22

218 17 0
                                    

Meredith kwam uit het huis rennen. Ze had haar zwaard getrokken en hield het beschermend voor zich uit. Haar gezicht had een diepe rode blos en haar haar was warrig. 'Mam, wat is er?' Vroeg Maureen. Meredith hijgde. 'W-we, we worden aangevallen.' Hijgde ze. Jonathan verscheen achter Meredith. Er lagen druppeltjes zweet op zijn voorhoofd. Hij had zijn zwaard ook getrokken en hield het subtiel en losjes vast. 

Het grote plein was veranderd in een waar slagveld. Er waren duizenden wolven aan het vechten. Sommige in hun mensenvorm, anderen in hun wolvenvorm. Tussen de vechtende mensen zag ik haar staan. De grootste nachtmerrie van elke weerwolf. Agatha. Ze keek me strak aan en beende op me af. Ze hield een groot zwaard in haar hand. Het zwaard voelde vertrouwd aan in mijn hand. Ik voelde een hand op mijn schouder. Ik draaide me om en keek recht in de ogen van Meredith. 'Je kan dit.' Zei ze. Ik knikte en draaide mijn hoofd. Ik keek naar Agatha, die steeds dichterbij kwam. Ik zuchtte diep en begon te rennen. Net toen ik dat deed begon ook Agatha te rennen. Ze hief haar zwaard en kwam met een schreeuw op me af. Ik hief Imamaiah. Het harde geluid  van de zwaarden die elkaar raakten galmden door mijn oren. Agatha zette zoveel kracht op mijn zwaard dat het uit mijn hand viel. Het kletterde over de stenen. Agatha hief haar been. Haar voet raakte mijn buik. Ik klapte dubbel en viel met een klap op de stenen. Alle lucht werd in een keer uit mijn longen geperst. Happend naar adem reikte ik naar Imamaiah, die iets verder lag. Agatha's schaduw viel over me heen. Ik keek omhoog. Agatha grijnsde breed en zette haar voet zonder genade op mijn hand. Het kraken van botten vulde mijn oren. Ik kermde van de pijn en probeerde mijn hand onder haar voet vandaan te trekken. Agatha greep mijn zwaard op en streelde de kling. Langzaam haalde ze haar voet van mijn hand. Agatha keek geïnteresseerd naar mijn zwaard. Ik zag mijn kans en trok in een snelle beweging haar been onder haar vandaan. Ze viel gillend op de grond. De twee zwaarden glipten uit haar handen en gleden over de stenen. Ik stond razendsnel op en schopte haar zwaard weg. Ik pakte Imamaiah op en hief hem. Agatha keek me smekend aan. Ik richtte de punt van Imamaiah op haar borst. Ik liet het zwaard zakken.

Een klap tegen mijn schouder haalde me uit mijn evenwicht. Ik voelde mijn benen onder me wegglijden.  Imamaiah raakte de stenen in plaats van Agatha. Er was een man op me gesprongen. Hij klemde zijn knieën om mijn middel. Hij greep mijn polsen vast en pinde ze vast aan de grond. Ik wurmde me alle kanten op. De man was sterk. Hij boog voorover. Zijn warme adem streelde mijn gezicht. Ik verzamelde spuug in mijn mond en spoog het in zijn arrogante gezicht. De man keek me woedend aan. 'Trut.' Snauwde hij. Ik keek hem uitdagend aan. De man reikte naar zijn zwaard, die in zijn wapenriem hing. Hij trok het korte zwaard en richtte het op mijn hart. Ik voelde het angstzweet over mijn rug lopen. De man grijnsde. Zijn gelige tanden verschenen. Ik rilde. De punt van het zwaard prikte in mijn sleutelbeen. De man keek me nog steeds grijnzend aan. En ineens was er een zwarte flits. Ik knipperde met mijn ogen om mijn zicht terug te krijgen. De man lag een paar centimeter naast me op de grond. Er zat een grote gapende wond in zijn nek en zijn ogen keken levenloos mijn kant op. Ik rilde en krabbelde overeind. Jonathan stond hijgend toe te kijken naar de dode man. 'Geen bedankje voor het redden van je leven?' Hijgde hij. Ik knikte hem dankbaar toe en pakte Imamaiah van de grond. Ik draaide mijn hoofd naar de plek waar Jonathan net stond. Maar hij was weg, verdwenen in de menigte van vechtende mensen. Ik zag Agatha verderop vechten met een jongen met witblond haar, Sebastian. Agatha had hem. Ze hief haar zwaard. Ik rende tussen de mensen door. Bloed spatte in mijn gezicht. Een man naast me viel trillend van de pijn neer. Ik naderde Sebastian en Agatha. Ik hief Imamaiah en sprong op Agatha af.

Agatha viel met een gil om. Ik belandde een paar centimeter naast haar. Sebastian stond razendsnel op en griste zijn zwaard van de grond. Zijn lip was open er opgedroogd bloed zat op zijn kin. Er zaten strepen bloed op zijn wang. Agatha krabbelde overeind en keek me woedend aan. Sebastian greep zijn kans en greep een werpmes uit zijn wapenriem. Hij gooide het in één soepele beweging in Agatha's schouder. Agatha gilde van de pijn en draaide zich kwaad om. Ze rukte het werpmes uit haar schouder en gooide het op de grond. Hijgend hief ze haar zwaard. Sebastian hief zijn zwaard. Het geluid van zilver tegen zilver vulde mijn oren. Agatha sloeg in een soepele beweging Sebastian's zwaard uit zijn hand. Ze sprong in de lucht en haalde Sebastian met een harde trap in zijn maag neer. Sebastian viel op de grond en kermde. Ik voelde een stekend gevoel in mijn schouder. Mijn huid verbrandde. Ik draaide me razendsnel om. Een vuist raakte mijn kaak. Ik voelde mijn hoofd neerkomen op de grond. Iemand trok het mes wat in mijn schouder zat eruit. Mijn blik was wazig. Mijn kaak voelde broos aan. De vrouw boven me grijnsde. Haar vuist raakte nog een keer mijn kaak en mijn ogen vielen dicht. 


Bitten by an Alpha #2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu