Hoofdstuk 5

395 31 3
                                    

Thomas POV

Ik trek de verschrikkelijk zittende kleren aan en houdt mijn eigen kleding in mijn hand. Ik voel me net een clown op deze manier en ik zal niet de enige zijn. We geven allemaal onze kleren af bij de Meneer Steeg die ons daarna door de volgende deur lijdt. Hij bedankt de agenten en sluit de deur dan. We blijven allemaal stil in de kille gang staan. De witte afgebladderde verf en beton ingegoten vloer uit 1960 maakt de sfeer ook niet veel beter, en als de tl buizen geen warm licht afgaven had ik het spontaan koud gekregen, ondanks de temperaturen van de Nederlandse zomer.

'Volg mij, ik laat jullie je cel zien' zegt de man, die voor ons uit begint te lopen. In stilte lopen we achter de man aan, die niet eens omkijkt of we wel achter hem aan lopen. 'Euhm meneer?' Begint Jort die in een sneltempo naast hem komt lopen. 'Slapen we wel met z'n allen samen?' Vraagt hij bezorgd. De man draait zich om. 'Nee, het spijt me. We hebben hier alleen maar cellen per 2 personen. Maar jullie komen wel per 2 op een cel' zegt hij, waarna hij stopt met lopen. Hij opent een deur en zucht. 'Het spijt me dat het toevallig deze moeten zijn' mompelt hij. Vreemd kijk ik Lucas aan. 'Casper en Thomas, dit is jullie cel' zegt hij en hij maakt een gebaar dat we binnen kunnen lopen. Ik kijk even moeilijk naar Casper, die zijn ogen rolt en zuchtend naar binnen loopt. Ik loop langzaam achter hem aan. 'Moeten we hier nu de hele dag gaan zitten?' Zegt Casper geïrriteerd. Meneer Steeg lacht zachtjes. 'Nee hoor Casper, er is werk te doen, en in ruil daarvoor krijg je geld, waarmee je dingen zoals een TV kan huren' zegt hij. Ik kan me herinneren dan Papa wel eens heeft verteld dat dat bij hem ook zo was. En dat hij en mijn andere vader Fifa en een PlayStation huurden. 'Oh en het is Maandag, dus vanavond word er gevoetbald' zegt hij. 'Echt?' Hoor ik Jort vanaf de andere kant met een veel te hoge stem zeggen. Hij schraapt zijn keel. 'Ik bedoel... echt?' Zegt hij nu veel lager. 'Ik zal jullie straks nog wel meer uitleggen, ik breng eerst de andere twee heren naar hun cel' zegt hij dan. Ik knik nog snel naar hem met een dankbare blik. Hij is nu nog vriendelijk en dat wil ik ook graag zo houden. De deur word gesloten en ik hoor Jort aan de andere kant van de deur gelijk weet praten. Ik blijf nog even naar de dichte deur kijken. 'Hij gaat echt niet weer open als je er naar blijft staren hoor Tom' hoor ik Casper zeggen. Dat laat me opkijken, en nu kijk ik voor het eerst ook de kille ruimte rond. De cel is ingedeeld in twee delen. Aan de ene kant staat een bankje en een stoel en een tafeltje die er uitzien alsof ze van de kringloop komen, wat waarschijnlijk ook zo is. Daarnaast zit een hokje met een deur. Ik trek de deur open om er achter te komen dat daar de douche en de wc zit. Ik sluit de deur weer zuchtend en loop in de richting waar Caspers stem vandaan kwam. Als ik de hoek om kom zie ik hem liggen op een van de twee bedden. Die aan de rechterkant. Aan de linker kant is dan dus blijkbaar mijn bed. Er is nog een kast en een tafeltje met een stoel. En tussen de bedden in zit een raam.

Met een zucht laat ik me op bed zakken. 'Wat moeten we nu Cas?' zeg ik hopeloos waarna ik richting de jongen kijk. Hij ligt op zijn rug met zijn armen onder zijn hoofd en zijn ogen gesloten. Even blijft hij stil. Dan opent hij toch zijn mond waarna hij zegt: 'wachten, veel meer dan dat word het niet meis'. Een vorm van irritatie borrelt in mij op bij die woorden. Hoe kan hij zo kalm zijn? Zonet was hij nog in staat om 3 agenten tegen de grond te slaan en nu ligt hij er bij alsof het allemaal niet zoveel uitmaakt. En die 'meis' er achter aan. Alsof ik zwakzinnig ben ofzo. Oké, het klopt misschien dat ik het snelst geëmotioneerd ben, en af en toe iets te dramatisch ben over dingen, maar hij kan niet ontkennen dat de situatie waarin we zitten ook wel om te janken is. Waarom wij? Waarom gebeurd dit precies bij ons? Ik laat mijn rug tegen de muur aan leunen en kijk opzij. Door het raampje van de cel dat naar de gang uitkijkt kan je exact de klok zien die daar hangt. 16:43. Het is allang tijd voor middag eten geweest, maar ik heb al geen honger meer sinds gisternacht. Ik sta op en loop wat heen en weer. Ik moet alles op een rijtje krijgen. Wat is er gebeurd gister? Wat is er gebeurd dat we nu hier zitten. Alleen een gevechtje kan het niet geweest zijn toch? Nee, er moet meer aan de hand zijn dan dat. De ambulance, ik weet zeker dat het daar iets mee te maken heeft. Toch vind ik het gek. Hoe kan het dat wij hier zitten, en niemand van ons weet waarom die ambulance er was? Als we er echt bij betrokken waren geweest, had een van ons toch moeten weten dat er iemand zwaar gewond was geraakt ofzoiets? Of zou er iemand liegen? Zou iemand niet alles hebben verteld? Ik sta stil en kijk naar het bed waar Casper nogsteeds op precies dezelfde manier ligt als ik denk 10 minuten geleden.

Langer dan dat kan ik daar niet over nadenken. Ik hoor de deur open gaan, en Casper komt bij dat geluid ook gelijk omhoog. Het hoofd van Meneer Steeg steekt om de hoek. 'Casper, Thomas?' Zegt hij. Vragend kijk ik hem aan. 'Ik weet dat ik jullie wat verdere uitleg zou geven over hoe alles hier werkt, maar daar is nu even geen tijd voor' zegt hij. 'Hoezo?' Zegt Casper verontwaardigd, bijna boos eigenlijk. De man trekt even zijn wenkbrauwen op en glimlacht dan. 'Jullie ouders zijn er'.

Jongens zometeen komt 'Offline beschikbaar' uit en ik ben echt zo benieuwd. Ben stiekem al de hele avond aan het wachten tot het 12 uur is.

Als je dit leest nadat het nummer uit is laat even weten wat je er van vond!!!

Tot je vrij bent II: zo vader, zo zoon Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu