H41. Bonnie & Clyde

547 27 10
                                    

Milo Pov

De zon staat laag. Een warm oranje gloed gaat over de weg voor ons. Over de voorkant van de auto. Over mijn vingers, handen, armen. Over het stuur, de stoelen. Langs mijn wangen gaat een warme bries door het openstaande raam. En in mijn voel ik de zijne. Zijn hand die in de mijne ligt, op zijn schoot. Waar we naar op weg zijn? Gouda. Het is nog geen week geleden dat we daar weg zijn gegaan, maar nu het weekend vroeg is begonnen, het weer nogsteeds beter dan ooit is, en we zijn uitgenodigd voor de start van het nieuwe seizoen met een Club BBQ, vonden we het alles behalve erg om terug te komen. Nog een laatste keer proeven van waar ons avontuur begon. Nog een laatste warme avond vertoeven op de rode grind velden, met groene sponsor netten aan de hekken. Gele parasols, blauwe vrieskisten, bruine rieten stoeltjes, gouden biertjes in mijn hand en witblonde lokken naast me. Ik kijk hem even aan. Hij kijkt op zijn telefoon terwijl zijn duim heen en weer blijft gaan over mijn knokkels.

Met hem zou ik op deze manier nog wel naar Lissabon kunnen rijden. Makkelijk. Ik voel me beter en vrijer dan ooit. Een soort Bonnie en Clyde. Waar we ook maar heen zouden gaan, als het samen is, is het altijd goed. Ik zet mijn zonnebril beter op mijn neus en zucht even uit. Ik zie in mijn ooghoek Matthy opkijken. 'Hm?' Vraagt hij. Ik kijk hem even aan. Met een schuin glimlachje kijkt hij me aan. 'Niets' zeg ik met een grote grijns op mijn gezicht en ik draai mijn hoofd weer naar de weg. 'Nee, vertel' dringt Matthy aan. Ik haal wederom even diep adem en laat mezelf verder achter in de stoel zakken. 'Dat ik zou willen dat dit nooit op hield'. 'Wat niet?' Vraagt Matthy. 'Gewoon, deze zomer avond, met de warme wind, het vooruitzicht naar het weekend. Met jou hier naast me. Ik zou hier voor altijd kunnen blijven' zucht ik tevreden uit. 'Ahw'. 'Zullen we anders een keer met de auto naar Portugal rijden in de zomer?' Vraag ik alsof ik een ingeving heb. 'Of naar Frankrijk' zegt Matthy. 'Ik weet daar een hele leuke plek hoor'. Ik schiet in de lach en rol met mijn ogen. 'Jij altijd met je Frankrijk, we zien wel waar we heen gaan, maar wil je?' Vraag ik en ik kijk hem aan. 'Met jou?' Matthy laat een stilte vallen. Ik blijf hem half aankijken. 'Met jou altijd' zegt hij dan lachend en hij legt zijn hoofd tegen mij arm aan. Ik grijns breed en ik kan de heerlijke maaltijden, warme stranden en koude cocktails al ruiken. Ik zie al voor me hoe we over de weg rijden, de zon tegemoet. Hoe we over het strand wandelen, Matthy misschien wel zonder shirt. Verblijven in mooie hotels. Dagen lang de omgeving verkennen en nachten lang elkaars lichaam verkennen. Het liefst was ik nu gelijk vertrokken.

Helaas, maar toch ook gelukkig, zijn we niet snel daarna in Gouda, en parkeer ik de auto voor het huis van mijn ouders. Dat is makkelijker dan daar een parkeerplek vinden. We stappen uit en ik loop naar de stoep. 'Ik denk dat de rest er al heen is, dus laten wij ook maar gaan' zeg ik. Matthy knikt. Ik pak zijn hand vast. Ik weet niet waarom, maar ik heb het gestoorde idee in mijn hoofd dat Gouda is dan de rest van Nederland. Dat we hier niet Matthy en Milo van de Bankzitters zijn, maar gewoon Matthyas het Lam en Milo ter Reegen. Twee doodnormale jongens met wie niemand iets te maken heeft. Dat niemand ons kent, en dat we gewoon hand in hand kunnen lopen. 'Miel, weet je het zeker?' Vraagt Matthy die naar onze handen kijkt. Ik kijk er ook even naar, en dan naar hem. Naar zijn ietwat verlegen gezicht, dat een rode blos heeft van de warmte, de blonde warrige haren, zijn prachtige ogen en zijn onweerstaanbare lichaam. Ja, ik weet het zeker Matthyas.

'Heel zeker Matt' zeg ik en ik trek hem mee. Matthy loopt glimlachend achter me aan. De hele reis van 5 minuten laat ik zijn hand niet los. En ook wanneer we er zijn blijf ik zijn hand vasthouden. 'Kijk eens wie we daar hebben' we worden verwelkomd door Jannes met een biertje voor ons beide. 'Welkom jongens, neem lekker wat eten, Tea heeft de burgers er al op liggen hoor.' Zegt hij waarna hij weer verder loopt. Er zijn een aantal mensen aan het tennissen, maar dit keer is het gewoon recreatief. Voor het plezier. En iedereen mag tennissen, zelfs als je het niet kan of hier niet op de club zit. 'Zometeen potje?' Vraag ik. Matthy kijkt even naar de velden en dan naar mij. 'Is goed, ik maak je in he' zegt hij grijnzend. 'Dat zullen we nog wel eens zien het Lam' zeg ik lachend.

Een aantal hamburgers, en een paar potjes, die ik heb gewonnen natuurlijk, later zitten we met een biertje aan de gezelligste tafel van de club. De zon laat haar laatste warme gloed zien in de vorm van roze en oranje wolken. Matthy zit op mijn schoot en ik heb mijn arm om zijn middel geslagen terwijl hij zijn arm om mijn nek heeft. Hij neemt nog een slok van zijn biertje terwijl hij luistert naar het gesprek dat gaande is. Thijs, Harm, Joeska, Jannes en mijn vader zitten ook aan de tafel en zijn hard aan het lachen om een aantal verhalen die Jannes aan het vertellen was over de toernooi week. Ik luister ook mee, maar mijn aandacht is bij heel iemand anders. De jongen op mijn schoot. Ik schraap mijn keel om zijn aandacht te wekken. Hij kijkt me aan. 'Stukje lopen?' Vraag ik. Hij glimlacht en knikt.

Ik pak opnieuw zijn hand vast en we lopen weer naar de plek waar we stonden toen we aan elkaar vertelden dat we elkaar leuk vonden. Toen stond ik strak van de zenuwen en met een hoop alcohol in mijn lichaam. Nu is dat heel anders. Ik ben ontspannen, gelukkig. Gelukkiger dan ik ooit ben geweest. Matthy loopt naast me terwijl hij een beetje in de verte kijkt. 'Matt?' vraag ik. Hij kijkt me aan. 'Ben je moe?' Vraag ik glimlachend. Aan alles zie ik dat het antwoord 'ja' is. Matthy haalt zijn schouders op. 'Beetje misschien'. Ik grinnik. 'Dan is het goed dat we daar even weg zijn gegaan' zeg ik. Matthy knikt tevreden. Ik ga op een bankje zitten dat tussen de bomen door uitzicht geeft over een open stuk, waar de horizon te zien is. Matthy komt naast me zitten en legt zijn hoofd op mijn schouder. 'Ik ben echt gelukkig Miel' zegt hij zacht. Het lijkt of er een bom ontploft in mijn buik op het moment dat hij dat zegt. Ik laat het niet merken, maar die woorden maken me de gelukkigste man op aarde. Ik aai door zijn haar heen en pak dan zijn hand vast. 'Hmja?' Zeg ik zacht. 'Ja' zucht Matthy. 'Ik zou ook willen dat dit nooit stopt. Ik wil voor altijd hier zijn met jou. Ik heb me in lange tijd niet meer zo gelukkig gevoeld als de afgelopen twee weken.' Zegt hij zacht. Hij speelt een beetje met mijn vingers. 'Dat is echt het klefste en liefste wat ik ooit heb gehoord Matt' zeg ik grinnikend. Hij tilt zijn hoofd op. 'Klef? Moet jij zeggen met je-'. Voor hij zijn zin kan af maken druk ik mijn lippen op die van hem. 'Het is enorm klef, en ik zou nooit meer anders willen' fluister ik. 'Ik wil nooit meer anders dan dit, dan jou Matthyas'. Opnieuw kus ik hem. Hij slaat zijn armen om mijn nek en ik trek hem op schoot waarna ik hem nog steviger tegen me aan trek.

Wat er na deze dag ook zou gebeuren. Goed of slecht. Het zou me nooit meer echt ongelukkig maken. Want zelfs als ik dan verlies met tennis, maar het niet uit omdat mijn boy een ten is.

TEN ISWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu