Hoofdstuk 11

349 21 2
                                    

Thomas Pov

We staan in een rijtje naast elkaar. Samen met een heleboel andere jongens en mannen, die hier allemaal zijn voor de voetbal training. 'Goed, vanavond doen er vier nieuwe jongens mee. Casper, Thomas, Lucas en Jort. Welkom jongens' zegt de trainer, die me een beetje doet denken aan Ronald Koeman. We knikken allemaal even naar de rest. 'Vanavond gaan we eerst even een beetje warmlopen. Dan oefenen we in tweetallen het passen met buitenkant voet. Aan het eind doen we een partijtje waarbij ik wil dat jullie allemaal proberen die pass toe te passen.' Legt de trainer uit. Oké, helder. 'Maar eerst warming up. Drie rondjes om het veld, en dan graag allemaal hier weer komen staan' zegt hij. Hij blaast op zijn fluitje als teken dat we moeten rennen. We beginnen te rennen en ik ben blij dat ik vaker voetbal, en nogsteeds train. Aan mijn conditie ligt het niet. Casper, die ook traint maar dan in tennis, heeft ook niet veel moeite met het volhouden. Vooral ook door zijn lange benen is hij aardig snel. Lucas heeft iets meer moeite, maar hij rent prima door op zijn eigen tempo. En Jort? Ja, die heeft het na 3 stappen al opgegeven. Ik kijk achterom en zie hem moeilijk doorsukkelen. De trainer komt naast hem lopen en ik die hem aanmoedigen en een beetje praten. Het werkt wel, Jort houdt het tempo dat hij heeft gekozen prima vol. Casper en ik liggen ondertussen al een halve ronde voor op de meeste mensen, en lopen met de voorste groep mee. 'Doe je goed kleine' zegt Casper lachend. Ik grijns. 'Dat ik klein ben betekend niet dat ik niet kan rennen hè' zeg ik lachend. 'Goed punt, maar toch, kost meer moeite' zegt hij. Als ik naar onze benen kijk zie ik inderdaad dat ik per stap die hij zet, twee stappen zet. Moet je nagaan hoe hard ik zou gaan als ik zijn beenlengte had.

We staan alweer in een rijtje bij te komen als Jort nog komt aansukkelen met de trainer. Hij is volledig rood aangelopen en naar mijn idee valt hij bijna om. 'Gaat ie?' Vraagt Lucas. 'J- jah wacht even' hijgt hij buiten adem en hij buigt voorover om bij te komen. 'Goed, opdrukken' hoor ik de trainer zeggen. Er komt een mompelende kreun van Jort af waaruit ik kan halen dat hij daar nog niet aan toe is. Toch hebben we even later allemaal onze handen op de grond en drukken we onszelf op.

Als we de hele warming up hebben afgerond, en Jort er allang weer genoeg van heeft en al wel weer wil stoppen, moeten we tweetallen maken. Casper kijkt me aan. 'Tom?' Vraagt hij. Ik knik. Hij loopt een stukje van me af en gaat tegenover me staan. Iedereen krijgt een bal waarmee we moeten overpassen met de buitenkant van onze voet. Ik begin en schiet hem keurig recht naar Casper toe. Als Casper hem terug schiet zie je toch dat zijn talent niet in voetbal zit. Het is nogal scheef. Ik lach hem volledig uit en krijg een middelvinger naar me toe. Zo gaan we nog een tijdje door, en na een aantal keer lukt het Casper toch iets beter om recht te schieten.

'Goed, dames, genoeg geoefend, we gaan partijtje doen' zegt hij. Jort juicht. Warming up is niet zijn ding maar daadwerkelijk voetballen kan hij hartstikke prima. We worden in teams verdeeld en gelukkig zitten we bij elkaar, samen met nog 3 andere jongens. We komen bij elkaar staan bij ons eigen doel. 'Even kleine voorstel ronde denk ik?' Zegt een van de jongens die in het team zit. Hij heeft donker haar en een snor, en zijn stem is schor en Brabants, beetje hoe mijn vader klinkt. 'Ik ben Veras, en dit zijn Sven en Emin' wijst hij de jongens aan. Sven lijkt rond de 20, is iets langer en heeft bruin krullend haar. Emin lijkt rond de 25 en is klein, heeft zwart haar, tattoos op zijn armen en is vrij gespierd. 'Oh, ja ik ben Casper' zegt Casper die naast me staat. 'Casper, m'n beste, jij bent echt tering lang, ik zou er bang van worden, beter sta je keep want niemand gaat daar langs komen' zegt Veras. Casper grinnikt. 'Dat is prima' zegt hij. 'Dan jij?' Hij kijkt mij aan. 'Euh, Thomas' zeg ik. 'Oké Thomas, ik zag je net best lekker gaan met die Passjes, speel je vaker?' Vraagt hij. Ik knik. 'Positie?' 'Rechterspits' zeg ik. 'Oké, dan mag je nu spits staan'. Dan kijkt hij Lucas aan. 'Ik ben Lucas' zegt hij. 'Lucas, beer van een vent, ik denk dat jij goed in verdediging speelt' zegt hij en hij klopt even op zijn schouder. Lucas steekt zijn duimen op. 'En jij?' Vraagt hij dan aan Jort. 'Ik ben Jort' zegt hij. 'Oké, middenveld voor jou Jort. Ik en Sven staan ook middenveld. Ik midden, Koen jij staat rechts en Sven links. Emin staat ook verdediging.' Zegt hij. Ik zie Lucas en Emin even bespreken en dan gaat Lucas links staan. 'Oké Team, wij kunnen dit, wij gaan heerlijk slapen vannacht na die overwinning' roept Veras motiverend. Ik trek een sprintje naar voren en ga in het midden van het veld staan. Er word een muntje gegooid die bepaald dat het andere team de aftrap heeft.

Er word gefloten en zodra het signaal klinkt starten de twee met een overpass. Ik kom er direct tussen en pak de bal af en ren naar links. Daar staat Sven vrij, waar ik direct heen speel. Hij neemt hem goed aan, maar word direct belaagd door twee mensen van het andere team. Daarom speelt hij hem snel naar Veras. Ik ren meer naar voren. De bal gaat van Veras naar Koen, die er een stukje mee dribbelt naar voren. Veras komt naar me toe gerend. 'Oké, ga doel staan' zegt hij snel en hij rent naar de rechter hoek. Koen speelt over naar Veras, direct een voorzet geeft aan mij, door de lucht. Ik stap naar achter en kop de bal richting het doel. Ik zie het net bewegen, en hoor gejuich. De bal ligt er in. Ik schreeuw van blijdschap en ren naar Koen en Veras om met hun het kort te vieren. Dan rennen we snel terug naar onze eigen helft.

Na nog 2 doelpunten en een enorm goeie redding van Casper die de bal op wonderbaarlijke wijze uit de hoek plukte word het eindsignaal gegeven. We hebben gewonnen. We rennen naar elkaar toe, slaan onze armen om elkaar heen en springen juichend in het rond. 'Maten, wat een droom team zijn wij' zegt Veras die ons allemaal nog een handshake geeft. We lopen daarna met z'n allen terug naar binnen. 'Ohja, dit is jullie eerste dag hier toch?' Veras komt naast me lopen. Ik knik. 'Geloof me, deze nacht is niet Nice, maar morgen nacht is al veel beter. Je moet er even doorheen komen, maar echt, het komt goed. Morgen is het weer dag' zegt hij bemoedigend. Ik glimlach. 'Thanks maat' zeg ik. 'Geen probleem, en als er iets is, kom naar me toe. We zitten hier allemaal, we hebben elkaar altijd nog' zegt hij. Ik knik glimlachend. 'Goed, mijn cel is hier, ik zie jullie morgen wel weer' zegt hij wanneer hij de hoek om draait. Ook Jort en Lucas moeten die kant op. Ik wens ze allemaal Weltrusten en ga dan naast Casper lopen. Oké, de eerste nacht is het ergste dus. Maar gelukkig heb ik Casper nog, die hopelijk vannacht toch iets aardiger doet dan hoe hij vanmiddag heeft gedaan. Onze bonding vanavond tijdens voetbal geeft me in iedergeval wel hoop daar op.

Tot je vrij bent II: zo vader, zo zoon Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu