Bezoek

195 11 0
                                    

Jade

"Hoe gaat het nu met haar?"
"Het gaat wat beter met haar maar veel kan ze niet op dit moment. We hopen voor het beste natuurlijk."
"Wat is er precies gebeurd?"
"Wat er precies is gebeurd weten we niet maar wat we wel weten is dat ze een hele harde klap heeft gehad op haar hoofd. Zelf kan ze zich niet veel herinneren."
Ik knik naar de dokter en ik loop daarna met de zuster mee in het ziekenhuis. Mijn hart klopt in mijn keel. Hopelijk zal ik haar niet in een al te erge situatie vinden.
Ik haat ziekenhuizen, de geur, de kleuren en de mensen er zelf in. Het voelt als een gevangenis. Ik loop de trap op en we lopen daarna een lange gang in.
"Als u verder loopt gaat u vanzelf kamer 301 zien. Daar kunt u haar vinden." Ze lacht vriendelijk naar me en daarna loopt ze weg.
Met snelle passen loop ik naar de kamer.
Wanneer ik voor de deur sta haal ik diep adem en klop ik zachtjes op de deur.
Ik hoor niets dus besluit ik maar om de deur te openen.
Ik schrik wanneer ik zie dat ze er behoorlijk bleek uitziet. Haar ogen zijn gesloten en ze heeft waarschijnlijk niet door dat ik in de kamer ben.

Vera

Ik hoor iemand binnenkomen maar ik besluit om niet direct mijn ogen te openen. Pas na enkele seconden open ik mijn ogen. Ik zie een meisje die naast mij zit en mij geschrokken aankijkt.
"Goede morgen Vera."
Ik wil antwoord geven maar het lukt me niet om geluid te maken.
Ik zie de teleurstelling in haar ogen bij het niet geven van een antwoord.
"Ik was erg bezorgd om u, gelukkig gaat alles nu beter." Ik blijf haar aanstaren, ze komt mij ergens bekend voor maar ik kan het nog niet plaatsen.
"Hopelijk kunt u snel terug naar huis."
"Wie ben jij?" Weet ik nog net uit te brengen.
Ze schrikt van de vraag maar dan herpakt ze zichzelf snel.
"Ik ben Jade, Elena's goede vriendin. Herkent u mij nog?"
Ik schud langzaam mijn hoofd.
"U gaat me wel herkennen maakt u maar geen zorgen."
Ze geeft mij een kus op mijn wang en verlaat dan de kamer.
Ik kijk haar na hoe ze de kamer uitloopt.

Jade

Terwijl ik de deur achter mij sluit voel ik een stroom van verdriet. Ze herkende mij totaal niet. Ze wist echt niet wie ik was. Hoe lang gaat het zo nog blijven. We hebben haar nodig, vooral bij het zoeken van Elena.
Mijn mobiel gaat over en ik neem snel op.
"Hallo."
"Ja met mij."
"Hey Aïsha hoe gaat het met je?"
"Kan beter, ik heb nog last van hoofdpijn maar nu ben ik met Sara in de garage."
"Hoelang duurt het om haar auto te laten maken?"
"Ze mag hem donderdag weer komen ophalen."
Ik zucht diep. "Voortaan letten op de weg wanneer je rijdt, ik kreeg bijna een hartverzakking ja."
"Het was gewoon een ongeluk."
"Die niet had moeten plaats vinden."
"Hoe gaat het met Vera trouwens?" Zegt ze gelijk om van onderwerp te veranderen.
"Goed, soort van."
"Herinnert ze zich nog steeds niets?"
"Ze wist totaal niet wie ik was."
"Bij mij ook al. En niemand weet hoe ze aan die hersenschudding komt?"
"De dokter zei dat ze buiten in Werendam op straat was gevonden door iemand en die had toen de ambulance gebeld. Ze heeft een klap gehad op haar achterhoofd met iets."
"Waarom zou iemand dat zomaar doen en wat deed ze helemaal daar?"
"Pff, ik weet het niet. Zolang ze zich niets herinnert zullen we er ook niet achterkomen."

Vera

Mijn hoofd doet op een hele rare manier pijn wanneer ik mijn hoofd probeer te tillen. Ik verkramp en lig dan weer stil op mijn bed. Voor enkele seconden staar ik voor mij uit. Nog voordat ik mijn ogen kan sluiten om in slaap te vallen gaat de deur weer open. Een vrouw komt naar binnen en gaat vervolgens naast me staan.
Ze kijkt me kort aan in de ogen en slaat daarna haar ogen neer.
"Kun je, je nog iets herinneren van wat er paar dagen geleden is gebeurt?"
Ik blijf haar verbaast aankijken. Wie is zij en waar heeft ze het over?
"W-w-wie ben jij?" Vraag ik aan haar.
Ze kijkt me nu weer aan maar dit keer met angstige ogen.
"Iemand die ook hulp nodig heeft."
Ik kijk haar niet begrijpend aan waardoor ze vervolgens in haar tas loop te graven.
Ze haalt er twee foto's uit.
"Dit is mijn dochter," Zegt ze met tranen in haar ogen terwijl ze naar een jong en vrolijk kind wijst die lachend de lens inkijkt, "Ze is al een tijd vermist. We hadden dit besproken. We hadden een plan samen om haar te vinden."
Ik snap niet waar ze het over heeft en ik frons bedachtzaam mijn wenkbrauwen.
"Dit is jouw dochter, Elena. Zij is ook vermist. Kom op, je herinnert je toch wel op z'n minst iets." Ik hoor hoe luider en wanhopiger haar stem klinkt.
"Ik heb geen dochter." Ik kijk haar verschrikt aan. Heb ik een dochter?
Sinds wanneer? "Je hebt een dochter, Elena. Ik heb je hulp nodig. Laat mij niet in de steek." Ik schrik wanneer ze mijn arm vasthoudt en mij door elkaar schudt. "Je kan haar niet vergeten. Elena heet ze. Jij en ik zouden ook mijn dochter vinden. Alsjeblieft, help mij." Door haar geschudt voel ik mijn hoofdpijn erger worden.
Nog voordat ik het woord stop kan uitbrengen gaat mijn kamerdeur weer open.
"Wie bent u en waar denkt u wel mee bezig te zijn?" Het meisje dat net in de kamer was komt weer binnen.
"Niets." Ze pakt per direct haar tas en zegt nog snel hard genoeg dat alleen ik het kan horen "Herinner mij alsjeblieft, ik heb je nodig."
Ik kijk haar na hoe ze de kamer uitloopt waarna het meisje haar naar buiten volgt .
Op mijn bed ligt nog een foto die ik pak.
Ik staar naar de foto en ik kijk er lang naar.
Ik voel iets wat ik moeilijk kan beschrijven alsof ik een band met dit meisje heb. Elena heet ze dus. Ik voel mijn hoofd weer kloppen en ik besluit om de foto onder mijn kussen te zetten. Daarna sluit ik mijn ogen.

Behind closed doorsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu