|28| Ik ben trots op je...

175 14 3
                                    

P.O.V. Nico

Ik zie Hazel en Leo heel stilletjes weg gaan. "JE WEET WAT JE MOET DOEN"

Ik pak mijn zwaard en stap dichter naar Hanna toe die nog altijd bewusteloos op de grond ligt. Ik hef mijn zwaard boven haar borstkas. "KOMAAN!"

Ik wil mijn zwaard in haar borstkas steken, maar ik kon het niet. Ik ga de persoon die mijn zusje gered heeft niet doden...
"Ik ben trots op je, Nico"

Ik steek mijn zwaard terug weg en haal even diep adem.

Ik schuif mijn armen onder de rug van Hanna en hef haar zo op.

Terug naar Hazel, Leo en Frank dan maar.

Ik stap voorzichtig door het bos als ik de weg in de verte al zie. De ogen van Hanna zijn nog altijd gesloten. Ik voel met mijn hand aan haar hals waar haar slagader zit en ik voel zwakke kloppen. Oeff...ze is niet dood.

Ik ben aangekomen bij Hanna, Leo en Frank en zeg tegen hun dat Hanna een zwakke hartslag heeft. "We zullen wel zien wat we kunnen doen als we in de stad zijn" zei Hazel. Ik knikte en we keken naar de auto's die voorbij reden en niet stopte voor ons.

We staan al een tijdje te wachten als eindelijk een pick-up truck stopt voor ons.

"Amai jullie zien er belammerd uit, naar waar moeten jullie?" vroeg een man met een sigaret in zijn mond en een geruite-houthakkershemd. "De stad" zei Hazel. "Is het niet beter voor u vriendin en u vriend om naar een ziekenhuis te gaan?" vroeg de man. "We willen gewoon naar de stad" zei Hazel. "Oké dan, stap maar in de achterbak" zei de man.

We stapten allemaal voorzichtig in en voelde de truck vertrekken.

"Leg Hanna is neer" zei Hazel die met uitgestrekte benen tegen de wand aanzit van de achterbak waar we in zitten. Ik legde Hanna neer zoals Hazel zei. Ik zag Hazel Hanna naar haar toe trekken en ze legde Hanna's hoofd rustend op haar been.

Hazel gaf me een glimlach en zei "Dankje broer". Ik knikte lichtjes. Leo keek een beetje boos naar ons tot dat Hazel zei "Jij ook bedankt hoor, je hebt Hanna gered net zoals ze mij gered heeft." Leo keek terug blij naar ons.

Ik keek naar de hemel die al een beetje donkerder werd.

"We kunnen beter slapen, we gaan nog niet direct aankomen" zei Hazel. Iedereen knikte en ging liggen, ik niet. Ik blijf wakker.

Hazel legt Hanna naast haar en gaf de bewusteloze Hanna nog een glimlach "Slaapwel Hanna" zei Hazel toen ze zelf haar ogen toe deed.

Ik was al een lange tijd wakker als ik mijn ogen wil toe doen, maar wakker word gehouden door mijn gedachte...

"IK VRAAG JE OM ÉÉN DING TE DOEN EN DAN DOE JE HET NOG NIET!". "Ik ga geen onschuldig iemand doden". "IK DACHT DAT JE MIJN ZOON WAS, NICO" zei mijn vader die in mijn gedachte zat. Vanaf dat Hanna in het Kamp verscheen houd hij me wakker en zegt hij dat ik Hanna moet doden.

"Ik ben uw zoon, vader. Ik dood geen mensen meer...dat weet u vader". "JE KUNT JE MIJN ZOON NIET NOEMEN, NET ZOALS HAZEL MIJN DOCHTER NIET IS. JULLIE ZIJN NIET KOUD EN EMOTIELOOS" zei mijn vader boos, eerder woedend.

"Laat je zoon toch slapen" zei de stem van mijn moeder, Maria di Angelo.

Ik hoor niemand meer in mijn gedachte. Ik deed mijn ogen toe en viel als een blok in slaap.

Percy Jackson: De Opoffering |1|Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu