Ik knipperde met mijn ogen tegen het felle licht wat in mijn gezicht scheen. Ik keek recht in het gezicht van Ty. Zijn zwarte haar was grijs van het as. Ik voelde een pijnscheut door mijn rug gaan. Ty reikte me zijn hand. Ik greep hem dankbaar aan en kwam moeizaam overeind. Ik keek om me heen en zag de schade die de brand had veroorzaakt. Er lagen grote betonblokken op de grond. Overal lag as. De muren waren zwart en het behang hing op een aantal plekken los. Ik hoestte in mijn hand. Ik keek naar mijn handpalm, die helemaal open lag en grijs was van het as. Ik keek Ty aan. 'Waar is Sebastian?' Vroeg ik. De paniek drukte op mijn schouders. Mijn hart ging sneller kloppen en mijn handen werden zweterig. Ty kuchte even en keek me peinzend aan. 'Ik weet het niet.' Zei hij. Ik keek de kamer rond. Hij moest hier ergens zijn. De kooien hadden geen stand gehouden na de brand. Er lagen stukken van de tralies verspreid over de grond. Ty zag me kijken. 'Er is een explosie geweest.' Mompelde hij. Ik keek hem geschrokken aan. Ik had niks gemerkt. 'Wat?' Mijn wenkbrauwen trokken mijn gezicht in een diepe frons. 'Boven, er is nog een verdieping. Daar stond een gaskachel. De brand kwam bij de gaskachel en heeft het laten ontploffen, daardoor viel het plafond naar beneden, alles stortte in hier.' Kuchte Ty. Ik werd steeds bezorgder. Waar was Sebastian? Was hij dood? Tranen prikten in mijn ogen. Nee Claire, hij leeft nog. Sebastian is een overlever. Hij leeft nog. Hij leeft nog. Ik greep de zaklamp die Ty vast had uit zijn hand en stak het voor me uit. Ty keek me verbaasd aan. Ik begon over de betonblokken heen te klauteren. Ik keek schichtig om me heen, zoekend naar een teken van leven, een teken van Sebastian. Ik hoorde Ty's voetstappen achter me. Ik liep door en kwam aan bij een omgevallen deur, de deur van mijn kooi. Ik keek naar het kleine kruisje die ik er in had gekrast. Ik keek naar de plek waar eerst mijn kooi had gestaan. De kruisjes op de vloer zaten bedekt met een laagje as. Ik liep automatisch naar de plek waar Sebastian's kooi eerst had gestaan.
Ik keek geschokt naar de muur. Er zaten allemaal diepe afdrukken van klauwen in het behang. Er waren Latijnse woorden geschreven. Ik hoorde Ty naast me hijgen. Ik scheen de lichtbundel op de muur. 'Wat betekent dit?' Ik wees met de lichtbundel een Latijnse zin aan. "Lupus maxime fortis, sed lupus sarcinas fortiores" Mompelde Ty. Ik keek hem afwachtend aan. 'De wolf maakt de roedel sterk, maar de roedel maakt de wolf sterker.' Vertaalde Ty. Ik herhaalde de zin in mijn hoofd. Een snik ontsnapte uit mijn keel. Ty keek me aan. Ik vond zijn donkere ogen. Ik slikte en draaide mijn hoofd weg. 'Hij leeft nog, echt.' Zei Ty. Ik snikte en voelde een traan over mijn wang glijden. Ik hoorde Ty's voetstappen naderen. Ik staarde naar mijn blote voeten, waar kleine sneetjes op zaten. Ik was vergeten mijn schoenen aan te doen na de douche bij Jonathan. Jonathan. Een rilling ging over mijn rug. Ty was dichterbij gekomen en staarde naar de muur. Ik zag zijn adamsappel op en neer gaan toen hij slikte. Ik haalde mijn blik van mijn voeten af en keek naar Ty. Ty draaide zijn hoofd en keek me vragend aan. Ik voelde een warme traan naar mijn lippen glijden. 'We moeten hem vinden.' Zei ik zachtjes. Ty knikte. Hij stond er ongemakkelijk bij, alsof hij niet wist wat hij met de situatie aanmoest.
Ty tilde een groot betonblok op. Er lag een jongen onder, maar het was niet Sebastian. De goudblonde krullen waren grijs geworden door het as. Zijn knokkels waren opengehaald. Zijn shirt was op sommige plekken opengescheurd, waardoor je zijn spieren kon zien. Zijn pols lag in een ongemakkelijke beweging. Ik deinsde van schrik achteruit. Het was Jonathan. Een koude rilling ging over mijn rug. Mijn voorhoofd gloeide, precies tussen mijn wenkbrauwen. Ik keek Ty verschrikt aan. Wat moesten we met hem aan? 'We kunnen hem hier niet laten liggen.' Zei Ty, alsof hij mijn gedachten kon lezen. Ik slikte. Ik keek naar Jonathan. Zijn haar viel over zijn gezicht. Ty had gelijk, we konden hem niet zo achterlaten. Ik keek Ty aan. Ty ving mijn blik en keek me afwachtend aan. Ik knikte. Hij snapte me zonder woorden. Hij pakte Jonathan vast en sleepte hem mee naar een hoek van de kamer, waar geen betonblokken lagen. Hij zette hem voorzichtig tegen de muur. Jonathan's hoofd viel naar rechts. Zijn haar viel van zijn gezicht af. Ik keek geschrokken naar de diepe snee in zijn lichte huid. Het bloed was opgedroogd, het leek wel zwart. Ik keek rond en scheen met de zaklamp voor me uit. Ik klom over een betonblok en zag iets glinsteren. Ik voelde mijn hart een slag overslaan. Ik liep naar het glinsterende ding en knielde ernaast. Toen ik het van dichterbij bekeek zag ik dat het een armband was. Het zat klem tussen twee stukken beton. Ik pakte het vast en trok het soepel uit de spleet. Er stond een korte tekst op de armband, "Amor anima." Ik keek Ty vragend aan. Ty slikte even. 'Zielenliefde.' Zei hij. Ik slikte en dacht aan de tekst van mijn oma. "Je ziel zal een ziel vinden waar het al die tijd op heeft gewacht." Mijn hart sloeg een slag over. Ik had precies hetzelfde tegen Sebastian gezegd, dat zijn ziel de ziel was waar de mijne zijn hele leven al op had gewacht. Ty keek me vragend aan. 'Gaat het?' Vroeg hij. Ik knikte en stopte de armband in de zak van het vest die Jonathan me had gegeven. Ty liep soepel langs een betonstuk. Ik liep hem achterna. Ty bleef ineens stokstijf staan. Ik botste tegen zijn gespierde rug op. Mijn handen grepen zich automatisch vast aan Ty's shirt om niet te vallen. Ty's gezicht was lijkbleek. 'Wat is er?' Fluisterde ik. Ty schudde zijn hoofd en wees. Mijn handen lieten Ty's shirt los en mijn benen kwamen in beweging.
JE LEEST
Bitten by an Alpha #2
WerewolfLEES EERST DEEL 1! Claire en Sebastian zitten voor eeuwig vast bij de Luna Venatores. Er is geen uitweg, niemand kan hen helpen. Sebastian is als speelgoed voor de Venatores. Ze nemen hem elke dag mee naar de ring. Ze martelen hem tot op het randje...