Hoofdstuk 21

279 18 0
                                    

Thomas Pov

Ik laat mezelf op bed vallen. Ik ben uitgeput, en ondanks al mijn spanning, ondanks dat ik nogsteeds niks weet van wat er met Casper is gebeurd, en ondanks dat ik nu veel liever thuis in mijn eigen bed had willen liggen, ben ik blij dat ik tenminste vanaf vanavond weer mijn eigen spullen bij me heb. Ik sluit mijn ogen en blijf even zo in stilte liggen terwijl ik mijn hoofd leeg probeer te maken. 'Wat was er nou?'. Ik schrik op van de woorden die uit de richting van Casper komen. De eerste woorden die hij tegen me heeft gesproken sinds vanochtend. Ik ga zitten op de bedrand en zet mijn voeten op de grond. 'Euh... je bedoelt... toen ik weg liep?' Ik kijk hem vragend aan. 'Nee toen je op mars landde en daar een dwergkonijn neukte... tuurlijk bedoel ik toen je weg liep mongool, wat anders?'. Ik zucht uit en sluit even mijn ogen terwijl ik de overweging maak of ik nu moet huilen omdat Casper weer zo doet, of moet lachen omdat hij tenminste weer praat en ook nog eens een grap maakt.

Als ik mijn ogen open kijkt Casper me nogsteeds aan. 'Ik-'. Ga ik hem nu vertellen dat ik moest kotsen en ziek ben van de spanning? Dat kan zoveel kanten op gaan en ik ben niet met alle kanten even blij. 'Ik moest kotsen...' zeg ik. Casper fronst zijn wenkbrauwen. 'Ben je ziek?' Vraagt hij verontwaardigd. Ik knik langzaam terwijl ik omlaag kijk. 'Oh'. Er volgt een kleine stilte. 'Nou beterschap dan Tom' zegt hij terwijl hij zijn koffer oppakt van de grond en op zijn bed gooit. Hij ritst hem open en begint zijn spullen er uit te halen. 'Thanks' zeg ik zacht. Ik blijf even naar hem kijken. Hij staat met zijn rug naar mij toe en stapelt zijn kleding op zijn bed. Het is weer stil. De stilte die er heerst in de kamer is alles behalve een weerspiegeling van wat er in mijn hoofd gebeurd.

In mijn hoofd is er een derde wereld oorlog gaande over of ik hem nu wel of niet zou moeten vragen over hoe zijn middag ging. Want ik wil het weten, ik wil zo graag weten wat er is gebeurd, want het heeft zeker weten iets te maken met de nieuwsberichten, en de stilte aan tafel plus de 4 politiewagens vertellen niet veel goeds. Maar moet in het hem wel nu vragen? Hij heeft pas toen we hier in de cel waren iets tegen me gezegd, dus het lijkt hem dieper te zitten dan andere dingen. Wat als hij boos wordt? Wat als hij weer zo wordt zoals aan tafel? Wat als hij het er helemaal niet over wil hebben en ik het toch ineens weer omhoog haal? Hoe moet ik het überhaupt vragen?

'Tom?' Mijn focus op de realiteit komt ineens terug en ik kijk recht in de ogen van Casper. Vragend kijk ik hem aan. Wat gaat hij zeggen? Gaat hij er zelf over beginnen? Wil hij toch iets delen? 'Hm?'. 'Je staart'. Na die woorden draait Casper zich weer om, om de stapel kleding die hij heeft gemaakt in een kast te leggen. Ik zucht uit. Wat dacht ik ook? Het is Casper, die deelt nooit iets persoonlijks uit zichzelf. Sterker nog, hij deelt zelfs niets als je er om vraagt. Ik schuif mezelf naar achter en leun met mijn rug tegen de muur. Casper heeft intussen al zijn spullen opgeruimd en zijn koffer weer dicht geritst. Hij zet het ding op de grond naast de kast en draait zich dan naar mij om. Voorzichtig laat hij zich op mijn bed zakken en schuift hij naast mij tegen de muur aan. 'Hoe ging het vanmiddag?' Vraagt hij. Ik verslik me van verbazing haast in mijn eigen speeksel. 'J-ja euh... matig' zeg ik. 'Hm, zoals je had verwacht? Erger? Minder erg?' Vraagt Casper door. Ik moet nog een beetje bekomen van het feit dat Casper uit zichzelf iets persoonlijks aan mij vraagt. Vanochtend deed hij het ook al, maar na het hele avond eten had ik niet verwacht dat hij nog zo'n gespreksonderwerp zou aansnijden.

'Ik vond het moeilijk, Papa Robbie was er zoals verwacht voor me en met hem heb ik even kunnen praten, Papa Matthy was er slechter aan toe dan ik hoopte, hij probeerde het te verbergen maar het was aan alles te zien, en het ergste was nog Naomi. Dat kind is veel te slim om voor de gek te houden, en het lijkt alsof zij er meer vrede mee heeft dan ik. Dat klopt niet in mijn hoofd. Ik zou liever willen dat ze geen idee had van wat er aan de hand was, zoals toen mijn vaders hier zaten. Toen begreep ik er niks van en ik kan me er ook amper iets van herinneren.' Vertel ik. Casper knikt begrijpelijk.

'Maar jij was 2, Naomi is veel ouder, ergens zou het ook niet eerlijk zijn als ze je ineens niet meer zou zien voor ik weet niet hoe lang, maar wel genoeg denkvermogen heeft om na te denken over waar je bent, alsof je haar ineens in de steek hebt gelaten. Ze weet nu waar je bent, en dat je er bent. Ergens is dat fijn toch?' Even denk ik na. Eigenlijk heeft Casper wel gelijk. Naomi is te oud om niets te vertellen. En ik zou het nog erger vinden als ze zich elke dag zou afvragen waar haar broer ineens was. Nu weet Naomi tenminste dat ik haar niet vrijwillig heb achter gelaten, en dat ik hopelijk snel terug kom.

Ik kijk Casper aan, die vriendelijk glimlacht. 'Ja, je hebt eigenlijk wel gelijk' zeg ik. Casper grinnikt zacht. 'Tuurlijk, ik heb altijd gelijk' zegt hij triomfantelijk. Nu moet ik ook lachen. 'Ja? Moet je even weer je ego omhoog hebben?' Zeg ik. 'Nou dat is niet zo moeilijk met jou er bij hoor' zegt hij. Ik schiet in de lach en geef hem een zachte klap op zijn arm. 'Oh wat heb ik een pijn nu' zegt hij sarcastisch. Ik giechel zachtjes. We lachen beide even uit waarna ik zucht. Er is eigenlijk nog 1 ding wat er vanmiddag is gebeurd, wat ik niet heb benoemd. 'Oh en... Papa Robbie liet me vanmiddag een nieuwsbericht zien... en dat ging over jou'.

Tot je vrij bent II: zo vader, zo zoon Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu