3. Shopping

441 19 0
                                    

Maggie's POV.


Het zonnetje schijnt. Ik schiet overeind. Het is al middag de jongens komen zo terug van hun patrouille. Ik schiet overeind. "Vestimenta-indueris." Mijn ogen gloeien op en ik heb meteen andere kleren aan. Ik loop naar beneden. "Munda." De kamer is meteen opgeruimd. "Manducare-muffin." Er staat een hele mand vol muffins op tafel. De jongens komen binnengerend en ze vallen meteen aan. "Wauw. Alles is hier schoon en opgeruimd. Het eten is heerlijk. Hoe doe je dat?" vraagt Paul. "Spreuken," zeg ik. "Waarom heb je me niet gewekt?" vraag ik aan Seth. "Je lag zo schattig te slapen." "Is dat niet valsspelen. Je spreuken gebruiken?" vraagt Quil. "Jullie eten al heel de week van mijn spreuken," zeg ik gapend. "Ow." "Ik heb dus de hele dag niks te doen. Jullie zijn op patrouille, de Cullens zijn weg en verder weet ik niet wat ik moet doen." Ik ben het de hele tijd aan het bedenken. "Ik ga shoppen!" zeg ik. "Hoe laat moet ik terug zijn?" vraag ik. "Voor tienen," zegt Paul. "Dat red ik wel," zeg ik. "Waar is mijn tas?" vraag ik. "Verstopt," zegt Jared. "Sacculum-volant-hic," zeg ik en mijn vliegt naar me toe. "Ik vind het nog steeds valsspelen," zegt Quil. Ik pak mijn autosleutels en ik ren naar buiten. Ik rij weg naar het winkelcentrum. Meestal vrolijkt het iedereen wel op. Shoppen is hartstikke leuk. Ik koop allemaal leuke dingen in zoveel verschillende winkels. 


Na een tijdje leg ik mijn spullen in de auto. Vinden jullie het erg om zonder mij te eten? stuur ik naar de groeps-app van onze Quileute groep. We overleven het wel zonder jou stuurt Paul. Ik stuur een smiley naar hem. :p. Ik pak mijn tas met mijn portemonnee en ik loop door de stad. Ik ga wel ergens eten. Ik loop een café binnen en ik bestel wat te eten. Een salade met gewoon water. Het is best lekker. 


Ik leg wat geld neer op de tafel en ik loop naar buiten. Ik hoor stemmen maar ik negeer ze gewoon. Ik heb het gevoel alsof ik gevolgd word. Ik kijk achter me maar ik zie alleen een groepje jongens meer niet. Ik loop verder maar volgens mij volgt het groepje me. Om het te weten loop ik een steegje in. Als ze me echt volgen lopen ze me achterna dit steegje in zo niet dan niet. Dit is niet een steegje waar je zelf heen wilt. Ik hoor nog steeds die stemmen. Ik kijk weer achter me en ze volgen me echt. Ik ga steeds sneller lopen. Ik ga de hoek om en ik stop meteen. Het loopt dood. Dit steegje loopt dood. Dat heb ik weer! Ik draai me om en ik loop terug. Ik probeer met een grote boog om hun heen te lopen maar ze gaan voor me staan. Ik negeer ze en ik probeer aan de andere kant om ze heen te lopen maar ze houden me weer tegen. "Ik ben Thomas en dit zijn mijn vrienden," zegt de voorste. "Mag ik er langs?" vraag ik. "Je hebt me je naam nog niet verteld. Je ziet eruit als een prinses," zegt Thomas. "Maggie," zeg ik. Ik probeer weg te lopen maar de Thomas houdt me weer tegen. "Wat wil je?" vraag ik. "Ik denk dat je wel kan bedenken wat ik wil," zegt hij. "Als ik dat zou weten zou ik het niet vragen," werp ik tegen. "Ik wil jou." "Dus?" "Ik krijg altijd alles wat ik wil. Er is nog nooit een keer geweest dat ik niet kreeg wat ik wil." "Er is altijd een eerste keer." "Maar dat is niet deze keer." Hij streelt met de rug van zijn hand mijn wang. Ik laat een grom los. "Een pittige tante." Ik sla zijn hand weg maar hij haalt naar me uit met zijn andere hand. Er schiet een pijnscheut door mijn wang. Ik wil weglopen maar hij pakt me vast. Er schiet een pijnscheut door mijn polsen. "Laat me los!" schreeuw ik. Hij duwt me tegen de muur aan en ik voel me even duizelig worden. Hij pakt mijn polsen vast met één hand en hij pakt mijn gezicht vast met zijn andere hand. Hij brengt zijn gezicht dichtbij de mijne en duwt zijn lippen op mijn lippen. Ik geef hem een knietje en hij valt op de grond. Ik ren weg maar de groep verspert mijn weg. 


Dan maar over de muur heen. Ik spring over de muur en ik ren weg. Ik bots tegen iemand aan en ik val op de grond. Ik kijk op en daar staan Paul en Jared. "Wat doen jullie hier?!" vraag ik verward. "Nou we komen hier om jou te helpen," zegt Paul en hij steekt zijn hand uit. Ik sta zelf op. "Hoe weten jullie dat ik hier was?" "W-we..." begint Jared. "Hebben jullie me gevolgd?" vraag ik boos. Ze kijken naar beneden. "Waarom?" "We wisten dat er iets mis ging," zegt Paul. "En jullie vertrouwden me niet genoeg om mijn eigen problemen op te lossen?!" "Nee, dat..." begint Paul. "Weet je. Laat maar! Ik ga hier weg en waag het niet om me nog eens te volgen," zeg ik. Ik draai om en ik loop weg. "Maggie!" roept Jared me nog na maar ik loop gewoon verder. Ik loop naar het bos hier in de buurt. Ik begin te rennen en te rennen. Gewoon echt alles eruit rennen en schreeuwen. Alle problemen van de laatste tijd. Die ik heb gehad, die ik nu heb en die ik nog zal krijgen. Alles eruit. Dit is al de tweede keer dat een groepje jongens zo tegen me doen. Wat moeten die jongens ook altijd van me. En Jared en Paul. Ik zie ze als mijn broers. Waarom vertrouwen ze mij niet? Ik weet dat ik problemen aan trek maar kom op! Ik kan echt wel voor mezelf zorgen. Ik haat het om ruzie te hebben met mijn vrienden. Ik ga snikkend tegen een steen aan zitten. Zo val ik inslaap.



Never Forget (Twilight Fanfic)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu