Brigitte
'Goedemorgend iedereen.' Zeiden Eric en ik toen we de refter binnen wandelden. 'Goedemorgen.' Zei iedereen in koor. Ik zette mij naast Floor en Eric kwam naast mij zitten. 'Is het nog laat geworden?' Vroeg Floor. 'Nee, wij zijn niet veel later na jullie vertrokken.' Antwoorde ik. De chef kwam binnen. 'Goedemorgend.' Hij liep naar voor. 'De takenverdeling. Koen en Tineke heel de dag patrouille, Brigitte en Eric voormiddag papierwerk en namiddag patrouille, Floor en Veli andersom.' Iedereen stond recht en vertrok. Eric ging zitten met een zucht. 'Oei nu al zo zuchten.' Ik lachte en ging zitten. We begonnen aan het saaie papierwerk.
We waren nu al twee uur bezig. 'Koffie?' Vroeg Eric en stond recht. 'Jij kan mijn gedachten lezen.' Lachte ik. Net dat Eric naar de vergaderzaal wou gaan kwam Patrick binnen. 'Eric,Brigitte er is hier een jong koppel dat iets willen melden.' Zei hij. Een jong koppel kwam achter hem aan. 'De koffie zal voor straks zijn.' Zei ik. 'Zet u maar.' Ik wees naar de ronde tafel. Wij zetten ons neer. 'Vertel eens. Wat is er aan de hand?' Vroeg ik. 'Wel eeh, het zit zo. Wij wonen nu twee weken in de Kapelstraat en wij durven er gewoon niet meer binnenkomen.' Ik keek met gefronste wenkbrauwen naar Eric. 'Er gebeurd altijd wel iets vreemd. Eerst gaat het licht uit, de waterkraan springt open.' Vragend keek ik naar Eric en dan terug naar het koppel. 'Hebt u de elektriciteit al nagekeken?' Vroeg Eric. ' Jaa, maar nu is het nog erger. De kasten springen open. Er vallen dingens terwijl wij in de zetel zitten en er staan geen ramen open. Als wij in de zetel zitten en tv kijken veranderd die van post of die springt vanzelf aan en uit. Het is daar gewoon niet meer te doen.' Zei de man boos. ' Ja meneer, u weet dat wij aan dat niets kunnen doen?' Vroeg ik. ' Wij hebben experts laten komen en die hebben gezegd dat wij de politie moesten contacteren.' Zei de vrouw. Ik keek weer naar Eric en terug naar het koppel. ' Eeeh ja...weet u wie de vorige bewoner was?' Beiden schudden ze hun hoofd. 'Het beste is dat jullie een tijdje bij iemand gaan logeren. Wij zullen zien wat we kunnen doen.' Zei ik. 'Ik hoop dat jullie het opgelost krijgen.' We stonden recht. We gaven elkaar een hand. ' Hebben jullie een sleutel dat wij kunnen gebruiken?' Vroeg Eric. De vrouw knikte en grabbelde in haar handtas. Ze nam er een sleutel uit en gaf die aan ons. 'Oke bedankt. We laten zo snel mogelijk iets weten.' Zei ik. Het koppel ging weg en wij stonden onwetend wat doen te staren. ' Wat moeten wij hier aan doen?' Vroeg Eric. ' Ik weet het niet. Zullen we het eerst aan de chef melden?' Vroeg ik. Eric knikte. We gingen naar de chef. We klopten aan en liepen direct naar binnen. 'Chef, er kwam hier juist een jong koppel melden dat er vreemde dingens in hun huis gebeuren.' Ik zette mij neer op één van de twee stoelen. ' Die zeggen dat het licht plots uitgaat, de waterkraan dat openspringt. De kasten die openspringen enzovoort.' Vervolgde Eric mij. De chef keek ons raar aan. 'Dat is geen opdracht voor ons he. Er zijn toch van die experten.' Zei de chef. 'Ja dat hebben die mensen ook al gedaan en blijkbaar hebben die experts gezegd dat ze dat aan de politie moeten melden.' De chef leunde achteruit. 'Dan zou het over een moord kunnen gaan.' Zei hij. ' Weet je wat gaan jullie samen met Floor en Veli is naar dat huis. Zie wat daar allemaal gebeurd, dan zien we wel verder hoe het verloopt.' Zei hij. 'Moeten wij dat huis onderzoeken?' Vroeg ik ongelovig. Je kon de schrik in mij stem horen waarschijnlijk. 'Ja Brigitte, je moet geen bang hebben. Eric is bij u en die zal u wel beschermen en Floor en Veli zijn er ook.' Stelde hij mij gerust. Ik heb een hekel aan zo een enge dingens. ' Dan zullen we ineens vertrekken he.' Zei ik. Eric en ik stonden recht en liepen naar onze bureau. ' Floor, Veli we hebben iets te doen.' Zei ik. ' Eindelijk verlost van dat papierwerk.' Zei ze. ' Tot dat je hoort wat we moeten doen.' Zuchtte ik. ' Wat moeten we dan doen ?' Vroeg ze. ' Spookhuis.' Zei ik voor een lang verhaal kort te maken. Floor keek mij onbegrijpend aan. 'Dat jong koppel dat hier juist is geweest, die kwamen zeggen dat er vreemde dingens in hun huis gebeuren. Het licht gaat zomaar aan, de tv gaat aan en uit terwijl ze niets doen, enzovoort.' Zei ik. Floor en Veli keek mij met grote ogen aan. We namen het nodige gerief en vertrokken. 'Heb jij dat ooit al eens meegemaakt?' Vroeg ik aan Eric toen we de auto instapten. 'Zoiets niet, maar heel in het begin -voor dat ik hier werkte- heb ik wel een keer meegemaakt dat er een gezin een oude vrouw zag op een stoel en dat was een geest. Wij hadden dat onderzocht en dan bleek dat die was vermoord in dat huis.' Zei Eric terwijl hij zich consetreerde op het verkeer. 'Eigenlijk heb je nog niet zoveel verteld over waar je hebt gewerkt voor dat je bij ons kwam.' Zei ik. 'Kort samengevat. Het was daar niet plezant.' Hij zette de auto stil en wees naar buiten. Ik keek naar de aangewezen plaats. 'Is dat het huis?' Vroeg ik mezelf luidop af. Ik leunde een beetje naar voor zodat ik heel het huis kon zien. 'Zo groot. Dat moet toch veel gekost hebben.' Zei ik. 'Jaa, dat zijn zeker drie à vier verdiepingen.' Reageerde Eric. We stapten uit en Floor en Veli kwamen naar ons toegelopen. 'Moeten wij heel dat huis onderzoeken?' Vroeg Floor ongelovig. Met een zucht knikte ik. 'Ik geef aan u de eer ga maar eerst.' Lachte ik naar Floor en deed teken dat ze eerst moest gaan. Ze duwde Veli naar voor. 'Ga maar Veli.' Zei ze. Lachend schudde ik mijn hoofd. 'Hoe moeten wij binnen geraken?' Vroeg Veli. Eric gaf hem de sleutel van het huis. We gingen het huis binnen. Veli deed het licht aan. We liepen rond in de woonkamer. 'Wat moeten we eigenlijk doen?' Vroeg Floor. 'We moeten aanwijzingen vinden van hoe het komt dat die dingen gebeuren.' Zei Eric nog voor ik iets kon zeggen. Floor stond aan de tv te kijken. Plots werd die opgezet en Floor sprong een gat in de lucht van het verschieten. 'Wat deed je?' Vroeg ik. 'Niets ik was hier aan het kijken en ineens stond die aan.' Zei ze, ze keek ons nog altijd geschokt aan van het verschieten. Ze zette de tv uit en kwam naar ons toe. We wandelden met zijn vieren verder door het huis. Elke stap dat wij zette kraakte de houten vloer. Het licht begon te flikkeren en sprong dan uit. Eric nam mijn arm vast. 'Heb je bang?' Vroeg ik stil. We hoorden een gil. Ik probeerde naar voor te zien, maar ik zag niet veel omdat het te donker was. 'Wat was dat?' Vroeg ik. Ik zag een licht verschijnen, Veli had zijn zaklamp meegenomen. Hij keek in het rond. 'Nee, Floor is weg.' Riep hij. 'Heeft iemand iets gezien?' Vroeg hij. Hij scheen met zijn zaklamp naar ons. Ik schudde mijn hoofd, ook Eric wist van niks. 'Kom we gaan haar zoeken.' Zei hij. Hij wandelde rustig door. Ik liep hem achterna. Ik zette een stap vooruit en voelde de plank waar ik op stapte naar beneden zakken. Ik nam snel Eric zijn hand vast en hij hield mij ook stevig vast wanneer hij wist wat er gaande was. Veli draaide zich om en scheen met zijn zaklamp naar de vloer. 'Misschien is Floor daar ingevallen.' Zei hij. 'Zou dat de kelder zijn?' Vroeg Eric. Veli haalde zijn schouders op. We wandelde rustig verder zoekend naar een deur dat naar de kelder leidde. Veli deed een deur open. 'Hier is een trap naar beneden.' Hij ging op zijn hurken zitten en scheen met het licht in de kamer. 'Niets te zien.' Hij stond recht en ging voorzichtig de trap af. Wij volgden hem op de voet. 'Wow oppassen hier.' Zei hij en stopte midden op de trap. 'Wat is er?' Vroeg ik. 'Hier is gewoon een trede weg.' Hij zette een grote stap zodat hij op de volgende trede geraakte. Ik keek naar beneden. 'Wat is dat?' Vroeg ik mezelf luidop af. Eric probeerde mee te zien. 'Ik weet het niet.' Zei hij. We liepen verder de trap af. Veli was beneden op ons aan het wachten. Het licht sprong terug aan. 'Eindelijk.' Zuchtte Eric. We hoorden de deur toevallen. We keken geschrokken naar boven. 'Dat is de wind waarschijnlijk.' Zei Eric toen hij naar mij keek. Nog altijd even geschrokken knikte ik. Eric legde zijn arm rond mij. 'Je moet geen bang hebben.' Zei hij. Ik heb geen goed verleden met zo een dingens. Vroeger had ik altijd nachtmerries over spookhuizen enzo. We wandelden verder door de kelder. Veli stopte en hield ons tegen. We zagen allemaal stenen verplaatsen. Een groot gat ontstond in de muur. Wij keken elkaar vragend aan. Veli ging kijken en deed teken wanneer hij wist wat het was. Hij liep snel naar binnen. Onwetende wat daar is liepen wij ook naar binnen. Het licht sprong weer uit. Velimir nam zij zaklamp en ging verder. 'Ja mannekes ik hang hier.' Hoorden we iemand zeggen. 'Floor?' Vroeg ik. 'Jaa, help mij.' Veli scheen met zijn licht voor zich. Er was niets te zien. 'Hier.' Hoorden we. We gingen op het geluid af. Wat we dan zagen, we geloofden onze ogen niet. Ik drukte mij tegen Eric aan, ook Veli zette een stap naar achter. We zagen Floor in een hoek staan, maar het was niet echt Floor. Het was niet echt haar lichaam, maar het leek meer een geest. Het beeld van Floor verdween en de lichten gingen terug aan. We hoorden iemand zuchten. We keken eerst naar elkaar voor te zien of het niemand van ons was. Niemand zuchtte. We keken verder rond. We gingen een klein kamertje in. Nu zagen we wel de echte Floor hangen. Ze plakte tegen de muur met allerlei touwen. We begonnen met drie te lachen omdat ze er zo grappig hing. We haalden haar ervan af. 'Wat is er gebeurd?' Vroeg ik. 'Ik zakte door de vloer en ik viel in die touwen en dat heeft mij tegen de muur geplakt.' Zei Floor. Weer schoten wij in de lach.
Na twee verdiepingen besloten we naar het commissariaat te gaan want Floor had pijn aan haar rug. Alé dat zegt ze toch, ze zal wel bang hebben.
We kwamen op het commissariaat aan. Floor en Veli liepen door naar de vergaderzaal en Eric en ik gingen naar de chef. We klopten aan en kregen direct te horen dat we binnen mochten. 'Ah Eric en Brigitte. Al meer nieuws over dat huis?' Vroeg de chef. We zetten ons neer. 'We hebben niet heel het huis kunnen doorzoeken. Floor is door de grond gezakt en is dan in een mandje zou ik maar zeggen van touwen gevallen en dan is die tegen de muur geplakt. Ze had veel last van haar rug dus zijn we teruggekomen.' Zei Eric. 'Dat is dan simpel he. Jullie gaan na de middagpauze terug naar daar.' Zei de chef. 'We hebben geen andere keus zeker.' Zuchtte ik. De chef schudde zijn hoofd. We verlieten zijn bureau en gingen in de vergaderzaal zitten voor onze middagpauze. Als iedereen er was begonnen we met eten. 'Jullie gaan sebiet terug naar dat huis he. We moeten vinden wat er is gebeurd.' Zei de chef tussen twee happen door. Floor slikte haar eten in en schudde hevig haar huis. 'Nee, ik ga daar niet meer binnen.' Zei ze nog altijd schuddend met haar hoofd. 'Ik ga daar niet meer binnen.' Vervolgde ze. 'Ja Floortje, we moeten de oorzaak vinden.' Zei de chef. 'Nee chef, ik wil daar echt niet meer naartoe.' Zei ze smekend. 'Heb je te veel last van u rug?' Vroeg hij. 'Nee....eh ja eigenlijk wel.' Zei ze. 'Je had geen last van u rug, maar je was gewoon bang.' Plaagde ik Floor. 'Nee ik was niet bang.' Argumenteerde ze. 'Geen zorgen Floortje. Ons Ericske was ook bang.' Zei ik en klopte een paar keer zachtjes op Eric zijn been. 'Huh?' Hij keek mij vragend aan. 'Jaa, het licht sprong uit en je nam direct mijn hand vast.' Ik keek hem glimlachend aan. 'Nee, ik had geen bang. Ik wou gewoon niet dat er iets met u ging gebeuren. Je ziet maar met Floor.' Zei hij. 'Leg het nu maar uit.' Lachte Floor. 'Ik meen dat wel he. Ik wil niet dat er iets met Brigitte gebeurd en dat is mijn taak haar te beschermen.' Zei hij lief. Ik keek hem verliefd aan en gaf hem kus. 'Get a room.' Lachte Veli. Ik liet Eric los en glimlachte naar Veli. 'Koen en Tineke jullie gaan sebiet mee met Eric en Brigitte.' Zei de chef. 'Mee naar een kamer?' Vroeg Veli serieus. 'Nee Veli, naar dat huis.' Antwoorde de chef. 'Ah.' Beschaamd keek hij naar zijn boterhammen. We aten onze boterhammen op en vertrokken dan terug naar het huis. 'Weer dat huis.' Zuchtte ik toen we al een tijdje in de auto zaten. Eric legde zij hand op mijn been. 'Zoals ik al zei, je moet geen bang hebben. Ik ben bij u er kan niets gebeuren.' Hij probeerde mij gerust te stellen. 'Beloof mij dat je bij mij blijft.' Zei ik hem bevelend. 'Ik beloof u dat. Ik laat u nooit los.' Ik glimlachte. Na een tijdje kwamen we bij het huis aan. De chef had Koen en Tineke al uitleg gegeven over dit huis. 'Zal ik eerst gaan?' Stelde Koen voor. Ik knikte. 'Ik zal wel als laatste gaan.' Zei Tineke. We gingen achter elkaar het huis binnen. We gingen direct naar de derde verdieping, omdat we daarstraks gestopt waren. 'Dat is hier wel donker he.' Zei Tineke en deed het licht aan. Eric liet Koen bijna vallen. 'Alé Eric man, laat is een ander verschieten.' Zei hij en klopte Eric op zijn arm. Eric begon te lachen. We liepen verder en liepen een grote kamer in. In deze kamer stond niks van meubels of dergelijke. Het licht ging weer uit. 'Alé Tineke doet dat licht terug aan.' Zeurde Koen. 'Ik deed niets.' Zei ze. 'Wie was dat dan?' Vroeg hij. 'Koen het spookt hier. Dat gaan vanzelf.' Zei ik. 'Ah oke.' We wandelde voorzichtig verder want we zagen niet veel omdat er geen licht was en Tineke had al geprobeerd het licht terug aan te doen. 'Alé Eric jom. Stop daarmee!' Zei Koen boos. 'Gast ik doe niets.' Zei Eric. Het licht ging terug aan en we zagen Koen met een afgetrokken broek staan. Hij trok snel zijn broek terug aan. Hij keek ons verbaasd aan en keek dan in het rond. 'Wat is er?' Vroeg Eric. 'Als jij niets hebt gedaan, hoe komt dan dat mijn broek werd afgetrokken?' Vroeg hij. 'Het spookt hier.' Lachte Eric. Aan Eric zijn blik te zien had hij het wel gedaan. 'Kom we gaan verder.' Zei Koen. We gingen een andere kamer in. In die kamer was een grote glazen deur. Het licht sprong terug uit. In die andere kamer scheen er een fel wit licht. De deuren begonnen hevig te bewegen en mijn hart sloeg tilt. 'Ga daar tegen de muur staan Koen en ik gaan kijken.' Zei Eric. Tineke en ik gingen tegen de muur staan. Tineke nam haar zaklamp uit haar broek en scheen er mee in het rond. Eric en Koen gingen voorzichtig naar de deur toe. Net als ze voor de deur stonden, vliegt de deur met een klap open. Het felle licht verhindert ons zicht. Na een tijd gaan de deuren terug dicht en zijn Eric en Koen weg. 'Eric en Koen.' Riepen we geschokt. Tineke en ik hebben het beiden niet zo voor spookhuizen enzovoort, de schrik nam ons lichaam over.Mijn hart begon sneller te kloppen. Even wisten we niet wat doen. We keken elkaar bang aan. 'Wat moeten we doen?' Vroeg ik hopeloos. 'Hen zoeken.' Zei ze. 'Heb je u wapen bij?' Vroeg ze. Ik knikte en nam mijn wapen. Tineke liep voor mij. Met onze wapens gericht naar de deur liepen we er naartoe. Tineke voelde voorzichtig aan de deur. 'Opslot.' Zei ze. We liepen de kamer uit en zochten naar een deur die naar die kamer leidde. 'Hier die deur links moet van die kamer zijn.' Zei ik. We gingen naast de deur staan. 'Klaar?' Ik knikte. Ze deed de deur open en we liepen binnen. Eindelijk ging het licht terug aan. Tineke stak haar zaklamp weg. Ze ging achter een muurtje zien. 'Niets.' Zei ze. Ik keek naar het plafond. Tot mijn grote verbazing was er een deel van het plafond een andere kleur dan de rest. 'Tineke.' Ik zag Tineke naar boven kijken. 'Misschien zitten die boven.' Zei ze. Ik haalde mijn schouders op. 'Kom dan gaan we eens zien.' Ze trok mij aan mijn arm mee naar boven. Boven aan de trap was een deur. Tineke deed die voorzichtig open en haar mond viel open. Ik ging naast haar staan. Ook mijn mond viel open. Zoveel kamers op een verdieping heb ik nog nooit gezien. Behalve in een hotel dan. '12 kamers.' Zei Tineke. Ik zuchtte. Na tien minuten zaten we nog maar aan de derde kamer. Hup naar de vierde. Weer deed Tineke de deur open en liep naar binnen, ik liep haar achterna. 'Ik ga even daar kijken.' Zei Tineke. Ze liep naar een deur toe terwijl ik de kamer onderzocht. Ik hoorde Tineke lachen. 'Brigitte kom kijken.' Riep ze. 'Wat is er?' Ik hoorde een mannenstem. Ik kon niet goed verstaan wat hij zei, maar die stem komt mij bekend voor. Ik hoop dat dat Eric en Koen zijn. Ik liep naar ze toe. En inderdaad het waren ze, maar hoe we ze aantroffen was geweldig. Ze hingen beiden ondersteboven, een touw vastgebonden aan hun voeten hield hen vast. 'Kom haal ons er af.' Zei Koen. Ik wou gaan helpen, maar Tineke hield mij tegen. Ik keek haar vragend aan. Ze nam haar gsm, ik keek mee en zag dat ze een foto ging trekken. Ze nam snel een foto. 'Alé mannekes haal ons hier van af.' Zei Koen. 'Mannekes?' Vroeg ik. 'Hooo....vrouwkes.' Zeurde Koen weer. 'Zeg Koen, je moet vrouwen met respect behandelen en niet commanderen.' Lachte Tineke. 'Er is nu echt geen tijd voor te lachen we moeten voort werken.' Zei Eric. 'Vraag het is lief.' Ik glimlachte en keek naar Tineke. 'Liefste schat en Tineke willen jullie ons helpen alstublieft?' Vroeg Eric lief. 'Alé omdat jullie het zijn.' Tineke en ik lachte en hielpen de mannen. 'Wat fijn om de grond onder u voeten te voelen.' Zei Koen serieus. We begonnen verder te zoeken. We kwamen aan de deur van de laatste kamer. Koen voelde aan de deur. 'Opslot.' Zei hij. 'Intrappen.' Zei Tineke. Koen trapte tegen de deur en die viel open. We liepen binnen. 'Wat is dit allemaal?' Koen keek in het rond. Hier stonden minstens 7 computers. We keken op de computers. Op de ene stonden camerabeelden van het huis. 'Kom is kijken.' Riep Eric. We gingen naar hem toe. Hij wees naar iets op het scherm van een computer. "Spookhuis deactiveren" stond er. Daaronder stond. "Spookhuis activeren." Iedereen keek elkaar aan. ' Kan je daar op klikken?' Vroeg Tineke. Eric zette de muis op "deactiveren" en klikte erop. Alle computers en het licht ging uit. Koen en Tineke namen direct hun zaklamp. Na een tijdje sprong alles terug aan. Ik keek naast mij en zag een mapje liggen. Vanboven op het mapje stond in het groot. "Spookhuis" Ik nam het mapje en opende hem. Er viel een foto uit. Ik nam de foto voorzichtig van de grond en keek wie of wat erop stond. Een beeld van het huis verscheen wanneer ik de foto omdraaide. Ik legde de foto weg en concentreerde me op het mapje. In het mapje eaten nog drie handgeschreven brieven. Ik las ze één voor één. Op de laatste brief las ik hoe dat het komt waarom het hier spookt en waarom. Ik lichtte de rest in en las de brief voor. 'De laatste maanden wordt hier in de straat veel ingebroken. Ik heb bang dat ze hier gaan zitten dus heb ik een plan bedacht. Omdat ik heel veel van spoken en geesten houdt heb ik dan ook besloten om van mijn huis een spookhuis te maken. Dat spookhuis is dan geactiveerd als er niemand thuis is. Als andere deze brief lezen wilt het zeggen dat ik in alle vrede in de hemel zit. Dit is niet alleen voor mij gemaakt, maar ook voor de volgende bewoners.
Goed gedaan! Aan diegene die er zijn geraakt. Groetjes John B-' Iedereen zat naar mij te kijken, want ze verwachtte nog iets. Ze moeten dit ook te horen krijgen, maar die naam. Ik zat met open mond en grote ogen naar het blad te staren. ' Schat wat is er?' Vroeg Eric bezorgd. 'Buelens.' Zei ik na een tijdje. Ik hief mijn hoofd op en keek naar Eric. ' Wat ?' Eric dacht dat ik het tegen hem had. ' Nene, John Buelens.' Zei ik. Zijn glimlach verdween in een hopeloze, geschokte blik. Hij keek mij ongelovig aan. Ik ging voor hem op mijn hurken zitten. Hij bleef voor zich staren. Ik keek hem medelijdend aan. ' Kom wij gaan buiten even de chef inlichten.' Zei Tineke en trok Koen mee naar buiten. ' Dat was mijn broer.' Zei hij na een tijd stilte. Hij keek recht in mijn ogen. ' Dat kan niet dat die is overleden.' Zijn ogen werden rood en een traan vond de weg naar buiten. ' Als dat zo is moet je dat toch weten.' Zei ik. Ik probeerde hem te troosten, maar ik wist niet wat zeggen. 'Wij hadden geen contact meer met elkaar. Dat werd verbroken door mijn nonkel.' Ik nam zijn handen vast en met mijn duim wreef ik over de rug van zijn handen. 'Wat is er dan gebeurd?' Vroeg ik voorzichtig. ' Mijn broer was niet één van de braafste en mijn nonkel is streng. Mijn ouders hebben hem bij mijn nonkel gezet zodat hij meer respect zou krijgen voor iedereen. Ik mocht hem niet meer zien.' Zo emitioneel heb ik hem nog nooit gezien. 'Hoe heet u nonkel?' Hij dacht na maar hij kon zich niet concentreren. ' Weet je wat. We gaan nu naar het kantoor. We gaan daar informatie opzoeken over u nonkel en misschien zit u broer wel daar.' Zei ik voorzichtig. Hij knikte zachtjes en veegde zijn tranen weg. Ik stond recht en nam zijn hand stevig vast. Ik trok hem tot bij mij en gaf hem een knuffel.We kwamen bij het commissariaat aan. Koen en Tineke gingen alles uitleggen aan de chef en Eric en ik gingen direct aan de computers zitten en zoeken naar informatie.
JE LEEST
De Buurtpolitie- Wat als de ware dichter is als je denkt ?-
FanfictionVerhaal met pijn en verdriet, maar vooral veel liefde.