Hoofdstuk 15

350 27 0
                                    

Robbie POV

Na nog een kort gesprek met Frank, die vroeg hoe wij er aan toe waren, en een afscheid met Milo, zitten we op de bank. Beide zijn we stil. Ik ben bang. Bang voor wat er ons de komende tijd te wachten staat. Bang voor alles wat met Thomas en de andere drie zal gebeuren, wat ze te verduren moeten krijgen. Bang voor wat er met Milo zal gebeuren, die nu de volle laag over zich krijgt. Bang voor hoe Naomi het op zal pakken. Bang voor hoelang Matthyas het nog zal verdragen voor hij knapt. Matthyas hoopt zijn gevoelens altijd heel lang op, tot de laatste druppel, dan valt hij uit een. Maar wanneer dat moment is weet niemand. Ik ben bang dat hij weer terug zakt in zijn oude gewoontes als de persoon die hij was in de gevangenis. Iets wat hij nu eigenlijk niet kan doen. Niet nu we moeten zorgen voor Naomi en Thomas. We kunnen Raoul en Koen nu niet vragen om te zorgen dat Milo niet volledig het padje af gaat, die hebben net zo veel ellende als wij nu. Gelukkig is Frank er voor Milo, dus dat kan ik heel even van me af zetten hopelijk.

Ik denk nog eens aan de nieuws artikelen. Ik word er zo moe van dat er mensen zijn die zich graag bezig houden met dat soort privé dingen. We hebben het al moeilijk genoeg, kunnen ze ons niet gewoon met rust laten? Ik voel zacht een gewicht op mijn schouder. Matthyas heeft zijn hoofd er op gelegd terwijl hij voor zich uit staart. Ik hoop dat ik met hem kan praten, later vandaag. Dat hij zijn gevoelens er voor een keertje uit laat voor het te laat is. Maar dat is een zorg voor later vandaag. Eerst moet Thomas thuis komen en zijn spullen halen, en dat moeten we met zijn allen zien te verdragen.

Ik hoor de deur langzaam kraken en een meisje komt de woonkamer in gestapt. Mijn meisje. Ze heeft een bak met stiften en een in haar handen en een kleurboek. 'Pap, mag ik tv kijken terwijl ik kleur?' Vraagt ze. Ik glimlach en knik. 'Ja dat mag lieverd' zeg ik. Ze kijkt even naar de bank, waarna ze de stiften en het boek op de salontafel legt en naar ons toe komt gelopen. Ik kijk even naar Matthyas die tegen me aan ligt. Hij glimlacht zacht naar haar. 'Gaat het papa?' Vraagt ze zacht. Hij knikt. Ze komt naast hem zitten en legt haar armen om hem heen. Matthyas gaat rechtop zitten en trekt haar op schoot. 'Ben je verdrietig om Tom?' Vraagt ze. Matthyas kijkt haar even aan. 'Ik-' hij weet even niet zo goed wat hij moet zeggen. Naomi is heel goed in praten en ze houdt zich dan ook niet stil over situaties waar Matthyas zich liever wel stil over houdt. Hij en Thomas praten eigenlijk niet snel ergens over, terwijl Naomi zonder pardon dingen zegt en vraagt. En daar ben ik wel blij om. Ik heb ondertussen het vermogen om na te denken over of ik iets wel moet vragen of niet, maar zij nog niet, en soms is dat juist beter als je wil dat iemand ergens over praat. 'Ik ben verdrietig dat ik op dit moment niet zo goed weet wat we voor Thomas kunnen doen. We moeten het allemaal afwachten en dat vind papa niet leuk. En ik vind het niet leuk voor Tom dat hij niet gewoon thuis bij ons kan zijn' zegt Matthyas dan tegen zijn dochter. Een wel overwogen woordkeuze die makkelijk maar eerlijk is, zoals ik ook deed gisteravond. Naomi knikt. 'Maar als je niks kan doen, dan moet je misschien het even los laten, er verdrietig over zijn helpt toch niet?' Zegt ze. Matthyas opent zijn mond, en sluit hem weer. Ik grinnik zachtjes. Slim meisje. 'Dat klopt, maar dat vind ik moeilijk' zegt Matthyas eerlijk. 'Dat geeft niet, samen kleuren?' Zegt ze. Matthyas glimlacht opnieuw maar nu breder. 'Alleen als ik eerst even een dikke knuffel van jou mag' zegt hij dan. Naomi grijnst en slaat haar armen stevig om de man naast me heen. Hij slaat zijn armen ook om haar heen. 'Papa houdt van jou nomi' zegt hij zachtjes. 'Naomi houdt ook van jou papa' zegt ze terug. Dan kijkt ze mij aan. 'Pap er ook bij?' Zegt ze dan. Ik glimlach en kom er ook bij waarna ik in de knuffel word getrokken. Zo zitten we even met zijn drieën. En het voelt goed, maar niet compleet. Er mist een iemand. Maar zoals Naomi net zei, misschien moeten we als we er niks aan kunnen doen, het ook maar eventjes los laten.

Thomas POV

Casper en ik zitten naast elkaar aan het ontbijt. Tegenover ons zitten Lucas en Jort. Ik heb een broodje met chocopasta genomen want dat zag er wel te eten uit. Het brood is niet geweldig lekker. Gewoon droog bruin brood van de supermarkt, maar het is prima. Veel beter dan de macaroni van gister in ieder geval. Lucas roert rustig in zijn koffie. Hoe hij zo relaxt blijft is me nogsteeds een raadsel. Hij is nog wel degene die het het minst verdient om hier te zijn, helemaal niet namelijk. Hij heeft niets gedaan, zo zegt Jort steeds, hij heeft alleen gezorgd dat wij allemaal oké waren en zouden stoppen met slaan. Ik zou allang gek zijn geworden, maar het lijkt hem allemaal vrij weinig te kunnen schelen. 'Beetje zin in straks?' Vraagt Jort die tegen over me zit. Ik haal mijn schouders op. 'Ik niet hoor, mijn moeder gaat waarschijnlijk weer huilen enzo. Daar heb ik echt geen behoefte aan nu' zegt hij dan. Ik knik. 'Ik ben ook bang dat mijn vaders het niet droog houden, en dan moet ik Naomi ook nog zien.' Zeg ik zuchtend. Jort knikt. 'Ja, ik heb heel erg de hoop dat Jesper niet thuis is. Dat joch is altijd bij de buurjongen dus hopelijk vandaag ook.' Zegt Jort hoopvol. Vreemd hoe we eigenlijk allemaal het liefst onze familie vermeiden op dit punt omdat we geen medelijden willen en niet willen zien hoeveel verdriet we ze doen. Al klinkt dat nu ik het me zo bedenk eigenlijk helemaal niet zo vreemd. Ik kijk Lucas aan. 'Jij dan Luc?' Vraag ik. Hij haalt zijn schouders op. 'Ik hoop dat Yara en Nora gewoon niet door hebben wat er aan de hand is, en mijn ouders... ik denk dat het wel meevalt bij hun. Daar ben ik niet zo bang voor.' Zegt hij rustig. Ik knik. Lucas zijn ouders zijn net als hij. Zorgzaam, meedenkend en positief ingesteld. Hij hoopt, als de grote broer die hij net als ik is, vooral dat zijn zusjes er niet al te veel last van hebben. Ik zucht en neem nog een hap brood, iets wat ik maar moeilijk naar binnen krijg. Vanavond hebben we elkaar in ieder geval genoeg te vertellen.

Tot je vrij bent II: zo vader, zo zoon Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu