Hoofdstuk 15

181 4 2
                                    

''Josh, we moeten gaan, nu!'' Schreeuwde ik terwijl ik de hotelkamer binnenrende. ''Hoe kunnen ze ons altijd zo snel vinden?'' Mompelde hij terwijl hij zijn spullen in een tas deed. Ik deed hetzelfde en we liepen de hotelkamer uit. ''Ding!'' Zei de lift en 2 mannen stapten uit. Ik draaide me snel om en rende terug naar de kamer, Josh achter me aan. Ik deed de deur op slot en hoorde de mannen aan komen rennen. Ik liep naar het balkonnetje en liep de trappen af. Het was meer een nooduitgang wat stopte in een klein, vies, donker steegje. We hadden geen luxe hotel. Josh volgde me en we hoorden een harde kraak uit de hotelkamer komen. De mannen hadden waarschijnlijk de deur kapot getrapt. De laatste trap stopte op de tweede verdieping en een ladder ging verder naar beneden. Ik klom de ladder af en sprong de laatste 2 meter. Na een seconde stond Josh naast me en we renden hard weg.

Het is 2 maanden geleden dat Josh vroeg of ik met hem wilde trouwen. 2 maanden geleden dat ik ja had gezegd. Toen we het nieuws aan Veronica vertelde verbood ze ons om te trouwen. Waarom? Ze vond dat de Pack dan soft zou worden. Wat dus echt bullshit was. We hadden een flinke ruzie waar ik haar vertelde dat ze niets over mij te zeggen had en dat de Pack eigenlijk van mij is, sinds het eerst van mijn vader was. Dat had ik beter niet kunnen zeggen want Veronica realiseerde zich dat ik en Josh de Pack makkelijk van haar konden overnemen. Dus ze stuurde huurmoordenaars achter ons aan. Dit is al de derde keer dat we zijn ontsnapt van die huurmoordenaars. Ze stuurde zeker niet de beste, want het was makkelijk om weg te komen. We waren ondertussen op het station aangekomen en zouden verder reizen met de trein. Voordat we wegvluchtten hadden we genoeg geld ingepakt en hadden dat mee zodat we niet een te kort aan geld zouden hebben. We waren allebei doodop. We hadden al wekenlang geen goede nachtrust gehad omdat er elk moment iemand ons kan vermoorden. ''Ik blijf wel wakker.'' Zei Josh tegen me. We zaten in de trein naar Manchester. Ja, we waren naar Engeland gevlucht. Engeland was van de Porters Pack, dus dachten we dat Veronica ons daar minder snel zou volgen. De Porters Pack had trouwens weer een nieuwe leider: John Conner. Ik had aan mijn vader beloofd dat als ik de kans kreeg, dat ik hem zou vermoorden en ik ben nog steeds van plan dat te doen. Ik leunde mijn hoofd tegen Josh's schouder en viel snel in slaap.

__

''Amber, word wakker!'' Josh schudde me wakker. Ik keek op en zag 2 mannen voor ons staan, met hun geweren op ons gericht. Er zaten eerst een paar mensen in de coupé, maar nu waren we de enigen. ''Handen omhoog!'' Schreeuwde er één. Hebben we een keus? Nee. Ik deed mijn handen langzaam omhoog en kneep mijn ogen dicht, bang van wat er zou komen. Ik hoorde een geweer afgaan. Ik voelde niets. Betekent dat? Josh! Ik keek naast me en daar lag het levenloze lijf van Josh op de grond. ''Josh, nee! Word wakker!'' Ik schudde aan zijn schouders. ''Josh! Laat me niet alleen! We moeten nog trouwen!'' Schreeuwde ik uit en tranen liepen over mijn wangen. De mannen richtten hun geweer op mij en een harde knal was te horen.

__

''Amber, Amber, word wakker! Het is maar een droom!'' Zei Josh. Ik schoot omhoog en keek om me heen. Geen mannen en Josh leefde nog. ''Oh, ik had een nachtmerrie.'' Zei ik terwijl ik Josh stevig omhelsde. ''En ik kan niet meer ademen.'' Zei hij lachend. Ik liet hem los en de trein minderde vaart. ''Zijn we al in Manchester?'' Vroeg ik aan hem. Hij keek even uit het raam en fronste zijn wenkbrauwen. ''Nee... Misschien stoppen we gewoon voor een andere trein?'' Ik knikte maar ik voelde dat er iets niet goed was. ''Josh, ik denk dat er iets verkeerd is.'' Zei ik tegen hem. Hij keek ook ongerust en zei: ''Laten we voor de zekerheid even rondkijken. Jij gaat links, ik rechts?'' Vroeg hij. Ik knikte en liep naar de volgende coupé. Ik keek rond en liep weer maar de volgende. Na een paar coupé's doorgelopen te hebben was ik bij de machinistkamer gekomen. Ik keek door het raampje en zag een man een geweer tegen de machinist's hoofd wijzen. De trein stond nu helemaal stil. Ik rende terug naar Josh en zei: ''We moeten er af, nu!'' We liepen naar de deuren die natuurlijk niet opengingen. We liepen de coupé weer in en openden het eerste raam dat we zagen, en klommen er uit. ''Hé, dat kan je niet zomaar doen!'' Zei een man van ongeveer 40 jaar en hij hield ons tegen. Ik haalde mijn pistool uit mijn holster en richtte het op de man. ''Wat nu? Kan het nu wel?'' Ik hoorde een paar ooh's en ah's van de passagiers en de man liep met grote ogen en zijn handen in de lucht van het raam vandaan. ''Dat dacht ik ook.'' Zei ik voordat ik mijn rugtas omdeed en uit het raam klom. We stonden op een brug. Great. Ik keek naar beneden en onder ons stroomde water. Josh keek me bezorgd aan. ''Gaan we springen?'' Schreeuwde hij. Ik kon hem bijna niet horen omdat het erg hard waaide. Ik hoorde mannen schreeuwen in de coupé achter ons en ik knikte. Ik pakte zijn hand vast en telde tot drie. ''Één, twee, drie!'' We sprongen samen het ijskoude water in en ik werd meteen meegenomen door de sterke stroming. Ik zwom snel omhoog voor lucht en keek om me heen. ''Josh?'' Schreeuwde ik. ''JOSH!?'' Een paar meter verderop kwam Josh boven en ik zwom snel naar hem toe. ''Ik dacht dat je verdronken was!'' Zei ik tegen hem en we zwommen naar de kant. Toen we op de kant lagen klapperden mijn tanden van de kou. ''Kom, laten we een hotel zoeken.'' Zei Josh. Toen we net wegliepen begon het keihard te regenen. Nou ja, dan vallen we tenminste niet op in onze natte kleren. Na 10 minuten gelopen te hebben kwamen we bij een hotel aan. ''Een kamer voor twee graag.'' Zei Josh tegen de man achter de receptie. ''Voor hoeveel nachten?'' Vroeg hij. Josh keek mij even aan en zei toen: ''Één.'' De man knikte en Josh betaalde het geld contant. Als hij met de bankpas betaalt kan Veronica zien waar we zijn. Uit mijn ooghoeken zag ik 2 mannen in het kwart aan komen lopen. Mijn ogen werden groot en ik trok Josh mee achter de balie en we gingen er onder zitten. De receptionist keek ons raar aan en ik zei: '' Help de mannen die nu binnenkomen en zeg niet dat wij er zijn. Zeg dat we al naar onze kamer zijn. Hij keek verbaasd en zei toen tegen de mannen: ''Kan ik u helpen?'' Ik hoorde dat één van de mannen iets uit zijn zak haalde en vroeg: ''Heeft u deze vrouw en man gezien? We zijn naar ze op zoek.'' De receptionist klonk nerveus toen hij zei: ''Nee, nee, sorry, niet gezien.'' Ik hoorde een geweer laden en de receptionist keek met grote ogen naar de mannen. ''We zagen ze hier naar binnen gaan! Welke kamer hebben ze?!'' ''Kamer 231, Verdieping 2, ze gingen net naar boven.'' Zei hij snel. ''Martin, jij blijft hier, voor het geval dat ze willen vluchten.'' Zei één van de mannen. Shit. De man liep weg en de andere man bleef staan waar hij stond. Ik kwam van onder de balie vandaan en bleef er gebukt achter zitten. Josh pakte zijn pistool en laadde het. Ik deed hetzelfde en telde tot drie. Bij drie stonden we op, en schoten we tegelijk Martin neer. De receptionist liet een klein gilletje uit. ''Dankje voor het helpen.'' Zei Josh tegen de receptionist. ''Hier heb je 1000 euro, doe er wat leuks mee. Maar je moet nu maken dat je wegkomt, want waarschijnlijk is die andere man op weg hier naartoe.'' De receptionist knikte en wist niet hoe snel hij weg moest komen. Watje. En Josh en ik liepen naar buiten, om een ander hotel te zoeken.

Upside-DownWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu