Rook drong zich om me heen, vlammen likten mijn enkels. Ik voelde mijn huid branden. Ik rende, rende steeds verder, door een lange donkere gang. Mijn benen zakten onder me vandaan. Ik viel hard op de grond en voelde de vlammen over mijn lichaam verspreiden. Ik zag een gedaante uit de rook komen. Het was Jonathan. Hij droeg zwarte kleding en had een capuchon over zijn hoofd getrokken. Zijn lach bulderde door de gang. Hij kwam steeds dichterbij. Ik sloeg om me heen, de vlammen likten de punten van mijn haren. Ik keek schichtig om me heen. Ik zag bomen, die in brand stonden. Lichamen op de grond. Ik probeerde overeind te krabbelen. Het zand onder me was droog. Jonathan stond nu voor me. Hij keek me grijnzend aan. Ik voelde het angstzweet over mijn rug lopen. Het was me gelukt om op te staan. De rook zorgde ervoor dat ik niks anders meer kon zien dan Jonathan. Jonathan kwam dichterbij en bleef een paar centimeter voor me staan. Ik voelde zijn adem op mijn huid. 'Ik zei toch dat ik terug zou komen?'
Ik werd met bonzend hard wakker. Ik keek recht in de geelbruine ogen van Sebastian. Hij zat op de fauteuil die in de slaapkamer stond. Hij keek me verschrikt aan. Ik knipperde verbaasd met mijn ogen. 'Gaat het?' Vroeg Sebastian. Ik slikte en knikte. 'Het gaat.' Zuchtte ik. Ik keek naar het tekenblok wat naast Sebastian op een bijzettafel lag. Hij was opengeslagen op een onafgemaakte tekening. Ik keek naar de zorgvuldig getekende schets van een gezicht. Ik sloeg de dekens van mijn benen en liep naar de bijzettafel. Sebastian volgde me met zijn blik. Ik pakte het tekenblok op en volgde met mijn vinger de lijnen. Ik voelde een traan over mijn wang glijden. Het was Suze. 'Suze...' Mompelde ik. Sebastian knikte. 'Ze was mijn enige gezelschap.' Mompelde hij. 'We waren vrienden.' Zei Sebastian zachtjes. Ik legde het tekenblok terug en liep naar hem toe. Sebastian staarde naar de grond. Ik draaide legde een vinger onder zijn kin en draaide zijn hoofd naar me toe. Sebastian's blik vond de mijne. Hij haalde een pluk haar uit mijn gezicht en stopte het achter mijn oor. Ik kuste hem zachtjes. 'Wat droomde je eigenlijk?' Zei Sebastian. 'Er was rook om me heen en vlammen die aan mijn enkels likten. Ik viel, en toen zag ik hem, Jonathan. Hij kwam uit de rook en bleef grijnzend voor me staan. Hij zei: "Ik zei toch dat ik terug zou komen?"' Legde ik snel uit. Sebastian trok zijn wenkbrauwen op. Ik haalde mijn handen door mijn haren en zuchtte diep. Ik keek door de grote ramen naar buiten. De stad leek zo ver weg, maar ook zo dichtbij. Alsof ik erbij hoorde maar er niet echt was.
Ik trok mijn vest aan en deed mijn haar in een knot. Ik keek naar mijn witte gezicht. De sproetjes sprongen er nog meer uit dan eerst. Ik deed mijn handen in de zakken van mijn vest en liep de trap af naar beneden. Ik liep de keuken in. Ik pakte een glas uit de kast en nam een slok. Het water gleed soepel mijn keel binnen. Ik sloot mijn ogen en probeerde mijn gedachten uit te zetten. Telkens kwam het beeld van de bloederige letters in me op. Ik werd er misselijk van. Ik opende mijn ogen en zette het glas met een klap neer op het aanrecht. Ik haalde mijn handen door mijn haar. Ik liep de keuken uit en stapte de woonkamer binnen. Sebastian zat op een van de sofa's te tekenen. Het potlood vloog soepel over het blad. Sebastian's gezicht was in een serieuze blik getrokken. Hij tekende voorzichtig, bang om iets fout te doen. Ik zuchtte en liep de trap naar de slaapkamer op. Ik keek naar het witte doek wat ik mee had genomen van huis. Ik pakte het op en zette het op de witte schildersezel die in de hoek van de slaapkamer stond. Ik pakte de verfblikken en stak mijn verfkwast achter mijn oor. Ik zette de verfblikken naast het schildersezel. Ik pakte een potlood en begon te schetsen. Ik tekende grote vlammen waar rook omheen danste. In het midden tekende ik een jongen. Jonathan. Ik tekende zijn ogen, die een amandelvormige vorm hadden. Ik tekende zijn droge lippen, zijn gespierde armen. Ik liep naar achteren en keek naar mijn schets. Het was precies Jonathan. Er stond een enge grijns op zijn gezicht. Ik pakte de verfkwast.
Ik veegde het zweet van mijn voorhoofd en zette mijn handen in mijn zij. Ik keek trots toe naar mijn kunstwerk. Jonathan was omringd door vlammen en rook. Hij had zijn handen losjes in zijn zakken gestoken. Ik had hem niet allemaal details gegeven. Hij was als een schaduw van zichzelf. Ik voelde twee armen om m'n middel glijden. Een glimlach verscheen op mijn gezicht. 'Je hebt serieus talent.' Zei Sebastian zachtjes. Ik lachte. Ik draaide me om en legde mijn armen om zijn nek. Hij keek me dromerig aan. Ik trok hem tegen me aan en zoende hem. Zijn zachte lippen streelden de mijne. Ik haalde mijn handen door zijn haren. Sebastian trok zich terug. Hij streelde mijn wang. Ik glimlachte. Sebastian liet me los en staarde door het raam. Ik keek met hem mee. Ik keek naar de duizenden mensen. Ze liepen over de straten, pratend in hun mobiel, geïrriteerd, gehaast. Ik zag een vrouw wild met haar handen gebaren terwijl ze in haar mobiel schreeuwde. Het normale leven leek naar mij te schreeuwen, of ik misschien naar het normale leven. Ik zuchtte en schudde de gedachte weg. Ik liep van het raam weg en ging naar mijn schilderij staan staren. Het leek eng realistisch. "Ik zei toch dat ik terug zou komen?" De woorden galmden door mijn hoofd. Hij zou terugkomen, voor mij.
JE LEEST
Bitten by an Alpha #2
WerewolfLEES EERST DEEL 1! Claire en Sebastian zitten voor eeuwig vast bij de Luna Venatores. Er is geen uitweg, niemand kan hen helpen. Sebastian is als speelgoed voor de Venatores. Ze nemen hem elke dag mee naar de ring. Ze martelen hem tot op het randje...