24. Eagen House.
Point Of View, Rosalyn.
'We zijn er schat.' Fluistert een stem in mijn oor die mij doet ontwaken. Ik wrijf in mijn ogen en kijk om mij heen. Ik zie aan de linkerkant van mij een snelweg. Rechts zie ik een gebouw. Een gebouw van een verdieping. Er zitten geen ramen in de eerste verdieping... Op de begane grond zie ik wel een paar ramen aan de rechterkant van het gebouw, aan de kant die naar de snelweg wijst zitten ook geen ramen. Dan glijden mijn ogen naar het platte dak waar in zwakke lichtgevende letters schijnt, Eagen House. Eagen House... Eagen... House... oh my god... 'Kijk nog maar eens goed om je heen want dit word je nieuwe huis. Ik beloof je dat ik het naar je zin zal maken... Maar natuurlijk vooral naar mijn zin he.' Met grote ogen kijk ik naar Troy. 'Klootzak.' Sis ik tussen mijn tanden door en besluit geen aanstalten te maken om uit te stappen of mijn gordel los te doen. In plaats daarvan kijk ik weer naar links uit het raam. Naar de snelweg, de enige weg die hier is... de enige uitweg? Aan de overkant van de weg staat een bord met namen van steden uit de VS en namen van steden uit Mexico. Maar... dit moet betekenen dat ik bijna bij de grens van Mexico zit! Dan gaat de autodeur aan mijn kant open. Het hoofd van Troy verschijnt en er zit een vieze grijns op zijn dikke smoel geplakt. 'Nu meewerken ja? Mooi zo.' Vraagt Troy zonder op respons te wachten. Ik zucht en laat mijn armen rusten waar ze zijn, over elkaar. Nu is het de beurt aan Troy om te zuchten. Dan buigt hij over mij heen en zijn hand gaat naar de gordelklik. Natuurlijk strijkt hij met zijn handen langs mijn borst. Ik voel woede opborrelen en zodra hij mijn gordel heeft los geklikt geef ik hem een harde duw waardoor zijn hoofd hard tegen het dashboard knalt. Ik spring met een super snelheid uit de auto en begin te rennen. Ik weet niet waar ik naar toe ren, maar overal behalve dat vieze huis is goed. Achter me hoor ik luid gevloek. Ik besluit niet achterom te kijken maar nog harder te rennen. Ik ren over een snelweg. Dit is het domste ooit! Er hoeft maar een auto te komen en ik zou er aan kunnen gaan. Dit is gestoord! Toch blijf ik rennen. Ik voel een steek in mijn zij maar negeer het. Negeren, blijven rennen, niet achterom kijken! Mijn ademhaling geeft natuurlijk ook weer niet mee! 'GODVERDOMME!' Roep ik luid. Al die frustratie moest er even uit. Toch ren ik verder als een rare hijgende koe, niet wetend waar ik heen ga. Dan plots voel ik een zwaar gewicht op mijn rug landen en ik zak door mijn benen heen. Ik val. Hard. Ik val hard op het asfalt met het zware gewicht op me. Ik probeer me los te wurmen onder het zware gewicht vandaan maar het geeft niet mee. 'Godver de godver, Rosalyn. Nog zo een truckje en je kan het vergeten met het aardig zijn tegen je.' Hoor ik Troy zijn stem zeggen. Zijn donkere, zware, gevaarlijke stem. Kippenvel vormt zich over mijn hele lichaam en ik blijf doodstil liggen. Dan staat Troy op, grijpt me bij mijn middel en gooit me over zijn schouder. Dan begint Troy terug te lopen naar waarvan ik probeerde weg te rennen. Als ik niet in deze situatie zat, had ik waarschijnlijk gelachen om hoe ik er nu bij hing. Als een zielig meisje die bewusteloos en verbaasd over een schouder hangt en heen en weer slingert. Hij is trouwens wel sterk... dat hij mij zo kan optillen... Maar ik zit wel in deze situatie en ik vind dit alles behalve grappig. Ik begin met mijn vuisten op zijn rug te slaan. 'Zet me neer viezerik!' Sis ik. Het enige wat ik terug krijg is een lach. 'En dat je er dan weer vandoor probeert te gaan? Nee, dat laat ik niet nog eens gebeuren. Dat beloof ik je.' 'In dat geval beloof ik je dat ik nooit zal stoppen met proberen weg te komen.' Zeg ik terug. Nu pas realiseer ik me wat ik heb gezegd. Domste ooit... 'Afgesproken dan denk ik.' Zegt Troy grappig en ik weet gewoon dat er zo een vieze scheve grijns op zijn gezicht zit. 'Wacht maar...' Antwoord ik stoer terug maar ik voel me helemaal niet stoer. Ik voel me bang. Doodsbang.
Plots stopt Troy met lopen. Ik kijk achterom en zie dat hij een deur opent. Ik laat mijn hoofd weer hangen. We zijn binnen. 'Ah, die Troy. Nieuwe buit mee gebracht zie ik?' Hoor ik een onbekende stem zeggen. 'Zeker een buit, wel een lastige. Ze heeft net al geprobeerd om te vluchten. Nutteloos natuurlijk, ik was sneller.' Lacht Troy. 'Ik houd wel van lastig. Dat zijn de ruwe types, niet zo gewillig. Dat maakt het spannend he.' Antwoord de onbekende mannen stem weer. Gatver, wat een gore vent! 'Schrijf haar maar snel in bij je vader, ik kan niet wachten.' 'Ga ik nu doen.' Lacht Troy en hij loopt verder. Nu ik zie de man ook. Hij is erg breed geschouderd wat wel moet betekenen dat hij sterk is. Ook draagt hij een oud pak met een lelijke oude stropdas. Zijn haar komt tot op zijn schouders en hij heeft een vieze snor. Onder zijn snor zit een nog viezere scheve glimlach. Mijn ogen spuwen haat naar hem. Boos steek ik mijn middelvingers naar hem op wat me een vieze lach oplevert. 'Dat was dus onze bewaker. Hij bewaakt de deur. Hij wisselt wel eens af met iemand anders. De deur is dus altijd bewaakt. Snap je dat Rosalyn?' Zegt Troy met een stem alsof ik een of andere kleine peuter ben. 'Dat snap ik ja.' Snauw ik boos terug. Ik zie dat we een trap op lopen. We komen in een lange gang terecht. In het midden van de gang zitten nog twee gangen die naar links en rechts gaan. Een soort kruising lijkt het wel. Tegen elke muur zitten allemaal deuren. Het zou mij niets verbazen als daar allemaal "leuke" slaapkamertjes waren. We lopen naar het midden van de "kruising" en slaan dan de rechter gang in. In deze gang zit maar een deur. Een deur aan het einde. De muren zijn bedekt met een rood fluwelen behang. Ik strijk mijn hand er langs en het voelt zacht aan. Als Troy de deur opent hoor ik weer een onbekende stem. 'Ah, mijn zoon.' Zijn vader dus. De baas van dit alles... Een rilling loopt over mijn rug. 'Laat eens zien wat je hebt meegebracht.' Commandeert Troy zijn vader. Wat? "Laat eens zien WAT?" 'Je bedoelt "wie" hoop ik?' Vraag ik zodra Troy mij heeft neergezet. Ik plaats mijn armen in mijn zij en kijk boos naar de man achter het bureau. Zijn haar zit met gel naar achteren gestreken en hij heeft een klein baardje. Deze man, in tegenstelling tot de bewaker, draagt een netjes en duur pak met een bijpassende stropdas. Om zijn vingers zitten een aantal gouden ringen en om zijn pols een groot gouden horloge. En om zijn nek hangt een lange gouden ketting met een kruis er aan. 'Zo zo, een pittig meisje heb je daar Troy.' Een scheve grijns vormt zich op Troy zijn gezicht. Ik walg er van! Dan kijk ik om mij heen en neem dit kantoor goed in mij op. Houten vloer, boeken kasten, ik zou niet weten waarvoor hij boeken kasten heeft. Alsof hij ooit zal lezen... Verder zijn de muren bekleed met een beige behang met aan de bovenkant een zwarte stoffen rand. Een kleine schok van schrik gaat door mij heen als ik in de hoek een breedgeschouderde man zie staan. Ik kan hem niet helemaal goed zien doordat het een donkere hoek is. Ik ruk mijn ogen los van de schim en kijk weer naar de man. 'Ga zitten meisje.' Zegt de man en hij wijst naar een van de twee stoelen tegenover het bureau. 'Nee, dank u, ik sta liever.' Ik kijk naar de grote, rode zetel. Hij ziet er erg aantrekkelijk uit, zo een stoel waar je helemaal in weg zal zakken. Maar ik wil niet gehoorzamen. 'Ach, kom op, ik sta er op.' Probeert de man weer. Ik snuif als antwoord en sla mijn armen over elkaar. De man steekt zijn handen omhoog als teken van overgave en gaat dan over tot de zaken. Ik zie dat Troy wel plaats neemt en hij zakt inderdaad weg in de zetel. 'Goed meisje, wat is je naam?' Ik kijk hem nog steeds vol haat aan en weiger antwoord te geven. 'Rosalyn is haar naam.' Antwoord Troy voor mij. Nu kijk ik boos naar Troy die me van uit zijn oog hoeken aan kijkt. 'Leeftijd?' De man kijkt mij weer aan, dwingend dit keer. 'Zeventien.' Pers ik tussen mijn lippen door. 'Geboortedatum?' 'Zeven juli 1998.' De man knikt weer en schrijft ook dit gegeven weer op een formulier. 'Broertjes? Zusjes?' Ik vraag me werkelijk af waar deze vraag voor nodig is maar besluit toch antwoord te geven. 'Broertje, Luuk.' De man knikt maar schrijft dit niet op. Dit moet vast zijn om mij "op mijn gemak te stellen". Wat ook gaat lukken... Voel de sarcasme... Ik rol met mijn ogen en verander van stand been. 'Ga toch zitten, Rosalyn.' Mijn naam spreekt hij langzamer uit, dwingender. Ik besluit niet tegen te werken en neem plaats op de zetel. Ik zak natuurlijk wat weg in de stoel. 'Mobiele nummer?' Verbaasd kijk ik hem aan. 'Voor tracking.' Oh... Ik geef de man mijn nummer en zwijg weer. 'En als laatste, cup maat?' Mijn ogen, zo groot als schoteltjes, schieten verbaasd weer naar de man. Langzaam schud ik nee. Ik wil dit hem helemaal niet vertellen. Helemaal niet waar Troy bij zit. Ik zie de ogen van de man, die net in mijn ogen keken, naar beneden zakken. Hulpeloos kijk ik naar Troy. Die kijkt ook naar mij, maar niet in mijn ogen. Ongemakkelijk sla ik mijn armen voor mijn bovenlichaam en laat me wat onderuit zakken in de zetel. 'Rosalyn? We moeten het toch weten.' Zegt de man dreigend. De schim die in de hoek van het kantoor stond komt in beweging en nu hij in het licht staat zie ik hem helemaal. Heel erg gespierd, maar niet... knap gespierd. Vettig haar en vieze snor. Armen over elkaar geslagen, en een smoezelig pak. Hij lijkt me gevaarlijk... iemand waar je niet mee in discussie wil raken. Bang kijk ik weer naar de man achter het bureau. 'Of je vertelt het ons, of we zoeken het zelf uit. We zullen er natuurlijk uiteindelijk altijd wel achter komen.' Ieuw... Dit is het ongemakkelijkste ooit. Maar ik zit hier met drie mannen in een kleine kamer, duidelijk in de minderheid dus. '70C' fluister ik zacht. Zodat het bijna niet hoorbaar is maar de man achter het bureau hoort het toch. Hij schrijft het weer op het formulier en schuift die dan aan de kant. 'Goed, dat was alles. Dan nu, ik ben Marco. Ik ben de baas hier, ik bepaal hier alles. Ik zorg dat alles blijft lopen, ik maak reclame voor jullie, ik ontvang het geld. Deze man hier is Raymond en de man die je als het goed is gezien hebt bij de deur is Alvarez. De man die afwisselt met Alvarez is Remco. Verder zijn er nog meer mannen die hier rondlopen om te zorgen dat iedereen zich gedraagt. Even voor de duidelijkheid meisje, dit lijkt me vooral belangrijk voor jou, al die mannen hebben een vuurwapen bij zich. Geladen.' Ik slik even. 'Dan zijn er waarschijnlijk nog wat mannen die hier op bezoek zijn. Er zijn natuurlijk ook vrouwen, maar die zijn niet op bezoek. Die werken hier. Jullie slapen met zijn allen op een kamer en anders zijn jullie in de grote ruimte. Dat was het wel.' De man kijkt me nog even met een glimlach aan. 'Prettig verblijf gewenst.' 'Wat je prettig kan noemen...' Snauw ik terug. De man steekt lachend zijn hand uit als teken dat hij mij een hand wil geven. Walgend kijk ik er naar. Weet jij veel waar hij met die hand allemaal heeft gezeten... Dan krijg ik een idee. Ik maak mijn ogen los van de viezige hand en kijk naar zijn gladde gezicht. Minachtend, minachtend kijk ik hem aan. Dan spuug ik in zijn gezicht en draai me om. Statig loop ik naar de deur. Ik open de deur die tot mijn verbazing open is. Ach, waarom zouden ze hem ook dicht doen? Het is niet dat ik nu nog weg kan. Ik zit hier vast... Ik loop door de deur en ik hoor luid gevloek van Marco. Net goed voor hem. Dan voel ik twee grote handen rond mijn middel die mij ruw optillen. Weer wordt ik over een schouder gegooid. Nee wacht, gesmeten eerder. Ik kijk goed en zie dat ik over de schouder van Raymond hang. Achter Raymond loopt Troy. 'Dit truckje zal niet zacht aardig gestraft worden. Nee, ik zal je persoonlijk, hardhandig straffen.' 'Ik haat je.' Sis ik naar Troy. 'En zet me godverdomme neer!' Tot mijn verbazing knikt Troy. 'Ray, zet haar even op de grond wil je?' De man bromt wat en gooit me dan van zijn schouder. Hard knal ik op de grond. 'AU! KLOOTZAK!' Langzaam kom ik weer omhoog. 'Dat deed pijn weet je?' Zeg ik boos tegen Troy en de man. 'Dat was de bedoeling.' Antwoord Troy met een gemene grijns. 'Eikel.' Spuw ik terug. Alleen een lachje is wat ik terug krijg. 'Nou, ga je hier blijven staan? Of komt er nog wat van?' Ik begin te lopen richting waar we volgens mij vandaan kwamen. We komen inderdaad weer bij de trap en ik zie de grote ruimte waar Marco het over had. Rode vloerbedekking, een lange muur is met hout bedekt en de andere muren zijn tot de helft met hout bedekt, boven dat hout zit weer beige wandbekleding. Plots voel ik een duwtje in mijn rug. 'Doorlopen.'
Ik wordt naar een deur begeleid met een slot er op. Troy opent met een sleutel uit zijn broekzak de deur en dan duwt Raymond me naar binnen. 'Weetje Rosalyn?' Vraagt Troy aan mij en ik kijk hem vragend, maar nog steeds boos aan. 'Ik kan niet wachten tot morgen.' En dan wordt de deur dichtgetrokken en laten ze mij verbaasd achter.
ALOAHH♥♥♥
Een extra lang hoofdstuk dit keer :) Zoals beloofd natuurlijk...
Is het een beetje spannend? Beetje leuk? Beetje... heftuuughhh???
Ik hoop het wel want dat probeer ik namelijk xD
Dus zeg me maar wat je er van vind :)
VOTE?♥
I love y'all, know that ♥♥♥xoxo♥♥♥
JE LEEST
Goodbye Netherlands, Hello United States (ON HOLD)
RomanceWanneer Rosalyn hoort dat ze met haar vader en haar broertje mee moet verhuizen naar de VS staat haar hele leven in een keer op de kop. Ze moet gedag zeggen tegen haar vrienden die ze misschien nooit meer terug ziet. Ze moet afscheid nemen van haar...