Ik voelde al mijn spieren zich aanspannen. Ik stapte automatisch achteruit. Jonathan keek me uitdagend aan. 'Heb ik gelijk zusje?' Vroeg hij. Ik slikte en schudde langzaam mijn hoofd. Ik hield van Sebastian, alleen maar van Sebastian. Toch? Maar die dromen dan Claire? Dromen laten toch al je wensen uitkomen? Zei een stemmetje in mijn hoofd. Ik duwde het stemmetje weg en keek Jonathan met opgeheven hoofd aan. 'Ik hou niet van je op de manier als ik van Sebastian hou, en ik zal nooit zo van je kunnen houden.' Zei ik. Jonathan lachte. 'Zusje, voor mij hoef je het niet te verbergen. En alles is insgelijks. Hij hoeft het niet te weten....' 'Nee, nee.' Onderbrak ik Jonathan. Jonathan pakte mijn pols vast en trok me tegen zich aan. Mijn handen belandden op zijn stevige borst. Ik voelde zijn hartslag onder mijn vingers. Jonathan's armen lagen om mijn middel. Hij legde zijn kin zachtjes op mijn hoofd. Ik stond roerloos tegen hem aan. Compleet in shock. Mijn handen hadden zich aan zijn shirt vastgeklemd. Mijn knokkels werden wit. Zijn armen voelden vertrouwd aan. Ik rook voor het eerst zijn echte geur. Hij rook naar sandelhout en vuur. Ik snoof zijn geur binnen en sloot mijn ogen. Mijn gedachten leken verdoofd. Ik hoorde Jonathan zuchten.
Ik liep de ziekenboeg in, samen met Maureen, die Liv droeg. Liv speelde met Maureen's haren. Het leek Maureen niks uit te maken. Ik zag hem al van een afstandje liggen. Hij had zijn ogen gesloten en lag op zijn zij. Ik liep naar zijn bed toe en ging zitten op de stoel die ernaast stond. Ik pakte zijn hand vast en speelde met zijn lange vingers. Maureen probeerde de druk heen en weer rennende Liv te hanteren. Sebastian's ogen gingen langzaam open. Hij keek me glimlachend aan. Ik boog glimlachend voorover en kuste hem. Zijn zachte lippen voelden vertrouwd aan. Sebastian draaide en ging rechtop zitten. Hij leunde nonchalant tegen de bedleuning. Hij keek naar Maureen, die achter Liv aanrende. Liv krijste van het plezier. Maureen greep haar vast en gaf haar de kieteldood. Liv sloeg wild om zich heen. Maureen wist haar armen handig te ontwijken. Er verscheen een glimlach op Sebastian's gezicht. 'Waar denk je aan?' Zei ik. Sebastian speelde met mijn vingers. 'Aan mijn zusje.' Zei hij. Ik keek hem vragend aan. 'Vertel wat over haar.' Zei ik. Sebastian zuchtte diep. 'Ze heet Julia, ze is op haar negende jaar gestorven. Ik leerde haar vechten, ik trainde haar tot een ware strijder. Ze was snel, behendig én dapper.' Sebastian's ogen straalden. 'Ik was erbij toen ze doodging. Ze stierf voor mijn ogen.' Ik keek hem meelevend aan. 'Ze verdronk. Dat was het enige wat ze niet kon, zwemmen.' Zuchtte hij. 'Zullen we vriendjes worden?' Liv's stem doorbrak ons gesprek. Ze stond aan de bedrand en keek Sebastian met stralende oogjes aan. Sebastian toverde een glimlach op zijn gezicht. Maureen kwam aanlopen. 'Liv, laat hem maar.' Zei ze. Ze pakte Liv's armpje vast en wou haar wegtrekken. Sebastian stopte haar. 'Het is oké.' Zei hij. Maureen knikte en verliet de kamer. 'Meneer? Wou je nou vriendjes zijn?' Liv keek Sebastian vragend aan. 'Natuurlijk.' Zei hij lachend. Liv sprong op het bed en ging naast Sebastian zitten. Ze legde haar hoofd op zijn schouder en keek hem smekend aan. 'Wil je een verhaaltje voorlezen?' Vroeg ze. Ze hield een boek voor zijn neus en keek hem lief aan. Sebastian lachte en pakte het boek aan. Hij sloeg het open en begon te lezen.
Ik poetste mijn tanden en liep terug naar mijn slaapkamer. Het boek wat Jonathan aan me had gegeven lag op het nachtkastje. Ik ging op het bed zitten en sloeg het boek open. Ik volgde met mijn vingers de tekst van mijn vader. Ik sloeg langzaam een bladzijde om en begon te lezen.
Het bloed vloeide, verspreidde zich als een inktvlek. Beliti lag kermend op de grond, zijn ogen gesloten. Hij maakte schokkerige bewegingen. Er stroomde bloed uit zijn nek. Ik duwde mijn shirt steviger tegen de wond. Het shirt was doorweekt, bijna zwart van het bloed. Meredith en de Zielen Zusters kwamen aanrennen. Ze droegen een brancard tussen hen in. Drie van de Zielen Zusters hielpen Beliti op de brancard. Ze droegen hem naar binnen. Ik keek Meredith wanhopig aan. 'Het komt wel goed met hem Christopher.' Zei ze. Ik knikte en liep weg.
Ik sloeg geïnteresseerd een bladzijde verder.
Ze stond met haar hoofd over een ledikantje gebogen. Het was al aardig donker aan het worden en de ondergaande zon kleurde de lucht bloedrood. Mijn vrouw draaide zich om en wenkte me. Ik liep naar haar toe en boog me over het ledikant. Jonathan lag te slapen. Zijn hoofd was naar rechts gedraaid. Ik sloeg een arm om mijn vrouw haar middel en trok haar tegen me aan. Daar stonden we dan, als twee blije ouders, kijkend naar hun zoon. Jonathan had een paar haren op zijn hoofd. Ze waren prachtig. Ze leken van goud. Ik streelde zijn kleine wangetje en keek naar zijn kleine armpjes. Later zouden ze gespierd zijn, sterk, de armen van een strijder.
Ik trok verbaasd mijn wenkbrauwen op. Het viel me op dat hij mijn moeder hier alleen beschreef als "mijn vrouw". Ik keek op de wekker die op het nachtkastje stond en legde het boek weg. Ik streelde de leren kaft en de gouden letters. Ik sloeg de dekens om me heen en viel in een rustige slaap.
'Je weet toch dat ik van je hou?' Jonathan keek me smekend aan. Ik keek hem wantrouwig aan. 'Dat weet ik.' Mompelde ik. Jonathan sloeg zijn armen om mijn middel en keek me liefdevol aan. 'Waarom is HIJ hier dan?' Hij keek naar Sebastian, die in de woonkamer van ons huis stond. Sebastian keek me vaag aan, alsof hij ergens anders was met zijn gedachten. Ik trok me los van Jonathan en stapte verder van hem af. Ik keek van Jonathan naar Sebastian, die aan de andere kant van me stond. Ik stond tussen twee jongens. Twee keuzes, twee kanten. Sebastian keek me smekend aan. 'Ik hou van je.' Zei hij. Ik slikte en draaide mijn hoofd de andere kant op. 'Kom.' Zei Jonathan, bijna smekend.' Mijn hersenen draaiden op volle toeren. En toen voelde ik mijn benen in beweging komen. Ze liepen naar rechts, naar Jonathan. Ik trok hem naar me toe en zoende hem.
JE LEEST
Bitten by an Alpha #2
WerewolfLEES EERST DEEL 1! Claire en Sebastian zitten voor eeuwig vast bij de Luna Venatores. Er is geen uitweg, niemand kan hen helpen. Sebastian is als speelgoed voor de Venatores. Ze nemen hem elke dag mee naar de ring. Ze martelen hem tot op het randje...