Hoofdstuk 3

451 38 1
                                    

Robbie POV

Matthy en ik zitten rechtop in bed naast elkaar, de telefoon ligt voor ons. Matthyas heeft mijn handen vastgepakt. 'Vertel maar' zeg ik rustig. 'We waren net de club uit gegaan, en toen kwam er een jongen die Casper nogal uitdaagde en duwde enzo.' Hoor ik de zwakke stem van Thomas door de telefoon. Het kraakt aan alle kanten doordat hij vanuit het buitenland belt. Ik kijk Matthy aan. Het kon ook door niemand anders dan Casper. 'Toen raakten we in een vechtpartij, iemand sloeg mij en blijkbaar heb ik er toen ook op los geslagen. Lucas heeft me weg getrokken. Er was ook iemand blijkbaar gewond, er was een ambulance. Toen werden we meegenomen en nu zitten we hier met z'n vieren in een cel. Morgen vliegen we terug naar Nederland en daar worden we berecht ofzo' zegt Thomas. Er op los geslagen. Ik herken het gevoel als geen ander. Wanneer je drank op hebt, en iemand je slaat. Wanneer je zwart voor je ogen word en gedachteloos begint te slaan. Matthy zit ademloos naar de telefoon te staren.

'Jullie zijn nog bij elkaar allemaal?' Vraag ik dan. 'Ja' zegt Thomas. 'Oké, rustig blijven vooral, en meewerken. Hebben de anderen hun ouders al op de hoogte gebracht?' Vraag ik. 'Ja, iedereen zei dat we rustig moesten blijven, moesten meewerken en doen wat ze zeggen en in Nederland zouden ze zodra het kon naar ons toe komen' zegt Thomas. Typisch. 'Ik bel wel met de rest, wacht rustig af tot jullie weer hier zijn, we gaan het oplossen oké?' Zeg ik. Matthy knijpt kort in mijn hand. 'Komt goed Tom' zegt hij dan. 'Ik ga m'n best doen' zegt Thomas. In zijn stem hoor ik angst, en dat breekt me. Ik wil nu naar hem toe. Hij mag dan wel oud en wijs genoeg zijn om voor zichzelf te zorgen, het blijft mijn zoon. Ik wil er voor hem zijn, zeker nu. 'Ik moet ophangen, mijn tijd is om' zegt hij dan. Op de achtergrond hoor ik onverstaanbaar geschreeuw. 'Oké, we zien je snel oké?' Zeg ik. 'Tot snel Tommie' zegt Matthy. 'Tot snel' zegt Thomas, waarna een gepiep klinkt.

Ik kijk Matthy aan. Zijn ogen zijn waterig. Als geen ander weten we beide hoe Thomas zich nu voelt. Wanneer je word beschuldigd van iets wat niet je bedoeling was. Wanneer je iets hebt gedaan wat je nooit zou doen normaal, waarvan je niet eens begrijpt waarom je het hebt gedaan en je er nu alleen voor staat. Gelukkig is hij samen met de anderen. 'Ik bel Raoul' zeg ik. Ik typ zijn naam in en klik op het hoorntje. De telefoon gaat een maal over en dan word er opgenomen. 'Rob' zegt Raoul. 'Raoul' zeg ik. 'Thomas oké?' Vraagt hij. 'Hmm, is wel eens beter geweest' zeg ik. 'Lucas was er redelijk rustig over, die kalmeert die jongens wel' zegt Raoul zelfverzekerd. 'Papa van de groep he' zeg ik met een zachte grinnik waarna ik een hele hoop spanning uit probeer te blazen. 'Beter kom je morgen even bij ons thuis, even bespreken' zeg ik. 'Lijkt me goed idee, bel jij Milo, ik bel koen wel even' zegt hij. 'Yo' zeg ik. 'Komt goed Rob, en Matt als die er ook is, uiteindelijk komt het goed'. Ik bedank Raoul en hang op.

Milo bellen. Van Milo ben ik iets minder zeker hoe hij er in staat. Het kan zijn dat hij er rustig over is, het kan ook zijn dat hij al het eerste vliegtuig naar Albufera aan het boeken is. 'Heel benieuwd hoe het met Milo is' zegt Matthy naast me. Ik knik. Matthyas heeft ondertussen zijn armen om me heen geslagen en me tussen zijn benen getrokken. Ik weet alleen niet of hij me wil kalmeren of dat hij gewoon zelf een grote teddybeer nodig heeft om tegen aan te leunen. 'Met Milo' hoor ik een paar seconden later de stem van de man in kwestie. 'Hey, hoe gaat ie?' Vraag ik zacht. 'Nou ja... de dagen zijn wel eens beter geweest' zegt hij sarcastisch. 'Bij jullie?' Vraagt hij. 'Tot nu toe trek ik het nog' zeg ik. 'En Matt? Erg overstuur of tegenovergestelde?' Vraagt hij. Het feit dat het bij Matthy inderdaad twee exact verschillende kanten op kan gaan is haast lachwekkend. 'Hij knuffelt op dit moment mijn middel' zeg ik. 'Dat tweede dus' zegt Milo. 'Rob ik ga denk ik gewoon' zegt hij dan. Hij is klaarwakker. Het zou me niets verbazen als hij ook nog niet was gaan slapen. 'Nee doe nou niet Milo' zeg ik. 'Rob m'n fucking minderjarige kind zit daar in een cel. Waarschijnlijk degene die alles heeft aangesticht. Wat moet ik dan, wachten?' Vraagt hij wanhopig. 'Ja, je moet wachten, morgen wil ik iedereen hier hebben, Raoul komt ook' zeg ik. Milo zucht zenuwachtig uit. 'Kom anders hier heen' zeg ik, hopend dat hij af zal zien van zijn plan om er heen te gaan. 'Nu?' Vraagt hij. 'Ja nu ja' zeg ik. Opnieuw zucht hij. 'Milo, met daar heen gaan los je niets op, ze moeten toch hierheen komen, en je mag waarschijnlijk niet eens naar ze toe' zeg ik, in de hoop hem te overtuigen. 'Oké oké, goed, ik kom naar jullie. Ik zal wel afwachten' zegt Milo dan, terwijl ik zijn sleutels al hoor. 'Heb je drank op?' Vraag ik. 'Niet veel, ik was eigenlijk van plan om... naja je kent het wel, maar toen belde Cas' zegt hij. Ik zucht. Is het verantwoord om een wanhopige vader met 'niet veel' drank op hierheen te laten rijden? 'Rob, ik red het echt wel, ik heb maar 2 biertjes op, rond 11 uur gehad, het komt goed oké? Ik sta over een kwartier bij jullie.' Zegt hij en hij hangt op.

Moedeloos laat ik de telefoon zakken en staar ik voor me uit. 'Is hij onderweg hierheen?' Hoor ik Matthyas zacht vragen. 'Hmh' zeg ik. 'Denk je dat hij dat kan?' Vraagt Matthy nog zachter. Ik blijf even stil. Natuurlijk kan Milo wel rijden, hij klonk nog scherp aan de telefoon. Maar paniek is een slechte raadgever. En aangezien Milo af en toe nogal wat agressief kan uitkomen, slaat zijn paniek daar vaak op. Het gaspedaal weet hij dan wel te vinden, en daar maak ik me het meeste zorgen over. Vooral het feit dat hij het woord 'kwartier' noemde, terwijl het toch zeker een half uur rijden is vanaf Milo naar hier als je je aan de aangegeven snelheidsregels houdt. Het andere waar ik me zorgen over maak is dat hij tegen me heeft gelogen. Dat hij nu wel onderweg naar Schiphol is. Langzaam draai ik me om naar Matthy. Hij legt zijn benen over mijn benen heen en kijkt me aan. 'Rob het komt goed' zegt Matthy die me een hoopvolle blik geeft. Hij trekt me in zijn armen. Een paar tranen kan ik niet voorkomen. Zacht huil ik in de armen van mijn man terwijl hij mijn rug streelt. 'Het komt allemaal goed Rob, we zien Thomas snel weer' sust hij me, maar ik weet dat Matthy er zelf misschien nog wel minder vertrouwen in heeft dan ik. Hij is altijd doodsbang geweest voor een moment als deze. En nu hij er is wil hij zich groot houden. Voor iedereen, en vooral voor mij.

Als dan een kwartier later toch de bel gaat zucht ik een klein beetje opgelucht uit. Matthy kijkt me met een kleine glimlach aan en samen lopen we naar beneden. Zachtjes wel, want Naomi slaapt ook op de boven verdieping. Ik hoop dat ze door de bel heen is geslapen en niets van dit alles merkt. Het scheelt dat het zo bloedheet is, we lopen beide in een kort voetbal broekje en zonder shirt rond, dus veel verschil zal de voordeur wel niet hebben met onze slaapkamer. Ik open de deur. Milo staat daar, polotje aan, korte broek, zijn tennissokken heeft hij nog aan, en beplakt met tape van de fysio om zijn armen. 'Hé' zegt hij terwijl hij binnenstapt. In zijn hand heeft hij een fles. Dissarono. 'Ik dacht ik neem deze gelijk maar mee, als we ons te ellendig voelen hebben we altijd nog een goed slaapmiddel' zegt hij. Matthy grinnikt zacht. 'Milo dat kan je echt niet maken' zegt hij. 'Hoezo niet? Ik zie niet in wat hier verkeerd aan is' zegt hij. Ik sluit de deur en loop achter Matthy en Milo aan naar de woonkamer. Milo ploft op de bank, zet de fles neer en leunt achterover. 'Je bent niet eens naar het vliegveld gegaan' zeg ik trots. 'Nee, ik zei toch dat ik het niet zou doen?' Zegt hij. 'Ja... maar jij zegt wel vaker wat' zeg ik dan. Milo sluit zijn ogen, grijnst zacht en schud zijn hoofd. 'Ik begrijp ook wel dat dat geen zin had... alleen het voelt heel nutteloos om maar gewoon te zitten en te doen alsof m'n kind niet ergens ver weg in zo'n schijt cel zit' zegt hij dan. Matthyas komt de kamer in gelopen met glazen en een fles cola. 'Cola amaretto?' Vraagt hij aan Milo. Milo glimlacht. 'Lijkt me prima' zegt hij. Vies kijk ik naar de twee jongens uit de streken rondom Gouda. Ik weet dat ze beide niet zo zijn opgevoed, maar wat een kakkers. 'Gatver, dan pak ik wel bier hoor' zeg ik. 'Is goed Rob, doe waar je je goed bij voelt jongen' hoor ik Milo nog zeggen. Ik trek een flesje Bavaria uit de koelkast en kom terug. Ik plof op de bank naast Matthyas die naast Milo is gaan zitten. De koelte van het flesje en de inhoud geeft me toch ergens een vorm van rust. Een tijdje is het stil. Alle drie staren we uit de grote ramen richting de achtertuin van ons huis, waar je perfect zicht op hebt vanaf de bank, terwijl we ons drankje drinken. De nacht is helder, het word haast niet donker, als de zon aan de ene kant onder is, komt hij aan de andere kant alweer bijna op. Vreemd vind ik het altijd. Ik zie wat vogels vliegen, en in de verte zie je lichtjes van de snelweg dansen.

'Gatver, wat ben ik zielig' zegt Milo na een tijdje. Matthyas en ik kijken hem beide aan. 'Wat?' Vraag ik. 'Gewoon... dat ik hier om 4 uur snachts met jullie zo'n beetje zit te janken...' zegt hij. Hij gaat weer tegen de rugleuning aan liggen. Matthy slaat een arm om hem heen. 'Dat is niet zielig Milo... je bent gewoon bezorgd' zegt hij. 'Hmm' zegt Milo. 'Ik mis Thomas heel erg op dit moment, gewoon het idee dat ik er nu niet kan zijn voor hem, dat doet mij ook pijn. Zo raar is het niet Milo' zeg ik. 'Ja maar jullie...' zegt Milo waarna hij stil valt. Hij hoeft zijn zin niet af te maken. Matthyas en ik weten beide precies wat hij wil zeggen. Matthy en ik zijn emotionele wrakken af en toe. Gevoelig, en dat laten we merken ook. Milo daarentegen heb ik nog nooit zien huilen. Zelfs niet op een begrafenis. Daarvoor voelt hij zich te mannelijk. Hij heeft een keer gehuild toen we vast zaten weet ik van Matthy, en dat was uit paniek. Paniek is het enige dat Milo kan laten huilen. En dat is precies wat we nu allemaal voelen. Paniek. We zitten hier stil. Starend naar buiten. Maar van binnen worden we allemaal gek.

Tot je vrij bent II: zo vader, zo zoon Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu