Hoofdstuk 1

820 46 13
                                    

Thomas POV

De harde beat klapt op mijn oren zodra ik de zaal weer binnen kom. Ik loop langs de bar opzoek naar de drie jongens met wie ik hier ook ben gekomen. Ineens zie ik twee bekende gezichten aan de bar staan. Ik zie Casper 4 vingers opsteken en de barman knikt. 4 bier dus. Ik kom naast ze staan. Lucas glimlacht zodra we oogcontact krijgen. 'Heee maatje' zegt Casper als hij ook door krijgt dat ik naast hem sta en hij slaat een arm om me heen. Hij kijkt opzij als hij aan word getikt door een jongen naast ons. 'Deze van een van jullie?' Vraagt hij met een ID kaart in zijn hand. 'Oh Euh, zien?' De jongen draait in plaats daarvan de ID kaart naar zichzelf toe. 'Casper ter Reegen?' Zegt hij. 'Oh ja... die is van mij...' zegt Casper en hij wil hem aanpakken. 'Ter Reegen, zit je op tennis?' Zegt hij grappend. 'Toevallig wel ja' zegt Casper nu minder vrolijk. 'Ben jij zoon van ofzo' zegt de jongen nu nog harder lachend. 'Ja, dit is de zoon van Milo ter Reegen ja' zeg ik lachend. 'Hou je bek Thomas' zegt Casper die nu geïrriteerd raakt. Ik lach Casper hard uit. 'Ey, rustig, doe de groetjes aan je vader' zegt de jongen en hij geeft Casper zijn ID kaart. Casper bedankt niet heel vriendelijk en stopt de kaart in zijn zak. 'Homo' zegt hij mompelend tegen mij. Droog kijk ik hem aan. 'Van alle woorden waarmee je me uit kon schelden kies je die?' Zeg ik. Casper negeert die vraag en pakt zijn biertje van de bar af. 'Ey, niet zo geïrriteerd dames, laten we het leuk houden hè' zegt Lucas die zijn armen om ons heen slaat. Casper glimlacht nu wel weer. 'Oké dan, omdat je het zo lief vraagt' zegt hij lachend. Ik lach ook. Ik kan toch nooit boos worden op deze jongens.

'Hé, hier zijn jullie' de hoge stem van Jort vult mijn oren. 'Jorrie' roep ik blij. 'Tommie' roept hij en hij slaat zijn armen om mij heen. 'Waar was jij nou heen, vieze dingen doen ofzo?' Zeg ik. De alcohol heeft zoals gewoonlijk weer de beste Brabantse verzie van mij naar boven gehaald. Jort steekt zijn handen op. 'Ik zou niet durven, en al zou ik wel, een soa kuur is duur hoor' zegt hij. Ik schiet in de lach. Jort wijst naast me. Zoals gewoonlijk heeft Casper wel weer de tong van een random chick uit de club gevonden, en staat hij haar volop af te lebberen. 'Hij daarentegen heeft zo te zien genoeg geld over voor een soa kuur, sjongejonge minstens 5 miljard bacteriën zijn gewisseld daar' roept Jort boven de muziek uit terwijl hij lachend tegen me aan leunt. Zijn benen begeven het haast als hij hard lacht, en die 5 bier en ontelbaar vele shotjes doen ook niet veel goeds. Lucas komt naast ons staan. 'Jongens, nog een biertje?' Roept hij. Ik knik. 'Alcoholisten' roept Jort. 'Jort jij kan gewoon niks hebben met dat baby lichaampje van je' roept Lucas lachend. Jort steekt zijn middelvinger op. 'Ik heb anders net wel gewoon 3 biertjes weg getikt toen jij naar de wc was' zegt hij. Lucas steekt zijn handen op als een soort eerbetoon en steekt dan 3 vingers op naar de barman. Een paar seconden later staan er 3 hele bruisende biertjes op de bar. Lucas geeft een door aan mij. 'Ik ga even Casper wegtrekken bij dat vieze wijf daar' zegt hij en hij wijst naar de plek waar ons vierde lid nogsteeds met zijn tong staat te roeren. We knikken en terwijl Jort en ik mee blèren met de muziek, kijken we toe hoe Casper een beetje verward naar Lucas kijkt die hem aantikt en richting ons trekt. Het meisje blijft even verbaast kijken en gaat daarna ook verder dansen met andere mensen. 'Was het lekker?' Roept Jort. 'Nah, viel mee' zegt Casper nonchalant. Hij proost met ons zijn biertje en neemt een slok terwijl hij boven iedereen uit rondkijkt door de club. Casper is zo gezegd langer dan 100% van de mensen hier. Alsof er een soort boom staat, of een steunpilaar. Hij moest vroeger misschien zelfs een operatie zodat hij niet nog langer zou worden, maar met groeiremmers lukte het ook nog. Een voordeel aan zijn enorme lengte is dat hij iedereen zo gevonden heeft, en de meeste mensen al afgeschrikt worden als ze naar hem kijken. Zo nu ook. Er is haast niemand die tegen Casper aan staat, terwijl Jort naast me haast word verdrukt. Casper trekt hem aan zijn arm meer in onze kring. Jort steekt zijn duim op naar Casper, die even glimlacht en hem op zijn schouder klopt. Een heerlijk gevoel stroomt door mijn lichaam. Hier zijn, onder genot van een biertje, half dronken, met mijn beste vrienden. Vrijer dan ooit. Dit zijn mijn hoogtepunten uit het leven.

We lopen de club uit, op zoek naar een leuke afterparty in de buurt, wanneer ik achter me geschreeuw hoor. 'Ey Ter Reegen' word er geschreeuwd. Ik kijk achter me naar Casper, die een blik van irritatie in zijn ogen heeft. Ondanks dat beheerst hij zich. We steken de straat over naar de stoep. Wanneer ik me omdraai om te kijken of iedereen er is zie ik Casper aan zijn arm gegrepen worden. 'Negeer me niet vriend' zegt de jongen die zijn arm heeft vast gegrepen. Ik bijt op mijn bovenlip. Casper draait zich om naar de jongen. 'Wat wilde je dan' zegt hij boos. 'Kan toch gewoon even antwoorden als ik je roep?' Zegt de andere jongen. Hij is dronken. Agressief dronken. 'Nee man, hou je bek gewoon' zegt Casper ook boos. 'Wat had je nou dan? Patsertje. Alles van pappie gekregen zeker?' Zegt hij terwijl hij zich agressief opsteld tegen Casper en hem een harde duw geeft. Lucas pakt Caspers arm vast en wil hem kalmeren, maar het is al te laat. Casper haalt uit naar het hoofd van de jongen. Daar begint het. De vrienden van de jongen beginnen terug te slaan. Ik krijg een klap tegen mijn achterhoofd. Daarmee verlies ik mezelf. Ik sla hard terug, waarna ik zelf ook weer klappen ontvang. Ik heb geen idee meer wat er om me heen gebeurd, tot ik weg getrokken word. 'Thomas kappen nu' roept Lucas tegen me en hij duwt me tegen een van de hekken die langs de kant van de weg staat. Ik zie hoe Lucas Caspers beide armen vast pakt en hem tegen een boom duwt. Andere mensen die van de vriendengroep van de andere jongen waren kalmeren hem. Jort is naast me komen staan. Hijgend van agressie en uitputting sta ik tegen het hek. De adrenaline klopt door mijn lichaam heen. 'Gaat ie?' Vraagt Jort bezorgd. Ik knik en kijk hoe Lucas naar Casper schreeuwt dat hij rustig moet doen. Rechts van hem zie ik twee meisjes wijzen naar ons.

Politie. Ze praten met de politie, die vervolgens naar ons toe komt gelopen. Ze schreeuwen naar ons in het Portugees. Een ambulance komt met gierende banden en sirene aangereden. Verbaast kijk ik op. Ambulance? Drie agenten werpen zich op Lucas en Casper, en twee komen schreeuwend naar ons terwijl ze gebaren maken. 'We don't speak Portugese Sir' zegt Jort beleefd. 'Hands up and on the ground on your knees' zegt hij in gebrekkig Engels. Ik kijk Jort bang aan, en volg zijn beweging. Het koude natte asfalt snijdt in mijn knieën. De agenten gaan achter ons staan. 'Come with us and don't move, we'll do nothing' zegt een van de agenten. Verstijfd zit ik op de grond. Casper word tegen de grond gewerkt, door zijn agressieve gedrag tegen de agent. Lucas staat er bestuust naast terwijl hij geboeid word. Mij armen worden ruw omlaag gedraaid. Ik voel koud metaal tegen mijn polsen aan. De agent trekt me omhoog. 'To the car' sist hij. In mijn ooghoek zie ik dat Casper en Lucas naar de andere auto worden gebracht. Casper is maar net te houden met twee agenten, die overigens samen misschien net even groot zijn als hij, terwijl Lucas haast uit zichzelf al in is gestapt. We worden in de auto gezet, waarna de agenten zelf ook instappen. Bang kijk ik Jort aan. 'Komt goed Tom, we zijn nog bij elkaar' zegt hij, maar zijn stem verraad zijn bangheid.

Als ik mijn hoofd draai en uit het raam kijk zie ik de jongen die de vechtpartij begon samen met andere jongens ook afgevoerd worden. Bij een van de bomen staat een enorme groep mensen, en ambulance personeel. Er zou toch niet iemand zwaar gewond zijn geraakt? Ja, tuurlijk zijn er wat klappen uitgedeeld, maar ik zou er geen van ons voor aanzien om iemand zo hard te slaan dat ze zwaar gewond raken. De politiemannen voorin de auto praten over portofoons in het Portugees naar andere mensen, en dan beginnen ze te rijden. Ik kijk naar het hele gebeuren waar we steeds verder weg van rijden. Dan kijk ik weer naar Jort. 'Wat is er gebeurd?' Vraag ik zacht. Jort haalt zijn schouders op. 'Ik hoop niks ergs, ik heb niks gezien' zegt hij. 'Quiet please' zegt een van de agenten, waarna ik weer recht voor me kijk.
Kutzooi. Waar hebben we onszelf nou weer ingewerkt?

Tot je vrij bent II: zo vader, zo zoon Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu