Hoofdstuk 31

46 3 0
                                    

Na een paar telefoontjes had ik twee vliegtuigen en meerdere auto's geregeld. Een van de voordelen van een maffiabaas zijn. Ik zat naast Daniel in een zwarte SUV, samen met Julia, Nadia, Grey, Liam en Seth. Hij wilde graag mee, omdat hij al zo lang de Porter Pack hielp. We kwamen op het verwoestte terrein van het oude Packhuis en mensen stonden al op ons te wachten. Het waren er een stuk of 300 nog. Vergeleken met hoeveel er eerst waren, was dit aantal erg somber. Bussen met spullen werden ingeladen met de weinig bezittingen die de mensen nog hadden, voordat ze de bussen instapten en wegreden naar het half-vergane vliegveldje in de bossen, waar de vliegtuigen stonden te wachten. De sfeer was erg somber. Het was stil en mensen liepen rond met hun hoofd gebogen. Ze moesten hun thuis verlaten en naar een ander, vreemd land verhuizen. Nadat iedereen weg was met de bussen, vertrok onze auto ook, richting het vliegveld.

"Please fasten your seatbelts. We will land soon." Ik schrok wakker van de mechanise stem uit de luidsprekers. Er drukte iets zwaars op mijn schouder, en toen ik naar rechts keek zag ik dat Daniel met zijn hoofd op mijn schouder aan het slapen was. Ik lachte zacht en maakte hem wakker. "Yo, we gaan zo landen." Zei ik. Hij keek even heel verward en keek om zich heen. Hij fronste en knikte. Arme Daniel, hij trok zich dit heel erg aan. Hij kon zijn pack niet redden. Nu maar hopen dat alles goed gaat als ze bij mij verblijven... "Dropje?" hoorde ik Gray zeggen links van me. Ze hield een mega grote zak drop voor. "Nee dank je." Zei ik met een glimlach.

Je kon de spanning in de lucht gewoon voelen. Daniel was met zijn handen aan het spelen, Liam zuchtte diep elke minuut en de rest van de auto was doodstil. We reden met een hele karavaan van bussen en auto's naar mijn packhuis. Gelukkig was mijn pack al geïnformeerd. Ik was wel benieuwd naar wat ze zouden zeggen... Maar als ze het er niet mee eens zijn overtuig ik ze wel. Zo makkelijk kan het soms gaan.

"Waarom heb je dit gedaan? Dit is een soort van... Verraad. Door onze eigen leider!" Klonk er vanuit de zaal. Ik keek met gespleten ogen door de zaal tot mijn ogen op de man vielen die dat zei. "De Polar Pack is één voor één alle Packs aan het uitmoorden, zodat zij de enige in Europa zullen zijn. Ze zijn, na de overwinning op de Porter Pack de twee-na grootste Pack in Europa. Nu, laat ik jullie iets vragen. Wie zijn de grootste Pack in Europa?!" "Wij." Klonk het uit de zaal. "WIE?" Schreeuwde ik. "WIJ!" Riep iedereen. "En geven wij ons over aan de Polar Pack?!" "NOOIT!" Ik had iedereen om mijn vinger gewonden. Iedereen klapte en juichte. Ik hief mijn armen op en het werd weer stil. "Jullie moeten begrijpen dat ik dit niet doe voor de Porter Pack. Ik doe dit niet uit medelijden. Ik doe dit, zodat we samen sterk staan, EN SAMEN DE POLAR PACK KUNNEN VERSLAAN!" Ookal was wat ik zei niet 100% de waarheid, mijn pack moest geloven dat het wel zo was. Daardoor blijft er rust en eenheid in de pack. Iedereen juichte en klapte weer, wat erg lang aanhield. Ik was klaar met mijn pep talk en stapte van de verhoging af, richting Daniel die in een hoekje stond te kijken. "Wauw. Nu snap ik waarom je pack de grootste is." "Let's go." Zei ik terwijl ik lachte om zijn opmerking en liep de zaal uit, gevolgd door Daniel. We liepen het Packhuis uit en liepen een paar minuten stil door de vredige bossen totdat we op een open plek aankwamen. Mensen waren spullen aan het verslepen en aan het uitpakken. We liepen naar binnen, de trap op naar Daniel's kamer. Ik plofte op het bed en Daniel ging half op zijn bureau zitten. "En wat nu?" Vroeg hij. Ik was even stil. "Zoals je me net al hoorde zeggen... Ik denk dat het goed is om voor nu samen te werken, tegen de Polar Pack. En zodra zij zijn verslagen kunnen jullie weer terug naar Engeland en bemoeien we ons weer met onze eigen zaken." Daniel fronste en knikte. Dus we voegen, voor nu, de twee Packs samen? En zodra de Polar Pack is verslagen gaan we weer uiteen?" Vroeg hij. Ik knikte. Hij zuchtte diep en liep naar me toe met zijn hand uitgestrekt. Ik schudde zijn hand terwijl we tegelijkertijd zeiden: "Deal."

"Laten we ergens gaan eten. Gewoon... Als bedankje. Voor alles." Ik keek Daniel raar aan en hij schudde zijn hoofd. "Sorry, ik weet gewoon niet hoe ik je moet bedanken." Zei hij. "Neeman, hoeft niet." Hij keek me fronsend aan. "Laat me ten minste een diner betalen. Dat is nog het minste dat ik voor je kan doen. Ookal zal het McDonalds worden omdat we niet echt veel geld meer hebben..." Ik lachte. "Hmm... Oke dan. Maar mij maakt het niet uit waar we heen gaan. Ook al gaan we picknicken. Als er maar eten is." Hij lachte. "Dan kunnen we meteen bespreken hoe we dit gaan aanpakken." Daniel schudde zijn hoofd. "Nee, dat doen we later wel. Laten we eventjes rust houden, doen alsof we twee doodnormale mensen zijn die uit eten gaan." Ik dacht even na en glimlachte toen. "Dat lijkt me een goed idee." Ik stond op van het bed en liep naar de deur. "Nou, ik ga me alvast klaar maken voor vanavond." Daniel knikte. "7 uur voor je deur." Riep hij voordat ik de deur dichtdeed en door de gangen van mijn tweede packhuis liep, wat nu het Packhuis van de Porter Pack was. Ik liep langs meerdere mensen die me begroetten met een knik, voordat ik de hoek omliep en iets tegen mijn benen aankwam. Ik keek naar beneden en zag een meisje rond de 7 jaar op de grond liggen. Haar gezicht vertrok. Nee, nee, pls. Ga niet huilen, alsjeblieft. En ja hoor, ze begon te huilen. "Ach meisje toch, ik had je helemaal niet gezien." Zei ik. Ik hielp haar weer omhoog en hurkte, zodat we op ooghoogte waren. "Ik heet Amber. Hoe heet jij?" Vroeg ik. Het meisje snifde even en zei op een bibberende toon: "Ivy." Ik veegde haar tranen weg en vroeg haar waar ze pijn had. "Um... Nergens eigenlijk." Zei ze en ik lachte. "Maar waarom huil je dan?" Vroeg ik. "Omdat Harry kwijt is." Zei ze. "En wie is Harry?" "Mijn beste vriendje. Mama zei dat hij in de doos zat maar daar zat hij niet, en nu is hij kwijt." Midden in haar zin brak haar stem weer en begon ze weer te huilen. "Ach meisje toch. Ik weet zeker dat na alle dozen zijn uitgepakt, Harry weer terugkomt oké? Want beste vriendjes laten je nooit in de steek." Ze lachte door haar tranen heen en knikte. "Nou, ik moet weer gaan, ik moet hele belangrijke spionnen dingen regelen." Zei ik. "Ben jij ook een spion? Mijn mama is ook een spion. En ze werkt voor die grote enge meneer." Zei ze. Ik lachte en aaide haar over haar hoofd. "Ja en misschien word jij later ook wel een spion. Nou moet ik echt gaan, want anders ben ik geen goede spion meer." Ze knikte en rende weg. Oké dan.

Upside-DownWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu