20. Planning

323 19 2
                                    

Sorry, sorry, sorry, sorry, sorry voor het niet updaten. Ik ben een heel slecht persoon. Ik weet het. Ik had een hele hele hele drukke dag. Nogmaals sorry, sorry, sorry, sorry, sorry, sorry.


Maggie's POV.


Ik weet het nu zeker. Ik hoor hier niet thuis. Ik hoor niet bij deze mensen. Dit is niet mijn thuis. Ergens op deze grote wereldbol is mijn huis. En zijn de mensen die mijn familie zijn. Maar ik weet niet waar. Op een dag kom ik hier weg. En dan ben ik vrij. Dan ontmoet ik mijn grote liefde en ontmoet ik mijn familie. Gisteren was vreselijk. Caius was woedend. Toen heeft hij mij laten zien dat ik niet bij deze familie hoor.


"Maggie, je moet wakker worden," hoor ik Jona zeggen. Ik doe mijn ogen open. Ik wil mijn benen over de rand van mijn bed slaan en opstaan maar er schiet een steek van pijn door mijn hele lichaam. Ik val happend naar adem terug op bed. "Gisteren was blijkbaar niet zo leuk," zegt hij. Ik zit helemaal onder de blauwe plekken, snij plekken en allemaal wonden. "Kun je eventjes weg gaan. Dan kan ik me omkleden," zeg ik. Hij knikt en gaat weg. Ik trek mijn kleren aan en ik doe mijn haar weer in de strakke knot. Ik hang mijn ketting om mijn nek. "Je kan terugkomen hoor," zeg ik. Hij loopt de kamer in en gaat op mijn bed zitten. "Gaat het?" vraagt hij. "Wil je dat ik eerlijk antwoordt?" vraag ik. Hij knikt. "Het gaat vreselijk. Echt alles doet pijn!" zeg ik. "Arm kind," zegt hij grappend. Ik ga naast hem op bed zitten. "Ik wil hier weg," zeg ik opeens. "Weet je dat zeker?" vraagt hij. Ik knik. "Dit is mijn thuis niet meer," zeg ik. "Dan moeten we een plan bedenken," zegt Jona. "Dus jij gaat me helpen? En jij gaat mee?" vraag ik. Hij knikt. "Yeah!" zeg ik en ik knuffel hem. "Maggie, mag ik nog ademhalen of is dat te veel gevraagd," zegt hij. Ik laat hem los. Ik loop naar mijn kast en ik haal er een koffer uit. "Ik denk dat ik hier nooit gewoond heb," zeg ik. Ik rits de koffer open en ik haal er een sieradenkistje uit. Ik leg het op mijn kastje en ik haal er een ketting, armband en ring uit. "Kijk dit is een verlovingsring, een medaillon met een foto van mij en vreemde mensen en deze armband het heeft een betekenis. Iedere wolf maar ik weet niet welke betekenis," zeg ik en ik geef hem de spullen. "Je hoort hier blijkbaar niet echt bij," zegt Jona en hij geeft ze me terug. Ik leg ze weer terug in het sieradenkistje en ik stop hem weer terug in mijn koffer. Alec komt binnengelopen. "Nog nieuws?" vraag ik. "Ze zijn van plan je de komende eeuw in je kamer op te sluiten," zegt Alec. Van schrik stop ik met ademhalen. "Een eeuw in deze kamer zitten!" stoot ik uit. "Dat is niet het enige. Ze willen Jona dood hebben." Ik hap naar adem. "We moeten hier echt weg," zeg ik. "Ik kan jullie helpen," zegt Alec. "Je hoeft niet alles te riskeren om ons hier weg te krijgen," zeg ik. "Hoeft niet maar ik doe het wel," zegt hij. "Vanmiddag gaan Aro en Caius weg. Ze komen morgenochtend pas terug. Ik leid jullie vanavond het kasteel uit. "Verder moeten jullie zelf gaan," zegt Alec. "Alec?" vraag ik. "Ben ik hier al heel mijn leven geweest?" vraag ik. Hij schudt zijn hoofd. "Julian kan je hersenen manipuleren. Je had je schild van je af gehaald en Aro wilde je zo graag in de Volturi dus Julian manipuleerde je brein. Je hoort in Forks/La Push thuis. Ga daar. Daar is je familie opzoek naar jou. Je moet alleen zelf een manier vinden je geheugen terug te krijgen," zegt Alec. "Dank je," zeg ik. "Ik ga anders valt alles te veel op," zegt hij. "Tot vannacht." Hij loopt weg. Ik ga op mijn bed zitten. "Ga je mee naar Forks/La Push?" vraag ik. Hij knikt. Ik ga lekker liggen. "Misschien kunnen we later wel je familie opgaan zoeken," zeg ik. "Misschien," zegt hij. Hij gaat ook liggen. "Misschien heb ik daar wel een vriendje, familie, vrienden. Gewoon een echt leven," zeg ik. "Misschien wel ja," zegt hij. "Wat is er?" Vraag ik bezorgd en ik ga overeind zitten. "Die mensen op die foto. Ik heb ze weleens gezien," zegt Jona. Ik draai me naar hem om. Hij heeft een ring om en die maakt hij open. Er zit een foto in van de twee dezelfde mensen als op mijn foto. Een klein jongetje en een baby'tje. Ik pak mijn medaillon en ik haal de foto eruit. Het zijn precies dezelfde personen. Alleen net een andere foto. Helemaal op het hoekje staat het jongetje. Het hoekje waar het jongetje staat is omgevouwen. Het lijkt erop alsof iemand wilde dat ik hem niet zag. "Dus dan ben jij mijn grote broer," zeg ik meer tegen mezelf dan tegen hem. "En jij mijn kleine zusje," zegt hij meer tegen mezelf. Ik staar hem aan. Ik weet echt niks te zeggen. Dan neemt hij me in zijn armen. "Ze mogen je niks aandoen," zeg ik. "Daar zorg ik persoonlijk voor." "En jij gaat hier geen eeuw tussen deze vier muren zitten," zegt hij. Hij laat me los en ik sta op. Ik loop naar mijn koffer en ik rits hem open. Ik haal er een fotoboek uit en ik ga terug op bed zitten. Ik sla het boek open en boven in de kaft staat: Nymeria Rosalier en Jonathan Uley. "Dit boek is volgens mij van onze ouders geweest," zeg ik. Ik sla hem open en er staan zoveel foto's in. Eerst van een jongen die heel erg op Jona lijkt en een meisje dat heel erg op mij lijkt. Ik blader verder en er staan fotootjes van een familie van vier personen. Het is een hele gelukkige familie. Ik blader verder en er staan meerdere mensen op die foto. Het is een echte familie foto. Alleen de foto's die van het jongetje en meisje zijn gemaakt zijn wel alleen van een baby en een peutertje gemaakt. Geen tieners of pubers of iets ouders. Ik leg het boek weg en ik stop mijn fotootje terug in mijn medaillon. Ik ga eventjes op mijn kussen liggen. "Ga maar slapen," zegt hij. "Vanavond wordt het een heel gedoe," zegt hij. Ik doe wat hij zegt en ik dommel weg.

Never Forget (Twilight Fanfic)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu