Hoofdstuk 16

46 5 0
                                    

My other me
The girl who is broken
The person on the inside is sad

Ik heb Amanda zover gekregen om bij haar ouders te blijven en ik vlieg terug naar huis voor het middageten. Ik hoop dat ik nog op tijd ben! Mijn vleugels door de wind zijn zalig. Vlieg zo snel ik kan, ook door de gangen van het kasteel als ik binnen ben.
'Hè! Kijk uit!!' Roepen vele.
'Sorry!' Roep ik en kan net voor de deur van de eetkamer stoppen. Ga binnen en iedereen is er al. Kreun en ga met een hand over mijn gezicht. Ja ik ben dus te laat. Jippie...! Ik kijk naar mijn ouders.
'Hoeveel ben ik te laat?' Vraag ik met een klein stemmetje.
'Zo'n 14 minuten, waar was je?' Vraagt vader.
'Bij oma.' Lach ik zacht maar met een ijzige ondertoon. Zijn gezicht wordt minder hard.
'Goed.' Glimlacht hij lief. 'Volgende keer zeggen graag.'
'Ja, maar ik was slecht gezind en daar was ze ineens en we waren aan het spelen en dan naar haar thuis, een heel gedoe en pff...' Zucht ik en ga aan tafel zitten.
'Dan ga ik je leren om met vuurvliegen een bericht te sturen.' Mompelt hij en steekt zijn vork in de mond terwijl hij bedachtzaam zijn eten kauwt.
'Ok dan...' Zeg ik ook bedachtzaam en neem ook eten. Het is belachelijk stil onder het eten dus leg ik mijn vork neer.

'Ok ik ben dit zat, wat is er?' Vraag ik en kijk iedereen aan.
'Wat? Moet er iets zijn dan?' Vraagt mijn moeder alsof ze van niets weet. 
'Ja, niemand zwijgt anders ook maar een seconde en nu zegt niemand iets.' Kijk van de een naar de ander en ze kijken me beide niet aan.
'Iedereen heeft blijkbaar een eigen gedachte nu.' Zegt vader kalm. Sta recht. Ik haat het als iedereen er is maar geen woord zegt.
'Dat is wel duidelijk ja. Nog een prettige dag verder.' Brom ik en ga naar buiten. Haal diep adem. "Wat is er toch met iedereen?!" Loop naar mijn kamer en ga op de grond op het balkon zitten met de deuren dicht. Ga over mijn gezicht en kijk door de palen door naar de tuin. Sluit mijn ogen dan.

'Ik wil hier weg...' Zeg ik zacht. Hoor Theo blaffen en doe de deur open. Hij komt naar buiten en knal de deur achter hem dicht.
"Wat is er Niënna?" Vraagt hij met een kleine lach en gaat in de zon liggen. Kruip dicht bij hem en streel zijn kop. Laat een diepe zucht en kijk naar de tuin.
'Ik weet het niet. Ik ben bij oma geweest en dat was in het begin heel leuk. Ze is een prachtig meisje van 5 jaar met zwarte krullen en bruine ogen. Het was echt leuk, we hebben gespeeld en ze heeft mijn haar gedaan en dan zijn we naar haar thuis gegaan...' Zucht en leg ook uit wat er daar gebeurt is. Zonder me te onderbreken luistert hij. Streel afwezig door zijn zachte vacht.
"Maar meisje toch..." Zegt hij en duwt zijn kop tegen mij aan. Ik krijg tranen in mijn ogen. Om geen reden en om zoveel redenen. Troost me tot ik uitgeweend ben. Dat hij me heeft laten vertellen hoe ik ze vermoord en verwond heb! Agaron je hebt niets van gevoel in je!!

"Gaat het een beetje beter?" Vraagt hij uiteindelijk als hij zijn kop optilt die over mijn hals lag. Ik knik zachtjes.
'Het gaat een beetje beter ja... Dank je...' Veeg over mijn wangen om de tranen weg te vegen.
"Ja weet dat ik er altijd voor je ben he!" Zegt hij. "Je moet me in gedachten maar roepen en ik kom direct, ik hoor je altijd en overal." Zegt hij ik knik weer.
'Dat weet ik wel, ik ben echt heel blij dat ik jouw nog heb Theo.' Draai me om. 'Zo blij... Je bent de enige die er altijd voor me is. Mensen lopen altijd weg van me of zijn boos... Wat ik ook doe het is altijd verkeerd.' Zucht ik. 'Ik praat nooit met iemand weet je dat? Telkens ik iets zeg kijken ze me raar aan. Zo van, o zij is hier ook nog? Of is zij hier nog?! Als ik het erover heb zeggen ze dat ik nieuwe mensen moet leren kennen en vertrouwen. Dat ik me wel beter zal voelen maar dat is niet... want als ik iemand echt vertrouw zegt die dat ik me niet zo moet vastklampen aan onze vriendschap...!' Snik ik en ben weer vertrokken. 'H-het is z-z-zo moeilijk voor me om iemand te vertrouwen. Er is zo zelden iemand die om me geeft, iemand die niet verdwijnt of doodgaat... Iemand die me echt kan kennen. In de mensenwereld kon ik nooit mezelf zijn. Daar was altijd het meisje dat er niet bij paste omdat ze anders was. Nu ik terug ben in mijn eigen wereld heb ik nog steeds dat gevoel...' Theo wrijft zijn kop tegen mijn flank.
"Ik ga bij je blijven. Ook al geloof je nu niet wat ik zeg, ik zal mijn uiterste best doen. Weet je ook nog dat ik bijna geen vrienden heb. Ik heb alleen jouw... Daarom ging ik met je mee, daarom wil ik je beschermen van mensen of andere wezens. Je bent zoals ik, vaak gekwetst en de hoop verloren." Knik zacht.
'Ik ben inderdaad alle hoop verloren...' Huil ik. Theo staat recht.
"Kom prinses, we gaan een heerlijk bad nemen. Voor je het weet komen er weer goede dingen op je pad." Hij helpt me overeind en naar de badkamer te gaan.

Ice fairyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu