020

252 9 0
                                    

We lopen naar het attractiepark, die blijkbaar gesloten is. We staan voor een grote, vergrendelde poort. Boven die poort hangt een bordje, dat nauwelijks te lezen valt doordat drie kwart van de letters verdwenen zijn.

"Als Ares deze plek uitkiest voor een date met zijn vriendinnetje," zegt Percy, terwijl hij naar het verlaten park kijkt, "dan wil ik liever niet weten hoe ze eruit ziet."

"Percy," zeg ik waarschuwend. "Een beetje meer respect."

"Waarom? Ik dacht dat je de pest had aan Ares."

"Hij is wel een god. En zijn vriendin is nogal ontvlambaar."

"Die kun je maar beter niet beledigen met haar uiterlijk," voegt Grover eraan toe.

"Wie is het? Echidna?" grapt Percy.

"Nee, Aphrodite," zegt Annabeth. "De godin van de liefde."

"Ik dacht dat die getrouwd was," zegt Percy. "Met Hephaistos."

"Dus?" grijnst Grover.

Percy kijkt een beetje verward. "Hoe komen we binnen?"

Ik grinnik. "Maia!" roep ik. De vleugeltjes komen uit mijn schoenen en ik stijg op.

Sierlijk vlieg ik over het hek heen en land aan de andere kant.

Percy, Anna en Grover moeten klimmen, het prikkeldraad ontwijken en staan dan naast me.

We lopen het park door als we een souvenirwinkel zien. Anna en ik kijken elkaar aan en rennen naar binnen.

We pakken allemaal nieuwe kleren en kleden ons om. In het begin was Percy nog wat ongemakkelijk over het idee van kleren 'stelen' maar even later staan we allemaal met nieuwe kleren weer op straat.

We lopen door naar de liefdestunnel en ik negeer Annabeth en Percy die aan het roddelen zijn over Ares en Aphrodite.

We lopen naar binnen en kijken naar een leeg bassin.

Langs de rand staan een tiental bronzen standbeelden van Cupido met gespreide vleugels en zijn boog in aanslag. Aan de overkant gaapt een tunnel, waar waarschijnlijk het water doorheen had gestroomd toen het bassin nog vol was.

Grover kruipt naar de rand. "Kijk eens, jongens."

Op de bodem van het bassin ligt een vergeten roze met wit tweepersoonsbootje met een afdakje, dat helemaal beschilderd is met kleine hartjes. In het linkerzitje ligt een gepolijste bronzen cirkel. Het schild van Ares.

"Dat is te makkelijk," zegt Percy. "We gaan dus omlaag en nemen het mee?"

Annabeth begint wat te mompelen terwijl ze met haar vinger langs een teken gaat.

Percy haalt diep adem. "Ik ga omlaag."

Hij kijkt mij en Annabeth aan, maar Annabeth schudt stug haar hoofd. Ik zucht en laat me met Percy omlaag zakken. We komen aan bij het bootje. Het schild ligt op een van de stoelen en ernaast een zijden damessjaal. Percy pakt het schild op, maar zodra hij in contact komt merken we een stukje metaaldraad op.

"Wacht!" roep ik.

"Te laat."

Overal om ons heen klinkt het geluid van ontelbare knarsende raderwerken, alsof het hele bassin één reusachtige machine was geworden.

"Kijk uit!" roept Grover.

De cupido's spannen hun bogen en schieten, maar niet op ons maar op elkaar. De zijdeachtige snoeren die aan de pijlen zijn bevestigd, beschrijven een boog over het bassin en zetten zich vast op de plek waar ze landen, zodat er een enorme goudkleurige ster ontstaan. Er verschijnen kleinere, metalen draden die zich als een net over het bassin heen spannen.

"We moeten hier weg," zegt Percy. Yeah right, alsof ik dat nog niet door heb.

Hij grist het schild van de stoel en we rennen tegen de helling op, iets wat niet erg makkelijk gaat.

Grover en Anna gillen dat we op moeten schieten en proberen een deel van het net open te houden. Nu gaan de koppen van de cupido's open en verschijnen er grote videocamera's. Uit een luidspreker galmt: "Over één minuut live in Olympus... Negenenvijftig, achtenvijftig..."

"Fuck!" gil ik.

lost  percy jacksonWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu