Hoofdstuk 23

328 22 3
                                    

Robbie Pov

'Matt, ontspan je kaken'. Ik geef mijn man een stootje. Hij komt uit zijn trance en kijkt me verschrikt aan waarna ik hem zijn gezicht zie ontspannen. Als Matthyas gespannen is, spant hij automatisch zijn kaken aan, en drukt hij hard zijn kiezen op elkaar. En al meerdere malen heeft de tandarts gezegd dat als dat zo blijft door gaan, zijn kiezen zullen afbreken, en dat willen we voorkomen. Ik ben helaas bang dat het de komende tijd alleen nog maar erger zal worden. Sinds het belletje van Thomas vanuit Portugal heb ik hem er te vaak op moeten attenderen. Elk moment dat het langer dan een paar minuten stil is, raakt Matthyas terug verzonken in zijn stress gedachtes en spant hij zijn gezicht weer aan. En op dit moment, in de auto richting Gouda, zijn we helaas beide stil. Stilte die komt door angst en onvermogen. Het bericht van Frank was niet goed. Het nieuws bericht van vanochtend nog minder. Dat is waarom we nu onderweg zijn naar de Villa aan de rand van de stad Gouda.

Naomi is naar een vriendinnetje. Ik wilde haar niet alleen achter laten, of met een oppas, bang dat ze zich misschien eenzaam zou voelen en door alle hectische gebeurtenissen, al heb ik het idee dat zij er rustiger onder is dan wij. Ze heeft er al vrede mee gesloten en houdt zelfs de hoop er in dat wij het gaan oplossen. Nou, met de minuut zit die hoop er bij mij minder in. Steeds meer mogelijke scenario's spelen zich in mijn hoofd af, steeds hogere straffen stapelen zich op. Langzaam zie ik iedereen steeds dieper in zijn eigen nachtmerrie. Het voelt als de regen die op de ruiten van de auto valt, en zijn weg naar de onderkant vindt. Zonder dat iemand dat wil. Ik wil het niet, misschien willen die regendruppels dat zelf niet eens. Maar het gebeurd gewoon, en je kan het proberen tegen te houden, met je ruitenwissers. Met handdoeken. Desnoods met de mouw van je jas. Maar hoe hard je je best ook doet. De regen blijft toch wel vallen. Vallen tot het stopt. En wanneer dat precies is, dat weet nooit iemand helemaal zeker. En net zo onzeker ben ik over waar dit stopt. Wanneer dit stopt. Waar is de bodem? Waar is de bodem van de dingen die ons blijven overkomen. Waar is de bodem van wat iedereen aankan? Als ik Frank mag geloven is Milo al bijna op die bodem, en als ik opnieuw naast me kijk en Matthy weer met een aangespannen gezicht en grote ogen voor zich uit zie staren, vermoed ik dat het voor hem ook niet lang meer zal duren tot hij de bodem weer eens raakt.

Het grind van de oprit knispert onder de autobanden. De auto lampen schijnen kort op de wit geplamuurde buitenmuren van het huis, voor ik de auto uit zet en de sleutels uit het contact trek. Voorzichtig leg ik mijn hand op Matthy's schouder, die ondanks mijn poging, alsnog kort schrikt van die aanraking. 'Kom je?' Vraag ik zacht. Hij geeft een kort knikje. Ik klik mijn gordel los en stap de auto uit. Samen lopen we naar de voordeur, die tot mijn verbazing al open is. Frank staat in de deur opening. 'Hey, fijn dat jullie er zijn' zegt hij zodra we voor hem staan. Hij laat ons binnen, en sluit de deur achter ons. 'Hoe was het bij jullie vanmiddag?'. Ik haal mijn schouders op. 'Moeilijk, maar rustig' zeg ik terwijl ik mijn zomer jas aan de kapstok hang. Frank knikt, en kijkt even naar Matthy, die met zijn armen over elkaar geslagen naar de grond kijkt. 'En jij Matt?'. Zijn hoofd gaat omhoog en vragend kijkt hij Frank aan. 'Hm?'. 'Hoe je het vanmiddag vond?' Herhaalt Frank zijn vraag. 'Oh... Euh...'. Frank blijft hem rustig aankijken. 'Ik heb geen idee eigenlijk'. Frank knikt. 'Geeft niet, het is ook lastig te verwerken in zo'n korte tijd' zegt hij. 'Koen en Raoul zijn er al, ze zitten in de woonkamer'. Matthy knikt en loopt door naar de woonkamer van het huis. Frank draait zich naar mij om. Zijn blik zegt me dat hij heeft begrepen wat de situatie is. 'Het gaat slecht met hem of niet? Terwijl het vanochtend nog best oké ging?' Ik knik. 'Matt lijkt steeds meer alles te blokkeren. Uit zelfbescherming' zeg ik zacht. 'Dat bezoek heeft er diep in gehakt'. Frank knikt ook naar mij. 'Sinds vanmiddag is het ook bergafwaarts gegaan hier, en ik dacht dat Milo al op zijn laagste punt zat...'. Peinzend kijkt hij voor zich uit. Ik zie dat hij het heel moeilijk vindt. Om ons, en dan vooral zijn beste vriend, in deze staat te zien.

Achter elkaar lopen we door de deur naar de woonkamer en de eetkamer die zich in diezelfde ruimte bevat. En wanneer ik de hoek om kom en richting de tafel kijk, zie ik de hele club weer compleet. Koen en Raoul zitten naast elkaar, en tegenover hen zit Milo. Zijn armen over elkaar geslagen op tafel. Zijn blik naar het donkere hout van het blad. Matthy is naast hem gaan zitten en Koen probeert wat met hem te praten. 'Milo zit daar al sinds Casper weg is. Hij wil niks meer eten en ik krijg er geen woorden meer uit. Het enige dat hij heeft gezegd is 'ik ben een verschrikkelijke vader' en 'Casper moet daar nu weg'.' Ik kijk even van de tafel naar Frank, en dan weer terug. De angsten over hoe slecht het zou gaan met Milo waren zeker niet onnodig. En nu Matthy er naast is gaan zitten merk ik ineens de gelijkenissen tussen hen op. De trance van angst waar ze zich in bevinden, en waar we maar niet door heen kunnen komen. Waar ze vroeger tegenpolen waren, lijken ze nu bijna dezelfde persoon.

Ik zie ineens Koen opstaan en richting mij komen. 'Is Matt weer...' begint hij. Ik knik. 'En is er niet iets wat we daaraan kunnen doen? Wat heeft hij destijds gedaan met die Lauren? Er moet toch iets zijn om hem hier uit te halen. Thomas heeft hem net zo hard nodig als jou, en Casper heeft de steun van Milo op dit moment ook nodig. We moeten dit niet laten gaan, dat kan niet' zegt hij tegen mij. Zijn ogen zijn groot. Alsof hij hoog in zijn adrenaline zit, wat misschien ook wel zo is. Wat Lauren met hem heeft besproken? Ik denk na. Misschien is dat wel iets wat voor nu zou kunnen helpen. In ieder geval bij Matthy. Bij hem ophalen hoe hij om moet gaan met zijn angst. Alleen of dat bij Milo werkt weet ik niet. Want hoewel Matthy en Milo op dit moment in dezelfde trance zitten, is Matthy degene die zichzelf daarin praat, en Milo degene die zichzelf daar juist uit praat, net zo lang tot er geen weg meer terug is.

Tot je vrij bent II: zo vader, zo zoon Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu