|2| JE BENT EEN ZOON VAN JUPITER!

409 23 2
                                    

P.O.V. Jason

Ik verlaat de cirkel waarin we stonden en ga naar Piper.

"Gaat alles?" vroeg Piper.

"Ja, alleen was ik even geschrokken omdat zij mijn naam wist" zei ik terug.

"Ergens toch logisch je was de beste praetor samen met Reyna" zei Piper terwijl ze een kus op mijn wang geeft. Een glimlach verschijnt op mijn gezicht en ik loop naar de andere toe.

Ik zie dat de andere druk in gesprek zitten.

"Ik vertrouw haar toch niet" zei Percy. "Je moet haar gewoon beter leren kennen, dat moest je ook bij Jason doen" zei Annabeth.

Percy knikte terug en ik zei dat Percy gelijk heeft. "Een Romein die ineens binnen dringt in het Kamp en zich wilt aansluiten bij ons, toch vreemd hoor..." "Vergeet niet dat haar goddelijke moeder of vader haar nog niet erkent heeft dat vind ik vreemd. Ze is even oud als mij" voegde Percy er aan toe.

"Dat ligt aan de ouder niet aan de halfgod" zei Annabeth. "Als de ouder haar niet erkent op deze leeftijd moet het wel met haar te maken hebben" zei ik terug. Annabeth kijkt Percy en mij aan met een boze blik en gaat weg.

Piper volgt haar en Percy en ik staan nog alleen. "Ik kan beter maar een duikje nemen en nadenken" zei Percy. "Ja is goed maat" zei ik terug terwijl ik ook maar eens naar het Zeusgebouw ging om wat rond te vliegen en na te denken.

Ik vlieg rond en hoor een diepe, zware stem.

Ik sluit mijn ogen...

"HOE DURF JE ZO TEGEN EEN ROMEIN TE PRATEN, VERGEET NIET DAT JE EEN ZOON VAN JUPITER BENT!".

"Ze lachte met me" zei ik terug. "DAN NOG, ZE WEET NIET BETER. ZE WEET NIET DAT JE MIJN ZOON BENT!"

"Goed vader" zei ik en vroeg "Waarom wil je praten?"

"JE MOET NIET ZO ARGWANEND ZIJN OVER HANNA"

"Ik vind het gewoon raar dat haar moeder of vader haar niet erkent heeft"

"ER ZIJN NU ÉÉNMAAL GODEN DIE GRAAG OP HET JUISTE MOMENT WACHTEN" "Oké vader" zei ik.

Ik wou mijn ogen terug openen als mijn vader nog sprak.

"JASON, IK BEN TROTS OP JE VERGEET DAT NIET!" riep mijn vader terwijl hij stilaan verdween. Ik knikte en deed mijn ogen open...

Ik zweefde nog steeds in de lucht en vloog terug naar beneden, maar ging niet naar het Zeusgebouw. Ik ging naar Percy en ging vertellen aan Percy wat mijn vader zei.

"Percy!" riep ik naar het meer bij het Poseidongebouw. "Wat is er?" vroeg Percy terwijl hij zijn haren afdroogde met een handdoek en dus niet meer in het meer zat.

"Mijn vader praatte tegen me" zei ik.

"De mijne ook" zei Percy terug.

"Vertelde hij ook dat je niet verkeerd moest denken over Hanna?"

"Ja" zei Percy kort af.

"Misschien hebben Piper en Annabeth gelijk en moeten we haar beter leren kennen" zei ik terug.

"Je hebt gelijk, wat dacht je van tijdens het avondbuffet te praten met Hanna?"

"Klinkt goed" zei ik terug.

Ik was al een tijdje met Percy aan het praten over hoe we het gingen aanpakken. Het mag natuurlijk niet fout lopen.

Percy Jackson: De Opoffering |1|Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu