Hoofdstuk 19

23 2 0
                                    

The Lord of Darkness . . .
My sisther . . .

Ben bij de witte dolfijnen met Elerossë, Theo en Amelie. Amanda – mijn oma – heb ik gisteren gezien. Onze 2 wolven zijn onafscheidelijk geworden...

De lucht wordt langzaam donkerder en je hoort donder en ziet bliksem maar er is geen regen. Koud dat het wordt... De witte dolfijnen snellen weg en Theo en Amelie zijn onrustig, ze lopen heen en weer, grommend met staarten omlaag en tanden ontbloot. Ze komen door het bos. Mijn zus... en de Heer van het Duister...! Slik een gil van angst in. Ik ben en blijf de kroonprinses dus ik mag mijn gevoelens niet laten zien. Toch geen gevoelens van angst. Neem Elerossë zijn hand stevig vast.
"Niënna..." Hoor ik haar in gedachten. Haar stemt klinkt koud en dof. Niet zoals ze mij op mijn verjaardag "ontvoerde" naar die droomwereld. Kan je het wel ontvoeren noemen? Ik weet het niet goed.
"Failyne...' Zeg ik op dezelfde droge manier. Toon geen emotie.
'Wat kom je doen?' Vraagt Elerossë met een bevelende stem, als een echte prins en steekt zijn borstkas ietsje vooruit en kin omhoog.
'Ik kom naar de prinses van de legende kijken. Naar de zus van mijn vriendin...!' Zegt zijn stem koud. Toonloos. Hij toont ook geen greintje emotie. Ik pers mijn lippen op elkaar.
"Ga weg Failyne." Zeg ik tegen mijn zus in gedachten omdat ik er niet zeker van ben dat mijn stem wel krachtig zal overkomen zoals die van Elerossë.
"Je moet me helpen..." Schud met mijn hoofd.
'Ga weg uit mijn land.' Zeg ik. Mijn stem komt er gelukkig toch vaster uit dan waar ik bang voor was.
'Ik ben nog steeds een elfenprinses dus welkom.' Zegt de Heer.
'Ik ook.' Zegt Fai.
'Ze zei ga weg.' Bromt Elerossë en Theo en Amelie kome beschermend voor ons staan. Tanden ontbloot naar de Heer en mijn zus. Hij knielt voor de wolven neer.
'Hèhè....' Grijnst hij en ze beginnen te janken.
'Laat hen doen!' Gil ik. Tot zover het beheersen van mijn emotie's. Goed bezig prinses, goed bezig! Theo valt neer en Amelie rilt. Ren naar Theo toe en neem zijn kop vast. 'THEO!!!' Gil ik.
'Hahahaha...' Lacht de Heer. 'Allemaal zwakkelingen.' Kijk kwaad op.
'Dat. Zijn. Ze. NIET!!!!!'
'Natuurlijk wel...' Schiet op die klootzak af en ram hem tegen een dicht bij zijnde boom.
'NIET!!' Daar gaat dan ook mijn zelfbeheersing nog eens.
'Ku ku ku.' Lacht hij kwaadaardig en schopt in mijn maag. Hap naar adem als ik door de lucht vlieg. Kom in de rivier terecht en mijn hoofd botst keihard op een steen. Hoor Elerossë woest brullen.

Kom hoestend uit het water. Ik voel wel dat er een wonde aan mijn hoofd is, die daarop waarschijnlijk ook nog eens goed bloed maar daar kan ik me nu niets van aantrekken. Als ik terug op mijn benen kan staan val ik weer aan. Breek mijn arm daardoor. Hij deed een stap opzij en nam mijn pols vast. Ramde mijn arm tegen een boom en hoorde hem knappen!
'AAAAAAH!!!' Gil ik en begin te huilen. De diamantjes springen in het rond. Huil zo hard maar geef hem toch een klap in zijn gezicht met mijn niet gewonde arm. Hij valt naar achter en schopt hard op mijn scheenbeen. Hoor weer een luide KRAK! Ik hap gillend naar lucht.
'Weet je misschien moet ik je maar ineens doden.' Zegt hij en begint me in elkaar te slaan en schoppen. Zijn harde en scherpe nagels snijden door mijn vel als messen. In mijn ooghoeken begint het zwart te worden.
'Stop ermee Heer.' Zegt mijn zus. 'We nemen haar een andere keer te grazen. Kom ik wil naar huis.' Ze neemt hem vast en kan nog net zien dat ze haar rode vleugels ontrolt en met hem wegvliegt. Het zijn engelvleugels maar met rode veren... Ze kijkt verdrietig achterom en fluistert in mijn gedachten "sorry". Dan word het donker.

Als ik mijn ogen weer opendoe zie ik alles wit. Zo wit! Knijp mijn ogen tot speeltjes tot ik gewend ben. Als ik rechter zit zie ik een buisje in mijn arm zitten waar geen gips rond zit. Kijk naar de zak bloed waar rood bloed in zit met een gouden gloed in... Draai mijn hoofd en kijk naar een groot raam links van me. Theo en Amelie zitten met hun rug naar mij naast de deur als bewakers.
"Hè...?" Theo zijn hoofd schiet naar mij en hij kijkt me voor een seconde aan. Springt dan hard weg. "Wat is er gebeurt?" Krijg antwoord van Amelie.
"Je ging bijna dood..." Zegt ze zacht. Hoor haar zacht janken door de deur heen.
"W-wat?" Kreun ik terug. Een harde bonk op het glas en kijk op. Elerossë staat te roepen en te tieren naar een dokter en Theo zet zich weer op zijn plaats. Met zen kop op zijn poten. Amelie duwt haar neus tegen de zijne, geruststellend. Hij kruipt bij haar en legt zijn kop op haar poten. Elerossë staat die dokter maar uit te schelden maar ik hoor niet wat hij zegt. "Elerosse... Wat is er?" Krijg natuurlijk geen antwoord. Laat me weer in de kussens zakken.

Ice fairyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu