Hoofdstuk 19

351 37 3
                                    

Ik nam diep adem en klopte toen op de deur van de kamer waarin Nona lag. Ik had haar al een paar dagen niet gezien omdat ze uitrustte en in bed moest blijven. Toen ik de zwakke ‘kom door’ hoorde deed ik de deur voorzichtig open en stapte naar binnen.

Nona lag in een groot bed en ze zag er angstjagend vermoeid uit. Het leek ook alsof ze ouder was geworden. Ze had grote wallen onder haar ogen en haar haar was nu wit in plaats van grijs.

"Saralisa." Fluisterde ze en ze stak haar hand naar mij uit. Ik liep gauw naar haar toe en pakte haar hand vast, terwijl ik naast haar op dat bed ging zitten. "Hoe gaat het met je mijn kind?"

"Maak je niet druk om mij, Nona, hoe gaat het met u?" Ik kon het helpen om niet verdrietig te klinken. Ze zag er gewoon niet meer zo fit uit. En een grote vrees bekroop mijn hart, alleen wou ik het niet in gedachte uiten.

"Het gaat niet zo goed, liefie. Ik voel mij heel erg zwak." Zei ze met inderdaad een zwakke stem. Ik nam het haar een beetje kwalijk dat ze niet loog over haar gezondheid, maar dan zou ze zichzelf voor de gek houden.

"Kunt u uw zelf niet genezen dan?" Vroeg ik hoopvol. Ze was tenslotte een heks met helende krachten.

"Ik ben te zwak daarvoor en ik vrees het ergste. Ik denk dat ik doo-"

"Zeg dat niet!" Riep ik boos, maar corrigeerde mezelf gauw en zei op iets zachtere toon; "Dat gaat niet gebeuren. Wie weet heb ik ook dezelfde krachten als u."

Nona schudde haar hoofd en ik kneep zachtjes in haar hand. Ik kon het niet helpen, maar was een beetje boos en teleurgesteld op haar omdat ze op wou geven.

"Je hebt niet dezelfde krachten als ik, Saralisa."

"Dat weet u niet!" Schreeuwde ik weer op dezelfde boze toon, maar deze keer kon ik niet zachter gaan praten. "Wie weet ben ik ook zoals tante Julianne was geweest of misschien zelfs sterker. Laat mij proberen om u te genezen!"

"Dat is het, Saralisa. Ik ben niet ziek. Ik ben gewoon veels te oud. Je kan geen verandering daarin brengen, vooral niet hoe ik mezelf steeds weer jonger maakte alleen om te kunnen passen tussen de rest."

"81 is echt niet zou oud oma. Je hebt mensen die veel langer leven. Mensen! U bent een heks, ik ben er zeker van dat die veel langer leven." Nona glimlachte triest.

"Ik ben geen 81 jaar oud, maar 291." Zei ze en ik keek haar met open mond aan, terwijl zij bleef glimlachen.

"291?" Herhaalde ik haast ademloos. "Hoe the f*ck bent u 291 en nog niet dood?" Vroeg ik uit schrik. Ik meende niet uit te schelden, maar damn, je kan mij niet kwalijk nemen. Sjesus!

"Let op je taalgebruik en zoals je al zei. Heksen leven inderdaad vee langer dan mensen. Maar maak je niet druk, ik heb nog zeker 9 tot 10 jaren te leven. Dit is gewoon een fase dat misschien twee keer in een jaar voorkomt doordat ik zo oud ben."

"Dat is niet gerustellend, Nona, het is pas wanneer u voor altijd kan leven." Mopperde ik geïrriteerd.

"Ik ben een heks en geen vampier, Saralisa."

"Zeg me niet dat die ook echt betaan. Het is al erg genoeg dat weerwolven echt zijn en heksen ook. Ik ben een heks, echt ongelooflijk."

"Ze bestaan, maar maak je niet druk. Je zult nooit eentje tegenkomen. Ik ben 291 en heb nooit eentje gezien dus de kans is klein dat jij één tegenkomt."

Ik knikte en er viel een stilte stilte tussen ons waarbij ik voor mij uit staarde, waardoor mijn gedachten de vrije loop kregen. De vragen die ik mezelf de laatste tijd stelde kwamen weer boven water en ik besloot Nona te vragen.

"Nona, is Thelma uw kind?" Ik keerde mij naar haar toe en keek haar afwachtend aan. Ze knikte. "Hoe komt dan dat ze een weerwolf is?"

"Omdat haar vader ook een weerwolf was. Julianne werd een heks als ik en Thelma een weerwolf."

Ik moest die feit even verwerken. Thelma was mijn tante en dan heb ik zo onbeleefd tegen haar gedaan, al verdiende ze het.

"En tante Julianne was eigenlijk mijn moeder. Laat me raden, ik was waarschijnlijk nog een baby toen ze werd vermoord en u ontfermde zich over mij?" Dat was de enige verklaring die in me opkwam.

Nona schudde triest haar hoofd. "Julianne is niet je moeder. Het is Thelma die jouw moeder is." De laatste zin had ze gefluisterd, maar ik had haar wel gehoord en ik was verstomd.

"Dat kan niet." Zei ik zacht, nog steeds niet gelovend. "Ze is mijn tante, een weerwolf, ik ben geen weerwolf."

"Daarom heb ik jou opgevoed. Tegen de tijd dat je werd geboren was de jacht op heksen heel erg heftig en Thelma had geen idee hoe ze je moest beschermen. Ze bracht je toen naar mij, aangezien ik ook een heks was."

Ik bleef Nona aankijken, niet in staat om wat te zeggen. Ik kon het niet geloven, die vrouw, die om één andere reden in haar kamer onophoudelijk lag te huilen was mijn moeder. Al die tijd, ze had niets laten merken.

"Zeg haar niet dat je mij hebt verteld, Nona." Zei ik en keek haar smekend aan. Ze fronste en haar gezicht stond onbegrijpelijk, maar ze knikte instemmend. "Kan je vertellen wat mijn krachten zijn?"

Nona keek peinzend voor zich uit. "Nee." Antwoordde ze tenslotte en ik zuchtte verslagen. "Maar je weet al een paar toch?"

"Nee...?" Hoe zou ik mijn krachten kunnen weten?

"Denk goed na. Het enige wat ik kan doen is helen en in gedachte communiceren met anderen. Welke krachten heb jij tot nu toe al ervaren?

Ik probeerde na te denken of ik ooit iets onmogelijk had gedaan. Misschien vuur had ontwikkeld ofzo. Er waren toch vier elemenen; vuur, water, aarde en lucht? Ik had geen enkele ervaren. Als ik ooit iets had laten bevriezen had ik het wel geweten. Ik schudde mijn hoofd naar mijn oma. "Nope, geen enkele."

"Dat is een beetje onverantwoordelijk van je, Saralisa. Je stuurt een man een muur in en bent het opslag vergeten. Ben je je tijd in nood ook al vergeten?" Nona keek mij verwijtend aan.

Mijn ogen werden groter toen ik het realiseerde. Ik werd onzichtbaar toen in Roman's badkamer was. Die wolf kon mij niet zien! Opgewonden sloot ik mijn ogen en dacht eraan dat ik onzichtbaar wou zijn en maakte vervolgens mijn ogen weer open.

"Ik kan zien, eh..., ik heb gemerkt dat je weer weet dat je onzichtbaar kan worden en de andere?" Ik dacht weer eraan om zichtbaar te zijn en Nona glimlachte naar me. Ik stond toen op en liep naar de bank die in de kamer was en tilde het met gemak op. "En ook dat je dat je heel sterk bent zie ik." Ik klapte enthousiast in mijn handen en legde de bank weer neer. Ik nam weer plaats naast mijn oma op het bed.

"Dat waren het." Zei ik trots. Het was best wel gaaf dat ik die dingen kon. Nu was ik er zeker van dat Ava geen kans had om een gevecht tegen mij te winnen. Ava... De dochter van Thelma. Ze was mijn zusje. Ik zuchtte. Het was best wel vermoeiend om plotseling erachter te komen dat ik naast Nona ook andere familieleden had.

"Dat waren niet alles, Saralisa. Ben je vergeten hoe je hier terecht kwam?" Vroeg Nona alweer en weer probeerde ik die dag voor het geest te halen.

Ik kon mij herinneren dat ik door een grijs gat ging. "Ik kan teleporteren?!" Vroeg ik met grote ogen en Nona knikte.

"Zo te zien wel ja."

Ik grinnikte opgewonden en gaf Nona een kus op haar wang. "Beterschap, Nona." Zei ik tegen haar.

Het was tijd om aan de slag te gaan. Nu ik wist wat voor krachten ik bezat en ook dat ze niet zo moeilijk waren, zou ik mij gaan klaarmaken voor mijn wraak. Zoals ik al zei, niemand moord iemand van mij en wordt niet betaald gezet.

Saralisa: The Enemy's MateWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu