036

240 8 0
                                    

Ik loop de troonzaal uit en ga op één van de trappen zitten. Hier heb ik overzicht over heel Olympus.

Overal is allemaal bedrijvigheid bezig. Mensen zijn aan het handelen, verschillende wezens proberen anderen te verleiden en er staan overal kraampjes waar allerlei rare dingen gekocht zouden kunnen worden. Al die vrolijke drukte zorgt voor een glimlach op mijn gezicht.

Percy was wel een uur nodig om zijn verhaal te doen, maar nu is het stil. Ik verwacht dat Percy komt, maar in plaats daarvan staat mijn vader in zijn mensenvorm achter me. Ik sta op en draai me om. Mijn wenkbrauw gaat vanzelf omhoog en ik ga weer zitten. Percy schiet op, denk ik wanhopig. Ik moet moeite doen om niet uit te barsten, want een potje tegen een god gaan schreeuwen is nou niet erg handig.

"Kijk me aan," buldert hij. Ik ga opstaan en tegenover hem staan. Zijn ogen staan woedend. "Hoe durf je zomaar uit de zaal te lopen?" "Hoe durf je een monster achter je dochter aansturen die haar bijna vermoord heeft?" roep ik terug. Hij kijkt me nu nog bozer aan. "Praat eerbiedig als je tegen me praat." "Ik heb hier zo geen zin in," zucht ik. Met moeite hou ik mijn tranen in, het is nu wel duidelijk dat hij me niet mag. Hij snuift en kijkt me aan. "Als je me niet wilt, zeg dat dan gewoon. Dan verdwijn ik hier en kom ik nooit meer terug," schreeuw ik. "Maar zeg dat dan in ieder geval, stuur me niet op zo'n queeste in de hoop dat een monster me vermoord!"

"Lydia..." begint hij.

"Nee, niks Lydia. Je hebt verdomme een Chimaera op ons afgestuurd. Denk je dat ik nu nog voor je ga buigen? Ik háát je!" Inmiddels stromen de tranen ook al over mijn wangen. "Ik lag bijna in de Tartarus, als Percy me niet gered had, en nog verwijt je hem van alles. Hij heeft verdomme meerdere malen mijn leven gered. En een paar maal lag de schuld bij jou. Dus doe niet fucking schijnheilig. Je ziet me liever dood dan levend. Ik ben weg hier."

Ik ren de trappen af en ren dat hele stuk naar de lift. Alle inwoners van Olympus kijken me na, blijkbaar hebben ze alles gehoord wat ik heb geroepen. Oh fuck. Nu heb ik Zeus tegen me. Ik kan beter meteen al van een gebouw afspringen, dan lijdt ik volgens mij minder. In de lift wacht ik op Percy die niet veel later komt. Als hij me zo ziet slaat hij meteen zijn armen om me heen. We blijven een paar minuten zo staan totdat ik gekalmeerd ben, dan sluit de lift en gaan we terug naar de normale wereld.

lost  percy jacksonWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu