9. Obsessed

378 19 0
                                    

Maggie's POV.


Ik pak Seth's hand en ik loop naar het kampvuur toe. "Hoe kan het dat we niet door hadden dat jij weg was?" vraagt Alice. Ik haal mijn schouders op. "Waarom wilde je daar zo graag heen?" vraagt Paul. "Ik had het gezien in mijn dromen. Ik moest weten waarom," zeg ik. "Weet je nu waarom?" vraagt Carlisle. Ik schud mijn hoofd. "En nu zie je de hele tijd een jongetje?" vraagt Jared ongelovig. Ik knik. "Nou ja. Niet de hele tijd. Af en toe," zeg ik. Edward kijkt me dwingend aan. "Best," zeg ik met tegenzin. Ik haal mijn schild van me af en ik laat alles zien wat ik heb gezien. "Ik denk dat ik al weet waardoor het komt," zegt Edward. Ik laat mijn schild terug schieten en ik kijk hem vragend aan. "Kom mee," zegt hij. Hij pakt mijn hand en zwaait me op zijn rug. Hij begint keihard te rennen naar de plek. Hij zet me neer en wijst naar de potten en pannen die ik heb omgestoten. "Je hebt de rust hier verstoord door die om te stoten. Nu ben je... bezeten," zegt Edward. Ik lach ongelovig. "Tuurlijk, Edward," zeg ik. "Ik meen het!" zegt hij. Ik draai me om en ik loop weg. Dan zie staat dat jongetje voor me. Ik stop meteen met lopen. "Maggie?" vraagt Edward. "Staat dat jongetje er weer?" Het jongetje doet zijn vinger voor zijn mond. "Nee hoor," zeg ik. "Ik wacht op jou. Kom je nog?" vraag ik. Het jongetje glimlacht. Edward zwaait me weer op zijn rug en rent weg. Hij zet me weer neer bij het kampvuur. "Bella, oppassen met Edward. Volgens mij heeft hij zijn hoofd net iets te hard gestoten," zeg ik. Ik loop de tent in en Seth komt ook. Ik doe zijn vest uit en ik ga rustig liggen. Ik dommel langzaam weg.


Ik sta weer op de plek en het jongetje staat voor me. "Help me," zegt hij. "Help me," zegt hij weer. Hij heeft een heldere stem. Een kinderstem maar het klinkt hol "Help me." "Alsjeblieft! Help me!" zegt hij dwingend. "Kom naar me toe. De weg zal zich voor jou vrij maken. Help me!"


Ik schrik wakker. Het is nog donker. "Kom. De weg zal zich voor jou vrij maken," galmt het in mijn hoofd. Ik sta langzaam op. Ik kijk naar buiten maar de Cullens zitten rond het kampvuur. Dan op een andere manier. Ik verander in een vogel en ik vlieg weg. De Cullens zien zo te zien niet dat ik weg ben. Ik vlieg verder en als ik ver genoeg van hun weg ben verander ik weer terug in een mens. "Kom," galmt het weer in mijn hoofd. Ik loop naar de plek en daar staat het jongetje. "Help me. Alsjeblieft. Help me!" zegt hij. "Ik help je," zeg ik. "Wat is er gebeurd?" vraag ik. "Mijn dorp is lang geleden vernietigt door een koning. Ik werd toen vermoord samen met mijn familie. Ik heb geen rust tot ik weer terug heb wat me het dierbaarst is," zeg hij. Het lijkt alsof hij op het punt staat om te huilen. Ik loop naar hem toe en hij rent in mijn armen. Hij barst in snikken uit. Hij is ijskoud. "Ik ga je helpen," zeg ik. "Wat is je het dierbaarst?" vraag ik. "Mijn familie," zegt hij. "Hoe moet ik je dan helpen?" vraag ik. Ik ga op mijn hurken voor hem zitten. "Ik heb een familie wapen. Een ketting. Maar ik weet niet waar hij is. Hij is kwijt geraakt tijdens de vernietiging," zegt hij. "Jij kan me helpen. Jij bent een krachtige heks. Alsjeblieft! Help me!" "Ik zal proberen wat ik kan," zeg ik. "Phialam hic family coat of arms. Phialam ad me." Er schiet een ketting naar me toe. Ik vang hem meteen. "Is deze van jou?" vraag ik. Hij knikt. Ik geef het aan hem. "Mag ik je armband eens zien?" vraagt het jongetje. Ik geef hem mijn armband met de wolven eraan. Hij spreekt een spreuk uit en geeft de armband terug aan mij. "Deze armband zorgt ervoor dat je geen nachtmerries meer hebt," zegt hij. "Dank je," zeg ik. Dan is het jongetje opeens weg. Ik draai me om en ik loop weg. Ik loop terug naar het kamp. Ik verander in een vlieg en ik vlieg de tent in. Ik verander weer in een mens en ik ga slapen.


Ik voel zachte kusjes langs mijn kaaklijn. "Wakker worden," zegt Seth zachtjes. "Ik lig net zo lekker te slapen," zeg ik. Hij grinnikt. Ik draai me naar hem om. "We gaan zo naar huis," zegt Seth. "Fijn," zeg ik. "Hou je niet van kamperen?" vraagt hij. "Jawel, alleen oost west thuis best," zeg ik. Hij grinnikt en geeft me een kus. "Je moet omkleden," zegt hij. Ik knik en hij loopt de tent hij. "Mutatio mea vestimenta." Ik loop naar buiten en iedereen heeft zijn spullen al ingepakt. Jared en Paul beginnen nu ook al aan mijn spullen. "Waarom hebben jullie me niet gewekt?" vraag ik. "Je lag voor het eerst in maanden weer eens rustig te slapen," zegt Alice. "En je was gewoon te schattig," zegt Seth. Jared en Paul leggen mijn spullen in de auto. Seth komt naar me toe als wolf. Ik klim op zijn rug en hij begint te rennen. Ik voel de wind door mijn haren gaan. Het is een geweldig gevoel. Ik hou me goed vast en we zijn al snel thuis.


Ik plof op de bank neer. "Oké, het was eigenlijk best wel leuk," geeft Leah toe. En ze ploft ook op de bank. Ik grinnik. "Hoe zit het met dat jongetje?" vraagt Edward. "O heel goed hoor. Ik weet nu waardoor het komt," zeg ik. "Waardoor?" vraagt Edward. "Te weinig geslapen," zeg ik. "Geloof ik niet," zegt hij. "Niet mijn probleem," zeg ik. "Wat zijn we toch weer lekker aardig," zegt Edward en ik grinnik. "Ik krijg het wel uit haar," zegt Emmett. Ow. Dit komt niet goed.

Never Forget (Twilight Fanfic)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu