26

191 8 6
                                    

We pakte elkaar vast. 'Zullen we morgen dan naar de winkel gaan. Ik heb nog wel wat leuke plekken.' Zei Tommy die duidelijk heel enthousiast was. Ik knikte. 'Zullen we eerst gewoon even een feestje vieren?' Ik keek op de klok. Half 6. Over een uur zouden Wilbur en ik even weg zijn. Niemand wist dit. Ik keek Wilbur aan en knikte naar mijn kamer. Hij liep achter me aan mijn kamer in. 'Will..' Ik voelde een brok in mijn keel en kon niks meer uitbrengen. Hij knikte. 'We gaan over een halfuur weg. Als je wil dan. Het hoeft echt niet.' Ik schudde mijn hoofd en hij sloeg zijn armen om mij heen. Tranen stroomde over mijn wangen. Toen ik was gestopt veegde ik de uitgelopen mascara weg en liep terug de kamer in. Tommy liep naar me toe en zag mijn rode ogen. 'Lunn gaat alles goed?' Ik slikte. Ik wou het niet vertellen. Ik wist dat Tommy te vertouwen was, maar ik kon het gewoon niet. 'Lunn, Luna.' Hoorde ik in de verte. Ik knipperde. 'J..ja.' Zei ik. 'Je was er niet helemaal meer bij. Wil je iets vertellen.' Ik schudde mijn hoofd. Heel zacht zei ik 'Ik kan hiet niet Tommy. Het spijt me.' En ik liep weg. Naar de gang, naar de deur, naar buiten. Wilbur kwam straks wel. Ik liep naar de bushalte en de bus kwam net aanrijden. Ik stapte in en keek uit het raam. "Waarom ben ik zo onstabiel?" Vroeg ik mezelf af. Na een half uur stapte ik uit. Ik keek op mijn telefoon. 27 gemiste oproepen. Van Wilbur, Tommy, Amy, Liam en Tubbo. Ik deed mijn schouders omhoog, stopte mijn telefoon terug in mijn zal en liep naar de begraafplaats. Ik liep een tijdje rond. Daar stond het dan. Het graf van mijn ouders. 𝓗𝓲𝓮𝓻 𝓵𝓲𝓰𝓰𝓮𝓷 𝓟𝓱𝓲𝓵𝓵𝓲𝓹 𝓮𝓷 𝓛𝓾𝓬𝓰 𝓢𝓸𝓸𝓽. 𝓖𝓮𝓵𝓲𝓮𝓯𝓭𝓮 𝓸𝓾𝓭𝓮𝓻𝓼, 𝓴𝓲𝓷𝓭𝓮𝓻𝓮𝓷 𝓮𝓷 𝓿𝓻𝓲𝓮𝓷𝓭𝓮𝓷. 𝓡𝓾𝓼𝓽 𝔃𝓪𝓬𝓱𝓽.

(Voor als het onleesbaar is hier staat: Hier liggen Phillip en Lucy Soot. Geliefde ouders, kinderen en vrienden. Rust zacht.)

Tranen stroomde over mijn wangen. Totdat ik me ineens weer duizelig voelde. Ik ging zitten in de hoop dat het me hielp, maar dat deed het niet. Ik raakte in paniek totdat ik twee handen om me heen voelde. Ik probeere achterom te kijken. 'Tommy Wilbur jullie zijn er.' De man schudde zijn hoofd. 'Ik ken geen Tom of Wilby schatje.' Zei de man lachend. Hij pakte me vast en sloeg me knock-out. Toen werd alles zwart.

Wilburs ZusjeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu