006

601 18 1
                                    

Eenmaal thuis ren ik meteen door naar mijn moeder. Ik besluit het advies van meneer Brunner op te volgen. Mijn moeder reageert geschokt. "Oké, lieverd. Het spijt me zeer maar je moet nu meteen naar Kamp Halfbloed!" Ik kijk haar verbaasd aan. " Mam, wat is Kamp Halfbloed?" "Een kamp waar iedereen is zoals jij," zegt ze. "Hoe ben ik dan?" vraag ik uitdagend. "Jij, lieverd, bent een nakomeling van een God," zegt ze. "Oh, zoals Jezus?" vraag ik brutaal. "Nee, je weet toch wel die olymiërs?" zucht ze. Ik knik. "Nou, daarvan dus." Afscheid nemen van Amanda is erg zwaar en het neemt ook tijd in beslag, uiteindelijk moet mijn moeder me wegsleuren. We zijn gelukkig niet erg ver weg van dat kamp en al snel passeren we een bordje 'zelf aarbeien plukken'. Mijn moeder neemt afscheid en zegt dat ik voorbij een boom moet lopen. Ik knik en loop naar een grote boom. Al snel zie ik allemaal kinderen van alle leeftijden, half mensen half bok en nog meer niet-bestaande mythes. Met open mond kijk ik toe en voel me erg genânt als een meisje op me afkomt. "Hé, ik ben Annabeth Chase," zegt ze. Ik glimlach en pak haar uitgestoken hand vast. "Lydia Spencer."
Ze trekt me aan mijn hand mee naar een bekend gezicht. "U bent meneer Brunner," zeg ik verbaasd. "Hier heet ik Chiron," zegt hij glimlachend, "ik zie dat je naar me hebt geluisterd?" Ik knik vrolijk. "Oké, Annabeth kun jij even bij gebouw 11 een plekje voor haar regelen?" vraagt Chiron aan Annabeth. Ze knikt en loopt weg. "Dan geef ik jou nu een rondleiding," zegt hij. Ik knik en volg hem. We komen langs volleybal velden waar 'helden', zoals Chiron ze noemt, aan het volleyballen zijn, ook komen we langs een meer waar allemaal mensen aan het zwemmen zijn. Verder zijn er nog amfitheater, een klimmuur, een kantine, een bos, een wapenkamer, stallen, een arena, en als laatste de slaapplaatsen. Er staan er veel maar drie vallen erg op, wat aangeeft dat zij de grote drie zijn. Ze zijn alle drie erg verlaten, we lopen langs de rest van de huisjes en er zijn allemaal verschillende meisjes en jongens. Bij huisje 11 krijg ik een slaapzak en een stukje grond aangewezen. Een blonde jongen komt op me afgelopen. "Hé, ik ben Luke," zegt hij glimlachend. "Lydia." "Bepaald of onbepaald?" vraagt hij. Ik kijk hem vragend aan en hij lacht even. "Weten ze al van welke God je bent?" Ik schud mijn hoofd en er klinkt een zucht door het gebouw.
Die middag train ik met de anderen mee en vooral van Annabeth krijg ik veel hulp, ik zie al een echte vriendin in haar.
We hebben veel lol en ik word echt goed met de zwaard door haar. "Je bent echt goed," complimenteert ze me. "Niet zo goed als jou," zeg ik blozend. Ze grinnikt. "Ik doe dit ook al mijn hele leven, jij bent hier nog geen dag! Jouw vader of moeder moet een machtige zijn," ik grinnik. "Vast."

lost  percy jacksonWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu