hades."
Chiron knikte. "De heer der Doden is de enige mogelijkheid."
Grover kijkt overdonderd naar de twee. "Wauw, wacht. W-wat?"
"Percy werd achternagezeten door een furie," bracht Chiron hem in herinnering. "Evenals Lydia, ze hielden hun in de gaten totdat ze zeker wisten dat hun het waren en probeerden ze toen te vermoorden. Furiën gehoorzamen slecht één meester: Hades."
"Er is een hellehond het bos binnengedrongen," vervolgde Chiron. "Die moet uit het Veld van Penitentie zijn ontboden en dat kan alleen door iemand in het kamp zijn gedaan. Hades moet hier een spion hebben. Hij moet een vermoeden hebben dat Poseidon Percy zal willen gebruiken om zijn naam te zuiveren. Hades zou niets liever willen dan deze jonge halfbloed doden voordat hij de queeste op zich neemt."
Percy zucht. "Geweldig," mompelde hij. "Dat zijn al twee oppergoden die me dood willen hebben."
Ik voel wel een beetje medelijden met hem, ergens, diep van binnen.
Voor de rest luister ik niet naar het gesprek. Mijn gedachten zitten ergens anders. Mijn vader staat hier dus in kwaad licht, omdat hij Percy verkeerd beschuldigt. Maar waarom zou ik dan mee moeten? "En waarom moet ik mee?" vraag ik hardop. Ze kijken me allemaal aan. "Het is voor jullie beiden niet meer veilig op Kamp Halfbloed, omdat Zeus en Hades Percy dood willen hebben, en Poseidon en Hades jou. Daarbij ben jij krachtig, net als Percy, en dit is een gevaarlijke missie. Hij zou je nodig hebben."
Grover stemt in met ons mee te gaan en ik kan Chiron zover krijgen om Anna mee te laten gaan. Ze komt eraan gelopen met haar magische honkbalpet en kijkt me dankbaar aan. Ik geef haar een knuffel en we gaan onze spullen pakken. "Ik heb hier nog niet eens geslapen," lach ik als ze me helpen. Grover en Percy komen ook binnen gelopen en kijken verwonderd om zich heen. "Mooi huisje," complimenteert Percy me. "Dankje," grijns ik. Ik stop mijn kleren en toiletspullen in een rugzak en zwaai die op mijn rug. "Ik vraag me af wie mijn lijkwade gaat maken," grinnik ik. Percy kijkt ons verbaasd aan. "Lijkwade?" vraagt hij. Annabeth zucht. "Dat is een traditie hier, als iemand op queeste gaat maken zijn of haar huisgenoten een lijkwade voor als hij niet meer thuiskomt." Percy knikt en lijkt diep na te denken. "Maar dat zijn zorgen voor later."

lost  percy jacksonWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu