Hoofdstuk 8

344 30 3
                                    

Robbie Pov

Ik ben al sinds we thuis zijn rondjes aan het lopen door de woonkamer. Matthy zit op een stoel druk op zijn laptop te typen en Koen zit naast hem. Ze zijn druk aan het overleggen en dingen aan het zoeken die eventueel kunnen gebruiken als bezwaar of iets dergelijks. Raoul zit er iets relaxter bij op de bank, en scrolt een beetje door zijn telefoon. Waarom hij zo rustig is? Geen idee. En Milo? Milo is begonnen aan zijn 5e glas pure Dissarono. Ik pak de fles fel van tafel en breng hem naar de keuken. 'Hé, wat doe je?' roept Milo. 'Ik hoef je hier niet dronken te hebben Milo, daar heb ik geen zin in' zeg ik streng. Milo grijnst en begint te lachen. 'Dronken? Ik word nooit dronken' zegt hij. Oh, zeker dat hij wel dronken wordt. Er zijn minder erge situaties geweest waar om Milo zichzelf op een avond in zijn eentje klem had gezopen. Hij is niet eens de alcoholist, dat is Raoul, maar Milo is wel degene die het vaakste dronken is.

Ik ga weer verder met mijn rondjes. 'Rob, kom nou even zitten, je maakt me nog zenuwachtiger dan ik al ben' zegt Milo dan en hij komt omhoog van de bank en gaat zitten. Hij klopt op de plek naast hem en zuchtend ga ik naast hem zitten. 'Ik begrijp gewoon niet waarom ze daar moeten zijn. We weten dat ze in een vechtpartij zijn geraakt waar mogelijk gewonden zijn gevallen. Maar meer weten we niet. En ja, tuurlijk is dat erg. Maar 1..' ik steek 1 vinger de lucht in. '..wie zegt dat zij schuldig zijn aan die verwondingen? En 2..' nu steek ik een tweede vinger er bij op. '..een verwonding is erg, maar niet erg genoeg om een voorlopige hechtenis in de gevangenis uit te zitten. Er moet meer zijn, er moet iets zijn gebeurd waardoor ze daar al zitten voor dat er een uitspraak is gedaan' zeg ik. Ik zie Koen kijken en knikken.

Iedereen hier weet dat je niet zomaar in de gevangenis je berechting moet afwachten als ze niet zeker weten of je schuldig bent aan iets. Als je dat wel moet, dan weten ze al zeker dat je schuldig bent. Je moet alleen afwachten hoe schuldig je precies bent en hoe hoog de straf is.

Er moet dus meer gebeurd zijn dan alleen de verwonding van een paar jongens. Milo zucht. Ik kijk naar hem. Hij heeft een pijnlijke blik in zijn ogen. Een blik van angst. Een blik die ik exact zou kunnen kopiëren bij mijn gevoel. 'Ik ben gewoon bang dat... dat hij dezelfde fout heeft gemaakt als ik' brengt Milo dan toch uit, en beter had ik het niet kunnen verwoorden. Milo is bang dat ze iets te maken hebben gehad met drugs handel. Ik ben bang dat ze op een gewelddadige manier dingen hebben gestolen. Ik kijk op. Raoul knikt ook. Raoul is bang dat ze iets wisten wat andere mensen fataal is geworden, dat ze het hadden kunnen voorkomen maar niets hebben gedaan, en dus medeplichtig zijn. En Koen, Koen is bang dat ze daar de boel hebben lopen hacken, misschien te weinig geld, en dat ze dachten makkelijk er aan te komen.

Dan kijk ik naar de man naast Koen. Mijn man. Ik slik. Matthyas staart met grote ogen voor zich uit. Mijn hart begint sneller te kloppen. De vechtpartij, de verwondingen, de ambulances en politie. De jongens die direct werden opgesloten in een PI. Wat als... wat als er iemand is omgekomen tijdens dat gevecht? Wat als ze vast zitten om moord?

Thomas Pov

Ik slenter achter Casper aan naar de eetzaal. Eigenlijk heb ik ergens best zin om daar heen te gaan. Om eindelijk Jort en Lucas weer te zien. Om eindelijk even bij te praten. In de cel in Portugal, het vliegtuig, onderweg hierheen, en in de cel die vanaf nu van mij en Casper is heb ik nou nog niet echt kunnen praten. Over alles wat er is gebeurd. Het is nu zo'n 17 uur geleden dat we op straat klappen uit stonden te delen. In 17 uur zijn we van een heerlijke onbezorgde vakantie in Portugal, naar een gevangenis in Nederland gegaan, en nogsteeds weet ik niet precies wat er is gebeurd. Ik zie Jort en Lucas al aan een tafel zitten met een bordje. Je moet blijkbaar een bord pakken en dan krijg je wat eten opgeschept. Er staan ook een paar drink taps. Water, koffie en iets sap achtigs. Casper en ik lopen er heen en krijgen op ons bord iets wat op Macaroni moet lijken met saus en wat stukjes groenten er door heen geschept. Daarna pak ik een bekertje en doe er wat sap in. Eens zien of dat te drinken valt. Casper pakt water. Als ik naar zijn bord kijk zie ik dat hij aanzienlijk meer eten heeft gekregen, waarschijnlijk omdat hij groter is dan ik. Casper kijkt ook even naar mijn bord. 'Heb je nou minder dan ik?' Vraagt hij verontwaardigd. Ik knik. 'Belachelijk, ik ga terug' zegt hij. 'Nee Cas, doe nou niet. Ik heb genoeg hier aan' zeg ik tegen Casper die zich al wil omdraaien. Casper kijkt me aan en haalt zijn schouders op. 'Oké dan' zegt hij toonloos. Ik loop snel richting de tafel van Jort en Lucas, hopend dat hij me volgt. Ik ga zitten en groet de jongens, en naast me zie ik gelukkig Casper die gaat zitten. 'Het is niet eens heel vies' zegt Lucas. Jort kijkt even om. 'Gozer, wat zeg jij? Dit is echt het smerigste wat ik ooit in mijn mond heb gehad' zegt hij. Ik grinnik zacht. Je ziet wel weer het verschil tussen hem en Lucas. Jort is nooit tevreden, en Lucas neemt al met het miste genoegen. Casper neemt ook een hap en trekt een vies gezicht. 'Nou goed, het moet maar hè' zegt hij en hij neemt nog een hap. 'Jongens, ik ben er nogsteeds niet uit. Wat is er nou gebeurd dat we hier zitten?' Begin ik dan gelijk. Jort knikt. 'Ik weet het ook niet, ik bedoel, een vechtpartij... een beetje bloed... is dat echt een reden om ons hier op te sluiten?' Vraagt hij. Ik knik. 'Precies. Ik snap er echt niks van en het frustreert me dat niemand me iets wil vertellen' zeg ik. 'Misschien kunnen we na het eten naar Meneer Steeg? Misschien heeft hij meer informatie, dan weten we tenminste een beetje waar we aan toe zijn' zegt hij. Ik knik. 'Ja goed idee, hij zei ook tegen ons dat we ten alle tijden naar hem toe mochten met vragen' zeg ik. 'Ja tegen ons ook. En ik wil het nou toch wel eens weten. Ik weet alleen dat ik iemand van me af duwde en nu zitten we hier ineens' zegt Jort die opvallend rustig is voor het feit dat hij hier zit. Hij en Casper zijn toch wel de personen die er het meeste drama van zouden kunnen maken. Casper heeft het blijkbaar heel erg gemakkelijk geaccepteerd, en Jort is wel verontwaardigd, maar niet zo kwaad als ik zou denken. 'En Luc heeft niet eens iets gedaan volgens mij' vervolgt Jort zijn zin. 'Dus, doen?' Vraag ik. De andere twee jongens knikken. Ik zucht opgelucht, blij dat ik mijn maatjes met me heb. Dan kijk ik naast me. Casper zit stil te eten. 'Cas?' Vraag ik. Hij kijkt op en haalt zijn schouders op. 'Wat is er nou? Je doet al de hele tijd zo raar.' Zeg ik. 'Gewoon, ik denk dat we beter kunnen afwachten zonder het te weten' zegt hij. 'Hoezo dat?' Vraag ik. Casper blijft stil. Nu begint het me echt te irriteren. Hoe makkelijk hij doet, hoe ongeïnteresseerd hij lijkt in het feit dat we zomaar in de fucking gevangenis zitten. Ik begin het gevoel te krijgen dat Casper ons helemaal niet alles heeft verteld wat hij weet.

Tot je vrij bent II: zo vader, zo zoon Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu