Hoofdstuk 2

413 37 2
                                    

Thomas POV

Ik kijk Lucas een beetje angstig aan. Hij, Jort en ik zijn alle drie in een koude afgesloten cel gezet. Waar Casper is weten we niet. Lucas zei dat hij agressief bleef doen in de auto, en nadat ze hem hierheen brachten, Casper een andere kamer in werd geduwd. Ik maak me zorgen om waar hij is. We hadden afgesproken om elkaar nooit zomaar alleen te laten, of niet te weten waar iemand was. Dat is nu mislukt. En niet zomaar, we zijn Casper kwijtgeraakt midden in de nacht tijdens een arrestatie. 'Hoe ga ik dit ooit uitleggen aan m'n vader jonge' zegt Jort pijnzend. Hij zit naast mij met zijn handen tegen elkaar, steunend op zijn knieën. 'Gast, we zijn Casper kwijt, daar maak ik me in eerst instantie zorgen om' zegt Lucas. Ik knik. Jort kijkt op. 'Ja, natuurlijk maak ik me daar ook zorgen om, maar dat maakt de rest van de situatie niet minder belangrijk' zegt hij. Ik sla mijn handen voor mijn gezicht. Ik heb geen idee waarom we hier zijn, wat ze met ons gaan doen en waar Casper is. En Jort heeft gelijk. Hoe gaan we dit uitleggen?

De deur gaat open, een half Engels half Portugees geschreeuw volgt en niemand minder dan Casper word het hok in geduwd. De deur word weer dicht geramd en op slot gedraaid. 'Cas' zeg ik verbaast maar opgelucht. Ik sta op en sla mijn armen om hem heen. 'Hey' zegt hij toonloos en hij slaat zijn armen ook kort om mij. 'Keep your hands off eachother' hoor ik aan de andere kant van de deur. Ik laat gelijk los en ga terug zitten naast Jort. 'Waar was je heen?' Vraagt Lucas. Casper gaat naast hem zitten, tegenover ons. 'Ik weet het ook niet Luc, ik was daar in dat hokje, ze schreeuwden vanalles dat ik rustig moest doen anders werd het nog erger enzo, allemaal gedreig en toen zeiden ze als ik normaal zou doen en me zou laten leiden dat ze me dan naar jullie zouden brengen' zegt hij. 'En dat heb je gedaan?'. 'Nou... eerst niet nee, ik was boos, Gore Wouten, maar na een tijdje was ik er zat van en toen deed ik het maar gewoon' zegt Casper op geïrriteerde toon.

'Waarom zijn we hier...' zucht hij dan. 'Nou... komt er niet iets bij je binnen?' Zegt Jort. Casper kijkt hem met een dodende blik aan. 'Maar waarom wij precies, ik begon niet hè' zegt hij. 'We deden mee, das al genoeg' zegt Jort. 'Deden jullie ook mee?' Vraagt Casper. 'Ik wilde niet, maar iemand begon mij te slaan, ik duwde hem steeds weg' zegt Jort. Casper kijkt van hem naar mij. Ik ben stil. 'Tom?' Vraagt hij. 'Ik... euh...' begin ik. 'Thomas die werd even zwart voor zijn ogen zeg sjongejonge, die gozer die me sloeg was weg, maar jij stond flink te rammen daar hoor' zegt Jort dan. Ik kijk hem verbaast aan. Dan kijk ik naar Lucas die knikt. 'Je werd pas rustig nadat ik je weg had gesleept en 5 keer schreeuwde dat je moest stoppen' zegt hij. 'Je hebt hier ook allemaal bloed zitten' zegt Casper en hij wijst naar de zijkant van zijn eigen hoofd. Ik haal een hand langs mijn hoofd en bekijk de oranje rode vegen. 'Niet alsof jij dat niet hebt' zegt Jort tegen Casper. Ik bekijk Casper en nu vallen me ineens alle bloedvlekken op zijn hoofd, shirt en broek op. 'M'n vel hier is ook weg' zegt hij en hij houdt zijn hand op waar een stuk huid weg is. Er zit opgedroogd bloed omheen. Hij grinnikt zacht en leunt achterover. 'Wat lach je' zegt Jort. 'Gewoon... niet verwacht dat we hier zouden zitten om 3 uur snachts. Maar ben wel blij dat het met jullie is' zegt hij. Ik glimlach en zie nu Jort en Lucas ook zacht glimlachen.

De klep van de deur klikt open. Een agent staat aan de andere kant. 'Closed case here. Tomorrow you will flight back to The Netherlands, where you will be judged. You can call now someone. Five minutes each' zegt hij in het meest onverstaanbare Engels ooit terwijl hij een oude Nokia in het bakje bij de deur legt. Dan klikt hij de klep weer dicht. We kijken elkaar allemaal twijfelend aan. 'Wie wil eerst?' Vraag ik. Casper zucht en staat op. 'Ik ga wel eerst' zegt hij en hij pakt de telefoon. 'Wie ga je bellen?' Vraagt Lucas. 'Papa zal vast nog wel wakker zijn' zegt hij nonchalant. Hij bekijkt de telefoon even en toetst dan een nummer in. Ik weet gelukkig het telefoonnummer van een van mijn vaders uit mijn hoofd, dus hopelijk nemen ze op zometeen. Ik moet ze spreken. Ik moet weten wat ik moet doen nu. Wat het beste is.

De telefoon gaat over. De telefoon staat op luidspreker, automatisch. Niets hier kan volledig anoniem. Drie keer gaat de telefoon over. Gespannen zitten we allemaal te kijken naar het ding uit het jaar 0. Dan horen we gerommel. 'Met Milo ter Reegen' horen we een stem. De stem van Caspers vader. Hij klinkt wakker. Hij is in ieder geval niet wakker gebeld. 'Yo pap met mij' zegt Casper. 'Cas?' Zegt Milo verontwaardigd. 'Wat is er, waarom bel je om kwart over 3 snachts?'. 'Ik euh... ik heb een probleem' zegt hij. 'Nou, zeg dan' zegt zijn vader nu een beetje bezorgder. 'Ik zit in een cel, in Portugal' zegt hij en hij kijkt ons aan terwijl hij zijn lippen op elkaar duwt. 'Verdomme je hebt toch geen drugs lopen dealen hoop ik' klikt de stem van zijn vader boos. 'Nee née Pap, dat zou ik nooit doen.' Zegt hij. 'Iemand deed heel agressief tegen me en toen duwde hij me... en toen heb ik hem terug geslagen en toen begon er een soort vechtpartij en nu zitten we hier met z'n allen' legt hij uit. Aan de andere kant van de lijn hoor ik wat onverstaanbaar gevloek. 'En nu?'. 'We gaan morgen terug naar Nederland, daar worden we berecht ofzo' zegt hij. 'Dus wat moet ik nu doen pap?' Vraagt hij dan. 'Meewerken. Doen wat ze zeggen. Zodra het kan kom ik naar je toe oké? En blijf bij die andere jongens.' Zegt hij. 'Oke, en mijn spullen en het huisje?' Vraagt Casper. 'Casper die verdomde spullen kunnen me nu echt een zorg zijn. Dat komt vanzelf wel goed.' Zegt Milo. 'Oke, ik moet zo hangen, ik mocht maar 5 minuten bellen' zegt Casper. 'Ik spreek je snel ja? Komt goed' zegt hij. 'Thanks Pap' zegt Casper en hij hangt op. Lucas moet zacht lachen. 'Typisch' zegt hij. Casper geeft de telefoon door aan Lucas.

Robbie POV

Ik lig op mijn rug op de dekens en staat naar het plafond. Ik hoor de wc doorspoelen en dan gaat de slaapkamer deur weer open. Matthyas komt naast me liggen en zucht langzaam uit. 'Wat is er lief?' Vraag ik terwijl ik op mijn zij ga liggen. 'Niks, warm, en ik kan niet slapen en dan ga ik nadenken' zegt hij terwijl hij dichter naar me toe schuift. 'Maak je je zorgen?' Vraag ik: 'Beetje, maar het gaat vast allemaal goed' zegt hij. 'Laten we ons nou maar geen zorgen maken. Hij is daar nu al 3 dagen en elke dag is het goed gegaan'. Ik knik en ga een beetje tegen hem aan liggen. 'Ah Robbie... warm...' zeurt Matthyas. 'Hmm ik wil gewoon tegen je aan liggen schat, de airco staat aan dus dat kan best' zeg ik lachend. 'Hmm oké dan' zegt hij en ik kruip tegen hem aan. Zijn rustige hartslag brengt me ondanks de warmte langzaam in slaap.

Ik schrik wakker van de telefoon die afgaat. Even begrijp ik er niets van maar de zenuwen komen gelijk terug als ik een Portugees nummer op het scherm zie staan. Het is 4 uur snachts. 'Matt, Matt, word wakker' fluister ik en ik schud hem heen en weer. Verward gaat hij rechtop zitten. Ik neem de telefoon op. 'Hallo met Robbie van de Graaf' zeg ik zacht en ik zet de telefoon op luidspreker. 'Pap...' hoor ik aan de andere kant van de telefoon fluisteren. Shit. Het is echt Thomas. 'Niet boos worden alsjeblieft, maar er is iets gebeurd'.

Nog een hoofdstukje omdat ik het leuk vind. Btw is het niet hilarisch dat Casper precies hetzelfde het gesprek begon als hoe Milo ooit de prankcall op zijn vader in Albufera begon. 'Yo pap met mij'. Nou goed, Weltrusten.

Tot je vrij bent II: zo vader, zo zoon Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu