16

267 19 1
                                    

Ik opende mijn ogen en krabbelde verbaasd omhoog. De droom had me in de war gemaakt. Ik sloeg de dekens van me af en wreef in mijn ogen. Ik stond op en liep naar het raam. Mura was prachtig. De opkomende zon kleurde de lucht rood. Ik besloot mezelf klaar te gaan maken. Ik trok de kleding aan die Meredith voor me had klaargelegd. Het was een strakke zwarte broek met een leren jasje erboven. Ik liep naar de spiegel die in de kamer stond en kamde mijn dikke kastanjebruine haar door. Ik trok het elastiekje van m'n pols en deed een wilde knot in mijn haar. Zuchtend liep ik de gang op. Ik deinsde van schrik achteruit. Jonathan stapte de badkamer uit. Ik keek naar zijn gespierde borst en slikte. 'Ik schrok me dood.' Siste ik. Jonathan trok een wenkbrauw op. 'Slecht geweten?' Mompelde hij. Ik negeerde hem en liep de trap af. Ik hoorde Jonathan zijn eigen kamer binnenstappen en de deur achter zich dichttrekken.

De treden kraakten onder mijn voeten. Ik hoorde een zingende stem. Ik duwde de deur naar de woonkamer open en stapte naar binnen. Liv keek op. Ze was een tekening aan het tekenen. 'Claire!' Schreeuwde ze. Haar hoge stemmetje galmde na in mijn oren. Ik toverde een slappe glimlach op mijn gezicht. 'Liv.' Ik keek de woonkamer rond. Liv was helemaal alleen. 'Ben je hier alleen?' Vroeg ik. Liv beet op de achterkant van haar potlood en keek me nadenkend aan. 'Nee, Jon moest even wat pakken.' Zei ze. 'Jon?' Ik trok mijn wenkbrauw vragend op. 'Jonathan.' Zei Liv. Ze keek naar me alsof ik gek was geworden. Ik liep naar haar toe en zakte naast haar neer op mijn knieën. Ik keek naar de tekening die ze aan het maken was. Ze had een paard getekend met wat bomen eromheen. 'Hou je van paarden?' Ik keek haar vragend aan. Liv hief haar hoofd en keek me glanzend van trots aan. 'Ja! Hou jij ook van paarden?' Ze keek me enthousiast aan. Haar kleine groene oogjes straalden. 'Ik ben een beetje bang voor ze.' Gaf ik eerlijk toe. Ik was in groep zes ooit een keertje met een vriendin naar de manege gegaan. We gingen naar volgens haar "het liefste paard van stal". Toen we daar aankwamen kreeg ik meteen een trap. Ik ben huilend terug naar huis gegaan. 'Oh, ikke niet.' Zei Liv. Ze boog zich weer over haar tekening en kleurde het paard in. Ze gaf hem een bruine huid. Het kraken van de deur liet mijn hoofd omhoogkomen. Jonathan stond in de deuropening. Hij had zich aangekleed. Hij droeg een zwarte broek met een zwart shirt erboven. Aan zijn slanke middel hing een zwaard.

'Waarom ben jij zo vroeg op?' Vroeg Jonathan. Hij liep naar een van de fauteuils die in de woonkamer stonden. 'Droom.' Zei ik kortaf. Mijn gedachten sprongen alle kanten op. Jonathan keek me intens aan. Ik voelde mijn hart bonzen in mijn keel. Liv trok me uit mijn gedachten. Ze trok aan mijn arm. Ik draaide mijn hoofd en keek haar vragend aan. 'Wil je dat voor me tekenen?' Vroeg Liv. Ik keek haar niet-begrijpend aan. 'Ze vroeg of je een wolf voor haar wou tekenen.' Antwoordde Jonathan in plaats van Liv. Ik dwong mezelf niet naar hem te kijken. Liv duwde het potlood in mijn hand en keek me afwachtend aan. Ik boog me over het blad en tekende een wolf. Liv greep het potlood uit mijn hand en keek me dankbaar aan. 'Hij is echt mooi.' Zei ze. Ik glimlachte. Ik voelde Jonathan's ogen branden in mijn rug. Ik draaide mijn hoofd naar hem toe en keek hem vragend aan. 'Is er wat?' Vroeg ik. Jonathan haalde nonchalant een hand door zijn haar. 'Nee.' Zei hij. Ik stond op en klopte mijn broek af. Jonathan's ogen volgden me naar de deur. Ik keek hem strak aan en opende de deur die naar de gang leidde. 'Ik ben in de ziekenboeg.' Zei ik kort. Daarna trok de ik de gangdeur achter me dicht.

Ik liep door de lange gangen van de ziekenboeg. Ik speurde met mijn ogen langs de kamernummers. D134, D135, D137, D138. D138, daar moest ik zijn. De deur stond op een kier. Ik klopte kort en duwde de deur verder open. Sebastian stond met een zwaard in zijn hand in de kamer. Hij maakte perfecte steekbewegingen. Ik kuchte. Sebastian stopte en draaide zich om. Er verscheen een glimlach op zijn gezicht toen hij me zag. 'Claire.' Zei hij. Hij stak het zwaard in de wapenriem om zijn middel en liep naar me toe. Hij nam me in zijn armen. Ik sloeg mijn armen om zijn middel en zuchtte. De bekende geur van het bos vermengd met de zee drong mijn neus binnen. Sebastian maakte zich een beetje los en drukte een kus op mijn lippen. Zijn zachte lippen streelden de mijne. Ik keek de kamer rond. Het bed was netjes opgemaakt. 'Hoef je niet langer te blijven?' Ik keek Sebastian vragend aan. Er verscheen een grijns op Sebastian's gezicht. 'Nee, ik logeer vanaf nu bij Razius.' Zei hij. Ik keek hem vragend aan. 'Wie is Razius?' Vroeg ik. 'Een oude vriend van me.' Zei Sebastian. Ik knikte en friemelde aan de rits van mijn leren jasje. Sebastian's blik gleed naar de wapenriem. 'Sinds wanneer heb jij een zwaard?' Hij keek me vragend aan. 'Sinds eergisteren, Maureen's opa heeft hem aan me gegeven. Beliti.' Zei ik. Sebastian opende zijn mond. Ik keek hem afwachtend aan. 'Aha.' Was het enige wat hij zei. Ik voelde de spanning tussen ons hangen. Sebastian rechtte zijn rug en zuchtte. 'Ik moet maar eens gaan, Razius verwacht me.' Ik knikte. Sebastian liep langs me de deur door. Ik hoorde zijn laarzen tikken op de ziekenboeg vloer. Ik liep door de gang en duwde de nooddeur open. Ik kwam aan op een onverharde weg. Er stonden een aantal huisjes langs met rieten daken. Ik zag Sebastian naar een van de huisjes lopen. De deur werd opengedaan door een oude man. Hij had zwart haar en blauwe ogen. Sebastian gaf hem lachend een handdruk en liep naar binnen. 

Bitten by an Alpha #2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu