- 3 -

903 40 13
                                    

Die ogen, mensen bel de ambulance ik ben dood.
Oke lees maar dit hoofdstuk, ik red het wel :p hebben jullie de maandag overleefd? Ik soort van... Dus vandaar dit surprise hoofdstukje ;) Ik ben toch al bij hoofdstuk 9 met schrijven dus ja waarom niet :)

Hoofdstuk 3

'Hey slaapkop.'

Bodil gooide haar kussen op het hoofd van Luuk die door Bodil's wekker heen had geslapen. Luuk opende slaperig zijn ogen en keek vermoeid om zich heen.

'Wou je nog samen ontbijten of wat?'

'Wat ga je doen dan?'

Vroeg Luuk met een schorre ochtend stem.

'Wat dacht je van werken, mijn vader heeft me weer eens nodig op de werkplaats.'

'Pff kom eraan.'

Zuchtte hij en ging rechtop in bed zitten.

'En je-'

Luuk kon zijn zin niet afmaken doordat hij moest gapen.

'Jezus en je lag om tien uur al als een roos te slapen.'

Gniffelde Bodil.

'Ja en jij maakt me wakker om acht uur.'

'Oh gaan we het zo spelen? Als ik om twaalf uur pas lig te slapen wil jij me ook nog wel eens om zes uur wakker maken omdat jij gaat trainen en je samen wilt gaan ontbijten. Ik heb er recht op ja.'

Lachte Bodil die wist dat Luuk hier niet tegen op kon en daarom liep ze terug naar de eetkamer waar een hele tafel vol stond met brood, croissants, beleg en gebakken eieren.

'Oh dat ziet er weer lekker uit.'

Luuk genoot alleen al van de geur die zijn neus binnen drong. Voordat hij ging zitten drukte hij een kus op Bodil haar wang die al snel een hap van een croissant had genomen.

'Moet Naoom ook werken vandaag?'

Vroeg Luuk die onderweg naar zijn stoel ook een croissant had gepakt. Bodil knikte en hield haar vinger voor haar mond omdat ze aan het eten was maar toch graag iets kwijt wou. Toen ze het stukje croissant had door geslikt nam ze snel een slok van haar water en begon toen eindelijk aan haar zin.

'Naomi werkt altijd op vrijdag.'

Luuk, die niet netjes wachtte tot hij zijn mond leeg had, herinnerde zich het ook weer.

'En jij werkt toch als je vader je belt?'

Zei hij met volle mond.

'Sowieso altijd op maandag en als mijn vader me nodig heeft kan hij me altijd bellen maar dat is niet vaak.'

Bodil gaf Benji, die al de hele tijd aan het schoouen was, een stukje van haar croissant.

'Zou ik ook wel willen.'

'Jij hebt niks te klagen meneertje, je hebt een droombaan.'

De Nieuwe KlassiekerWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu