035

237 8 0
                                    

Een uurtje later zitten we in het vliegtuig. Percy kijkt de hele tijd zenuwachtig om zich heen, maar hier voel ik me juist op mijn gemak. Wat minder door de gedachte dat we waarschijnlijk worden neergeknald.

Het is eventjes vliegen en het duurt dus ook niet lang voordat we veilig op de grond komen. Percy zucht opgelucht en stapt uit, ik volg zijn voorbeeld en in de verte zien we al verslaggevers. Annabeth zet haar pet op en roept dat we ijs ophalen.

We pakken snel onze bagage en lopen naar de taxistandplaats.

"Annabeth, Grover, jullie gaan terug naar Kamp Halfbloed," zegt Percy. Ze willen protesteren maar ik steek mijn hand op. "Jullie moeten aan Chiron alles vertellen wat er is gebeurd."

We nemen afscheid en ik omhels Annabeth wel vijf minuten. "Nu vind ik jou ook leuk," grijns ik naar haar. Annabeth schiet in de lach en geeft me een klap op mijn hoofd. Ik omhels Grover ook en dan stappen Percy en ik in een taxi naar Manhattan.

Het is een half uurtje rijden maar dan staan we ook voor de Empire State Building. We lopen naar binnen en gaan meteen door naar de balie. "Zeshonderdste verdieping," zegt Percy. De bewaker kijkt hem even sarcastisch aan. "Die hebben we hier niet, ventje," zegt hij.

"We willen op audiëntie bij Zeus," zeg ik dan maar.

Hij kijkt me even afwezig aan. "Wat zei je? Pardon?"

"Je hebt me gehoord."

Hij zucht. "Geen afspraak, geen audiëntie. Niemand komt onaangekondigd bij heer Zeus."

"Ik denk dat hij voor ons wel een uitzondering wilt maken," grijnst Percy en hij doet zijn rugzak open. De bewaker kijkt wat er in zit en wordt bleek. Hij pakt een keycard en overhandigt Percy die. "Doe die in de gleuf. Zorg dat er niemand anders in de lift staat."

We doen wat hij zegt, en zodra er niemand in de lift staat sluiten we de deuren en doen de sleutel erin. "Ik denk dat dit heel awkward gaat worden," zucht ik. Percy grinnikt en knikt instemmend.

Als de deuren open gaat glimlach ik. Olympus, precies zoals Annabeth omschreven had.

Percy daarintegen is wat verbaasder. Hij knippert met zijn ogen en staart met grote ogen naar de berg. "Kom mee, slimpie. We moeten een oorlog voorkomen!"

We lopen snel door Olympus. Onderweg komen we nog bosnimfen tegen en handelaren proberen ons van alles aan te smeren.

We komen aan bij het grote paleis. Helaas moeten we daarvoor nog veel trappen op. Eenmaal boven zien we de troonzaal.

Twaalf tronen, gebouwd door wezens ter grootte van Hades, staan in een omgekeerde U gerangschikt. In de kuil in het midden knettert een enorm vuur. De tronen zijn leeg op twee aan het uiteinde na: de hoofdtroon en aan de rechterkant en de troon links ernaast.

Percy loopt richting zijn vader, maar eigenwijs als ik ben blijf ik bij een zuil staan. Die man geeft niks om mij, waarom zou ik dan op mijn knieën gaan voor hem?

Hij draagt een donkerblauw krijtstreepkostuum, en zit op een troon van massief goud. Hij heeft een baard en kijkt trots en onverbiddelijk.

Naast hem zit overduidelijk Poseidon. Hij draagt leren sandalen, een kakikleurige bermuda en een overhemd met korte mouwen met allemaal kokosnoten en papegaaien. Zijn troon is de stoel van een diepzeevisser. Het is een eenvoudige draaistoel, met een zwartleren zitting en een ingebouwde holster.

Percy knielt voor zijn vader neer, zijn eerste fout. Altijd eerst de heer des huizes begroeten. Daar wijst mijn vader hem dan ook op.

Poseidon gaat erop in en beschermt Percy, iets wat mijn vader woedend maakt. Dan kijkt hij naar mij. "En moet jij niet je vader begroeten?" vraagt hij. Ik snuif. "Nee, dat weiger ik nadat hij me geprobeerd heeft te vermoorden."

Zeus en Poseidon kijken me verbaasd aan en Percy zucht. "Ik wacht buiten, Percy."

lost  percy jacksonWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu