Hoofdstuk 12

357 24 2
                                    

Robbie Pov

Ik nestel me in het matras nadat we hebben tanden gepoetst. Ik hoor de deur open gaan en weer sluiten, waarna het grote licht uit word gedrukt, en het matras een beetje beweegt. De dekens worden over gedaan, en ik voel een warmte bron naast me komen liggen. Hij legt zijn arm om mijn middel en trekt mijn lichaam tegen zich aan. Een zacht kusje word in mijn nek gedrukt. 'Hey schatje' fluistert Matthyas zacht. Ik grinnik zacht. Typisch Matthy. We hebben 3 minuten geleden nog naast elkaar gestaan en gepraat, maar hij groet me in bed altijd alsof we elkaar uren niet hebben gezien. 'Gaat het nog een beetje?' Vraagt hij dan. Ik schud mijn hoofd zacht. Vannacht is de nacht. De eerste nacht voor Thomas in de PI. De zwaarste nacht die je er zal krijgen meestal. Ik hoop gewoon dat het een beetje goed gaat. 'Het is om de eerste nacht hè?' Vraagt Matthy zacht. Ik knik. 'De eerste nacht had ik jou gelukkig. Maar ik weet niet of Casper er net zo zal zijn voor hem als jij er voor mij was. Zelfs de tweede keer dat ik daar kwam was de eerste nacht zwaar. Dan ben je pas echt alleen met jezelf en er is niets dat je kan afleiden' zeg ik. 'Maar gelukkig is Casper er wel. Casper is misschien net als Milo niet de meest open persoon, maar je weet dat hij net als Milo voor zijn vrienden alles zou doen als het echt nodig is. Als Thomas hem nodig heeft dan is hij er. En gelukkig slaapt hij bij Casper en niet bij een random gozer die hij niet kent. Of alleen, nog erger' zegt Matthyas geruststellend. Ik knik. 'Dat is waar. Ik heb het er gewoon moeilijk mee. Ik kan niet stoppen met er aan denken' zeg ik moeilijk. 'Ik ook niet baby... ' zucht Matthyas. Ik draai me om en kijk hem aan. Zijn ogen staan vermoeid, maar ik weet dat hij nog niet zal kunnen slapen de komende tijd. Mij zal het nog wel lukken, ik kan in slaap vallen met zorgen, Matthyas niet. Ik til zijn kin op. 'Maar het komt goed, toch?' Vraag ik. Matthyas kijkt me aan. Langzaam knikt hij. 'Robbie ik zal geen rust hebben voor het goed is'. Het erge is dat ik weet dat dit de waarheid is. Ik sla mijn armen om hem heen. 'Ik hou van je' fluister ik. 'En we gaan proberen te slapen en morgen gaan we verder met kijken wat we kunnen doen'. Matthyas knikt in mijn armen. Zacht kus ik zijn hoofd en sluit ik mijn ogen. Ik zou nu alles willen vergeten. Maar er gaat maar een vraag door mijn hoofd. Hoe zou het nu met Thomas gaan?

Thomas Pov

Ik lig in het harde ongemakkelijke bed. Het is donker. Alle lichten zijn uit gedaan en de celdeur is op slot. Vanavond na voetbal hebben we beide achter elkaar even gedouched en daarna de enige andere set kleding die we hadden aangetrokken, aangezien de ene vies is. Volgens Meneer Steeg mogen we morgen naar huis om wat spullen te pakken van thuis. Ik heb er eigenlijk geen zin in. Tuurlijk heb ik wel zin om even eigen spullen en kleding te hebben. Maar thuis komen, wetend dat ik er weer weg zal moeten, dat ik niet heerlijk thuis kan blijven. Dat ik mijn vaders en misschien wel Naomi moet zien, met het idee dat ik ze weer moet verlaten. Dat ze moeten zien wat voor een teleurstelling ik ben dat ik hier zit. Ik
vind het gewoon verschrikkelijk. Vooral Naomi. Mijn vaders hebben dit ooit zelf ook mee gemaakt en ik weet dat ze er voor me zijn en me alleen maar willen helpen. Maar Naomi. Het onschuldige vrolijke meisje dat ik graag als grote broer een onbezorgde jeugd wilde geven, die nu zal moeten zien wat voor een sukkel ik ben. Dat ze weet dat haar broer een gevangene is. Het breekt mijn hart. Ik draai een beetje heen en weer. Maar hoe ik ook lig, ik kan gewoon niet in slaap komen. Alle nare gedachten blijven maar door mijn hoofd gaan. Hoe teleurgesteld iedereen zal zijn in mij. Al kom ik vrij, iedereen zal toch weten wat ik heb gedaan in Albufera. Dat mijn vaders zich nu enorme zorgen om mij zullen maken. Dat ik ze deze nachtmerrie heb bezorgd dat ze hier weer moeten komen, deze plek waarvan ze hadden gezworen er nooit meer te komen. En dat ze nu hier moeten zijn voor hun eigen zoon die het heeft verneukt. Ik draai weer en slik een aantal keer om mijn tranen weg te krijgen. 'Tom, stop' hoor ik in eens. Casper fluistert vanaf het andere bed. 'S-sorry' fluister ik. De brok in mijn keel word hierdoor alleen maar meer. Voor ik het weet ontglipt me een snik. Ik hoor een zucht aan de andere kant. 'Wat is er nou?' fluistert hij geïrriteerd. 'Het lukt gewoon niet' fluister ik. 'Wat?'. 'Stoppen met denken' fluister ik snikkend. Ik hoor weer een zucht en dan voetstappen richting mij. 'Wat moet ik voor je doen?' Hoor ik vlak bij me en ik zie de schim van zijn lichaam naast mijn bed staan. 'Weet ik niet' fluister ik. 'Moet ik er naast komen liggen? Dat je je niet alleen voelt?' Vraagt hij. 'Euh, oke, maar misschien slaap jij dan ook niet' fluister ik. 'Deed ik toch al niet, kom opschuiven' fluistert hij, ik schuif naar de koude muur, wat toch wel lekker is eigenlijk, sinds ik wel gewoon onder de warme dekens ben gaan liggen. Ik heb alleen nog een shirt aan en Casper heeft volgensmij alleen zijn boxer aan maar toch blijft het enorm warm onder de deken. Ik voel hem de deken optillen en het bed iets meer naar beneden zakken. Dan voel ik Caspers lichaam tegen de mijne aan. Ik begin steeds meer in het donker te zien en zie dat hij met zijn gezicht naar mij toe is gedraaid op zijn zij. Ik lig met mijn gezicht naar hem toe, maar ga op mijn rug liggen. 'Ey aso, zoveel ruimte is er ook weer niet' fluistert Casper lachend. Ik grinnik zacht. 'Boeit niet, dan kom je maar tegen me aan gekropen' zeg ik. 'Ik kan ook weer weg gaan hè' Casper tilt de deken op. 'Nee nee, blijf maar' zeg ik snel. Ik hoor hem zacht lachen. 'Oké dan, omdat jij het bent' fluistert Casper. Ik draai op mijn andere zij en trek de dekens meer over me heen. Zacht voel ik Caspers adem tegen mijn nek aan. Ik zucht zachtjes uit. 'Trusten Tommy' fluistert Casper. 'Trusten Cas' fluister ik terug en ik sluit mijn ogen. Ik voel hem zijn hand naast hem leggen, waardoor hij ook tegen mijn rug aan komt. Het stelt me gerust. Ik ben hier in ieder geval niet alleen. Hoe alles ook zal gaan, ik heb in ieder geval mijn beste vrienden altijd nog bij me.

Tot je vrij bent II: zo vader, zo zoon Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu