14

272 17 0
                                    

'Er kunnen toch geen mensen binnen?' Maureen en ik waren opgestaan. Maureen keek Meredith vragend aan. 'We moeten zo snel mogelijk naar het Turium.' Zei Meredith, Maureen's vraag negerend. Ik keek Maureen verward aan. Maureen ving mijn blik. 'Turium is dat grote gebouw in het midden van het grote plein.' Zei ze. Ik knikte begrijpend en friemelde aan mijn wapenriem. Jonathan was naar boven gerend om wapens te pakken. Hij kwam terug met een donker zwaard, het was bijna zwart. Hij stak het in een soepele beweging in zijn wapenriem.

Meredith duwde de deuren van Turium open. Het was er druk. Mannen en vrouwen met witte gewaden aan hadden zich over een lichaam gebogen. 'Hannah.' Zei Meredith. Een vrouw met een wit gewaad aan tilde haar hoofd op en kwam omhoog. Ze liep naar Meredith toe en vouwde haar handen in elkaar. 'Hij is geen aardse, hij is een weerwolf.' Zei Hannah. Haar stem was zacht en rustgevend. Ze had lange asgrijze haren die tot over haar schouders vielen. Meredith's wenkbrauwen schoten omhoog. 'Laat me naar hem kijken.' Zei Meredith hard. De mensen in de witte gewaden maakte plaats voor haar en dropen langzaam af. Ik bleef samen met Maureen staan. Meredith liep naar het lichaam op de grond. Ik probeerde uit alle macht te zien wie de jongen was. Ik boog me rechts en links en probeerde langs Meredith te kijken. Meredith was ondertussen naast de jongen geknield en bekeek zijn lichaam. Meredith verschoof. Ik voelde mijn hart een slag overslaan. Het was Sebastian, en hij was flink gewond.

Ik voelde mijn benen in beweging komen. Ik zakte door mijn knieën naast Sebastian. Meredith keek me deels verbaasd, deels boos aan. Ik greep Sebastian's hand vast en keek wanhopig naar zijn halfopen ogen. Een kleine glimlach kwam op zijn gezicht. Ik zag dat het hem pijn deed. 'Claire.' Zei hij. Zijn stem klonk rauw. Meredith keek me vragend aan. 'Kennen jullie elkaar?' Vroeg ze. Ik knikte. Een traan gleed over mijn wang. Sebastian kneep kort in mijn hand. 'Hij is zwaar gewond, we moeten hem naar de ziekenboeg brengen.' Zei Meredith terwijl ze naar een wond op Sebastian's arm keek. Ik liet zijn hand los en stond op. Sebastian volgde me met zijn ogen. Meredith stond ook op en schraapte haar keel. 'Hannah!' Riep ze. Hannah kwam aangesneld. Er liepen mannen en vrouwen achter haar. Allemaal in een wit gewaad. Hannah gaf de mensen achter haar een opdracht. Ze tilden Sebastian op en liepen de kamer uit. Ik keek ze met een bonzend hart na. Jonathan's ogen brandden in mijn rug.

Ik draaide me om en liep naar hen toe. Maureen keek me meelevend aan. Toen ik naast haar ging staan legde ze een hand op mijn schouder. 'Het komt wel goed met hem, Hannah is goed. En weerwolven genezen snel.' Zei ze. Ik knikte en slikte even. Jonathan ging demonstratief zitten aan een van de stoelen rond de tafel. Hij gooide zijn zwaard op de tafel en legde zijn armen over elkaar. 'Bij Betida, ben ik verdomme helemaal hierheen gekomen voor een valse melding.' Gromde hij. Ik zette mijn handen in mijn zij en keek hem kwaad aan. 'Alsjeblieft zeg, alsof je zoveel te doen hebt.' Snauwde ik. Jonathan keek me kwaad aan. Er leek wel vuur in zijn ogen te branden. 'Alles is beter dan jouw zielige vriendje redden.' Siste hij. Ik opende mijn mond van verbazing en trok mijn wenkbrauw arrogant op. 'Je bent verschrikkelijk.' Zei ik. Jonathan sloeg met zijn platte hand op de tafel. 'Rot toch op.' Snauwde hij. Ik keek hem uitdagend aan. 'Je kan er gewoon niet tegen dat HIJ mijn vriendje is en jij niet.' Ik schrok van mijn eigen woorden. Maureen's ogen brandden in mijn rug. Jonathan keek me gekwetst aan. Hij schoof zijn stoel naar achter en griste zijn zwaard van de tafel. Hij stak het in zijn wapenriem en liep kwaad naar de deur. Hij smeet de deur hard achter zich dicht. Ik voelde me meteen rampzalig. Ik had hem pijn gedaan, hem serieus pijn  gedaan. Hij had gekeken alsof hij een mes door zijn hart had gekregen. Alsof zijn hart aan stukken gescheurd werd.  Ik haatte mezelf. Het laatste wat ik wou was ruzie met mijn broer. Ik haalde mijn handen door mijn haren en stond in tweestrijd met mezelf. Mijn gedachten draaiden als een gek. Ik stond stil en nam een besluit. Ik keek Maureen kort aan en rende door de deur.

De wind waaide door mijn haren. Ik keek zoekend rond, zoekend naar Jonathan. Waarom ik hem achternaging? Omdat een deel van mijn hart zei dat het moest. Ik liep het grote plein over. Ik baande mezelf een weg door de menigte. Toen zag ik hem zitten. Zijn goudblonde lokken leken goud in het zonlicht. Hij stond tegen een muur aangeleund. Hij staarde levenloos voor zich uit en friemelde aan zijn wapenriem. Ik stapte op hem af. Jonathan's blik ving de mijne. 'Jonathan...' Begon ik. 'Kom je me afsnauwen? Zo ja, rot dan maar een eind op.' Snauwde hij. Ik slikte en keek hem wanhopig aan. 'Jonathan het spijt me.' Zei ik zachtjes. Jonathan lachte sarcastisch. 'Sure.' Mompelde hij, kijkend naar zijn schoenen. Mijn gedachten waren een waarboel, ik wist niet meer wat ik deed en stapte naar hem toe. Mijn schaduw viel over zijn schoenen. Hij tilde zijn hoofd op en keek me vragend aan. 'Ik mee het.'  Zei ik. Jonathan keek grimmig. Hij geloofde me niet. Ik stapte nog dichter naar hem toe. Ik kon zijn warmte voelen zonder hem aan te raken. Jonathan's borst ging sneller op en neer. Hij haalde zijn hand omhoog en streelde mijn wang. Zijn aanraking liet mijn huid tintelen. Ik protesteerde niet. Jonathan zuchtte diep en deed een pluk haar achter mijn oor. 'Ik vergeef je, voor deze keer.' Zei hij. Ik zuchtte en keek hem dankbaar aan. Op dit moment had ik geen zin in ruzie, met wie dan ook. 'Maar weet je wat het is....' Mompelde hij. 'Je had gelijk. En diep in je hart ben je net zoals mij.' Ik keek hem verward aan. 'Diep van binnen hou je van me. Je wilt hetzelfde als mij.' Zei Jonathan. Zijn adem kietelde mijn gezicht. Ik hield mijn adem in en voelde het bloed uit mijn wangen gaan. 

Bitten by an Alpha #2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu