H21. Gouda

795 42 35
                                    

Milo Pov

De avonden bij TIOD eindigen wel vaker met een hoop drank op, maar Biefstuk avond is dan toch wel de beste avond. Ondanks dat we morgen gewoon naar kantoor moeten en ondanks dat het nog maar 9 uur savonds is, en er zelfs nog gewoon getennist word, hebben Matthy, Joeska, Harm en ik al een heel krat bier leeg. Harm was zat van het lopen, dus had gewoon een krat betaald en meegenomen. Hij is zeker niet hebberig en deelt graag uit, dus elke keer als je een biertje op had, werd er gewoon weer een nieuwe in je handen gedrukt door de 25 jarige automonteur.

Ik drink de laatste slok van het biertje dat ik nu in mijn hand heb op, en besluit dat ik zo maar eens nieuwe moet gaan halen. Misschien heb ik na die eindelijk genoeg zelfvertrouwen om Matthy te vragen of hij morgen weer komt. Niet dat ik onzeker ben, maar ik wil gewoon niet dat hij zich misschien verplicht voelt, terwijl hij misschien hier wel niet meer wil zijn. Het blijft toch mensenschuwe Matthy.
Het Bier zorgt trouwens niet alleen voor gezelligheid, maar ook voor meer handtastelijkheid tussen Matthy en mij. Ik ben het wel gewend van hem, hij begint na 1 biertje al aan je vinger te likken soms. Maar ik vind het eerder moeilijk om van hem af te blijven. Ik kijk even naar de blonde jongen, die aan het praten is met mijn beste vriendin. Onze pinken zijn om elkaar heen geslagen, en hij zwiept een beetje heen en weer met mijn hand. Zijn wangen zijn rozig door de warmte en door de alcohol, en af en toe laat hij een schattige giechel los. Ik zou als ik niet nog een beetje kon nadenken hem echt zo op zijn bek pakken. Hier en nu. Het zou me niet eens meer uit maken.

Langzaam laat ik zijn hand los en ga ik staan. Verbaasd kijkt hij me aan, en ook Joeska's blik is op mij gericht. 'Ik ga even bier halen, wie wilt nog?' Vraag ik. Iedereen aan tafel steekt zijn hand op. Oké, 5 biertjes dus. Ik loop richting de bar terwijl ik even kijk naar hoe er gespeeld word. Wanneer ik weer voor me kijk, loop ik Martin tegemoet, die samen met Annemarie ook onderweg is naar de bar, aan zijn lege wijnglas te zien. 'Hey Miel' zegt hij lachend zodra we oogcontact krijgen. 'Hey Martin' zeg ik en ik kom naast hem lopen. Martin slaat zijn arm om me heen. Martin, onze eigen Fred van Leer van TIOD, met hem kan ik het altijd goed vinden. Hij is uitbundig, en kan overdreven doen, maar altijd op een leuke manier. Een dikke kakker, altijd die merkjes aan, hartstikke Gay, en als ik er over na denk zouden hij en Koen best vrienden kunnen zijn. Bij Martin is er in ieder geval altijd entertainment te halen, en dat maakt hem wel een van mijn favoriete mensen op de club.

'Hoe is het lieverd?' Vraagt hij terwijl we door lopen naar de bar. 'Ja, gaat lekker' zeg ik. 'Ja, al een beetje succes bij die blonde?' Vraagt hij. Verward kijk ik hem aan. 'Ja, die blonde jongen, lukt het een beetje met versieren?' Vraagt hij. Ik frons mijn wenkbrauwen en blijf stilstaan. 'Is het zo duidelijk dan?' Vraag ik zachter aan hem. Niet dat iemand ons kan horen, de muziek staat redelijk hard, maar ik wil zelfs niet dat iemand het perongeluk hoort. Martin schiet in de lach. 'Milo, ik kan het nog net niet van je voorhoofd aflezen. Als je naar hem kijk, ja ik zie het wel hoor. Die glanzende oogjes' zegt hij en hij zet zijn wijnglas op de bar. 'Lieverd mag ik nog een wit wijntje van je?' Vraagt hij aan Dirk die deze hele week de leiding over de bar heeft. Hij knikt lachend en pakt het glas.

Martin kijkt mij weer aan. 'Anderen hebben het misschien niet door, die snappen dat niet, maar mij hou je niet voor de gek hoor' zegt hij en hij knipoogt even naar me. 'Maar wat moet ik dan...' vraag ik besluiteloos. Dirk zet het gevulde wijnglas weer op de bar. 'Gewoon, je best doen, komt het vanzelf goed. Succes lekkerding' zegt hij en dan draait hij zich om, om samen met Annemarie, die nog stond te wachten, weer weg te lopen. Verward en vooral hopeloos blijf ik staan. 'Ter Reegen zeg het eens' hoor ik Dirk zijn stem in mijn rechter oor. Ik draai me naar hem om. 'Euh ja... 5 bier graag'.

Wanneer ik terug kom, zie ik Matthy nogsteeds gezellig lachen en praten met Joeska, Harm en Thijs. Wanneer hij drank opheeft is zijn mensenschuwheid toch sneller weg dan je denkt. Ik glimlach even om het feit dat hij en mijn vrienden hier het zo goed met elkaar kunnen vinden. 'Ja, ik heb bier' kondig ik mezelf aan. 'Ah, bier. Daar was ik net aan toe. Hele dag nog niet gehad' zegt Harm sarcastisch. 'En daarom krijg jij van mij de eerste' zeg ik terwijl ik hem een glas geef. 'Milo wat ben je toch ook weer een droom jongen' zegt Harm. 'Daar heb je zeker gelijk in' hoor ik Matthy zeggen. Mijn hart slaat een sprong over. Ik deel alles uit en ga zitten met mijn eigen glas. Matthy tikt mij aan. 'Proost droom jongens' zegt hij en hij houdt zijn glas op. Ik glimlach breed en proost mijn glas tegen hem aan. Ik kan het niet helpen, maar de opmerking van Martin laten me nadenken over alles wat ik doe. Ik wil het niet laten opvallen, ik wil- ik wil gewoon Matthy. Je best doen. Werkt het echt zo? Is het echt zo simpel?

De avond gaat een stuk sneller om dan je zou denken, wanneer je dronken bent. Matthy pakt mijn hand vast wanneer we om half 3 wankelend richting mijn huis lopen. 'Ik heb echt dan kriebel in mijn hoofd als ik dat hoor' lacht Matthy, die vertelt over een bepaald geluid dat hij hoorde. 'In je hoofd?' Vraag ik. 'J-ja' zegt hij, en hij valt bijna het gras in, maar ik trek hem aan zijn arm terug. Ik loop nog half recht, of tenminste dat probeer ik, en probeer daarmee Matthy ook recht te houden. Matthy is zo ver dat hij geen idee meer heeft van waar hij loopt. Ik ook niet, maar ik doe alsof ik dat wel weet. We zouden nu ook ergens aan de andere kant van Gouda kunnen zijn. Ik hoop gewoon dat dit de goede weg is. 'M-Milo wacht hoor, wacht' zegt Matthy en hij pakt met 1 hand een van de hoge hekken vast waar we langlopen. Hij leunt tegen het hek. 'Waar zijn we?' Vraagt hij. 'We zijn in Gouda Mat' zeg ik en ik ga tegenover hem staan. 'Gouda? Daar woonde jij vroeger toch?' Vraagt hij. Ik grinnik. 'Ja, klopt' zeg ik. 'Knappe mensen komen uit Gouda' zegt Matthy lachend. 'Ja? Wie vind je knap dan?' Vraag ik. 'Wie denk je'. Matthy schiet in de lach en giechelt. 'Weet ik niet' zeg ik terwijl ik mijn handen tegen het hek laat steunen, omdat ik mezelf bijna om voel vallen. 'Jij, jij bent knap' zegt Matthy. 'Vind je?' Vraag ik. 'J-ja' Matthy kijkt me met grote ogen aan. Ik voel een spanning die ik niet kan plaatsen, maar de spanning voelt veel te goed. Ik leun steeds meer naar hem toe. 'Milo' zegt Matthy zacht. 'Hm' mompel ik zacht. 'I-ik wil jou...'.
Heel even is de stilte om ons heen. De stilte die vertelt dat dit het moment is waar ik al zo lang op wacht. Ik plaats mijn lippen op die van hem. En het voelt goed. Het voelt geweldig. Zijn handen glijden om mijn nek, terwijl ik hem iets meer tegen het hek aan duw. Zijn zachte lippen proeven geweldig. Dit is het. Dit is wat ik zocht. Wat ik wil. Waar ik al die tijd naar heb verlangt. Hij is het en niemand anders.

Nog even een hoofdstukje voor het slapen gaan. Gewoon zomaar een random hoofdstuk, niets bijzonders.

Anyway morgen meer.

Hoop ik.

Stay Juned, slaap lekker

De ballen, de groeten, de tyfus

Love jullieeeee xxxxxx

TEN ISWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu