Aïsha
Met mijn vingers haal ik mijn haar uit mijn gezicht en doe ik het achter mijn oor.
Ik ruik de frisse ochtend lucht die mijn longen vullen. De felle zon schijnt op mijn huid en ik voel de zonnenstralen mijn lichaam opwarmen.
Het park is stil en ik hoor de vroege vogels fluiten alsof ze aan iedereen willen kenbaar maken dat het tijd is om op te staan.
Ik kijk naar mijn horloge en ik zie dat het al tien minuten over tien is.
Ik had om tien uur met hem hier afgesproken.
Het laatste wat ik wil is dat iemand op het laatste moment afzegt.
Hij kon op z'n minst zeggen dat hij later zou komen of desnoods dat hij helemaal niet kon komen. Ik voel mijn irritaties opborrelen en ik vraag mij af of het wel zo slim was om hem te vertrouwen of hem uberhaüpt in onze plan te betrekken."Sorry dat ik te laat ben, ik wist niet precies waar je stond. Ik heb je overal lopen zoeken." Ik herken David zijn stem en ik draai mij gelijk om.
"Ik zei dat we bij dit standbeeld zouden afspreken." Komt het geërgerd uit mijn mond.
"Er zijn er twee."
"Laten we lopen."
Je bent toch niet boos?"
"Nee David. Het is al goed. Je bent in iedergeval gekomen." Sus ik hem snel.
We lopen samen in het park en ik vraag mij nu pas af hoe ik het naar hem ga brengen om mee te doen met een best wel gevaarlijk plan.
"Je wilde mij iets vertellen?"
"Vertellen?" Komt het onzeker uit mijn mond," Ik wilde je meer iets vragen."
"Vraag maar."
"Het is meer een gunst eigenlijk."
"Aïsha wat is het?" Ik hoor de hele lichte irritatie in zijn stem die er waarschijnlijk niet is maar door mijn zenuwen doet dat mij nog erger twijfelen aan het feit of ik het wel nog moet vragen.
"Aïsha?"
"Ik heb je hulp nodig met Elena." Daar, het is eindelijk uit mijn mond. Ik kijk hem verwachtingsvol aan hoewel ik hem het plan nog niet heb uitgelegd. Op dit moment is hij dus niet zoveel wijzer dan eerst.
"Wat wil je dat ik voor je doe." Zegt hij zonder mij aan te kijken.
"We hebben een manier weten te vinden hoe we Elena zouden kunnen krijgen."
"Hoe bedoel je?" Ik heb het gevoel alsof dit meer een retorische vraag is want hij tuurt bedenkelijk voor zich uit zonder nog iets te zeggen.
"Zoals ik het zeg."
"Wat is dan het plan Aïsha, op dit moment geef je mij stukjes informaties alsof ik het uit je moet trekken."
"Faye kwam met het idee."
"Wie is Faye?"
"Dat doet er niet toe."
"Als jij wilt dat ik participeer aan je plan dan wil ik alles weten."
"Dat is een lang verhaal." Wimpel ik hem af.
"Verdomme Aïsha!" Ik schrik van zijn onverwachtse uitbarsting en ik sta nu stil.
"Hoe wil je dat ik je help als je mij nooit iets verteld. Je sluit je altijd af."Zonder een woord te zeggen blijf ik hem aankijken terwijl de woorden uit zijn mond stromen. Zijn wangen en neus zijn rood door de kou en zijn kaak die een enorme mannelijkheid uitstraalt is nog steeds ongeschoren.
Ik ontwaak uit mijn lichte dagdroom en ik zie hem ernstig naar mij kijken alsof hij een antwoord van mij verwacht.
"Weet je wat, het was stom van mij om hier te komen."
"Wat? Hoezo?"
" Hoezo?" Herhaalt hij mij bespottelijk," Ik stel je net honderd en één vragen maar je geeft geen antwoord."
"Wat wil je weten?"
"Ik ga naar huis." Hij draait zich om, om weg te lopen.
"Fijn, laat mij maar weer barsten zoals altijd." Roep ik hem wanhopig na."We gaan het niet daarover hebben."
"Wat wil je daarmee zeggen?"
Door mijn woorden staat hij nu stil en ik kijk hem doordringend aan.
"Aïsha je hoeft niet van alles een probleem te maken."
"Jij weet als geen ander waarom ik mij afsluit van de buitenwereld. En dan toch word je boos als ik het doe."
"Dat is geen reden-"
"Om wat Dave!" Onderbreek ik hem.
Hij kijkt mij aan en ik sta nu pas stil bij het feit dat ik hem Dave heb genoemd.
Zo noemde ik hem altijd toen wij nog een relatie hadden. Oftewel ik zei altijd Dave in plaats van David als ik mij alleen voelde en naar zijn liefde of genegenheid hunkerde. Dave was mijn koosnaampje voor hem. Alleen ik noemde hem zo en dat weet hij.
Ik vertelde al mijn diepste geheimen aan hem, al mijn problemen, ik luchtte daadwerkelijk heel mijn hart bij hem.
Ik sla mijn vingers voor mijn mond en ik blijf hem verschrikt aanstaren.
"Aïsha." Hoor ik hem zacht zeggen. Ik hoor een bepaalde tedering in zijn stem.
"Misschien is het beter als je gaat."
"Nee dat doe ik niet. Dat is het laatste wat ik nu zal doen."
"Dit gaat nooit werken David." Ik weet nu niet of ik het over het plan heb of onze persoonlijke relatie.
"Waarom niet?"
"Omdat er meer negatieve elementen aan vasthangen dan positieve."
Ik zie de enorme teleurstelling in zijn ogen en ik weet dat dit hem meer dan ooit heeft geraakt.
Wil ik echt alles weer opnieuw meemaken? Al die bloed zweet en tranen?
Ik zucht en ik kijk hem in zijn ogen aan. Ik voel geen aantrekkingskracht die ik voorheen voelde in zijn bijzijn.
Misschien is het eindelijk over.
Het enige wat nu tussen ons aanwezig is, is de ijzige stilte van deze ochtend die enkele minuten geleden eerst bevredigend aanvoelde. Zelfs de vogels hoor ik niet meer fluiten of ben ik nu zo diep in mijn gedachten verzonken dat slechts mijn onderbewuste actief is?"Wanneer spreken we af?"
Ik kijk hem verontrustend aan. Alsof hij nog niet heeft begrepen wat ik zo net bedoelde.
"David ik zei net dat-"
"Om het plan te bespreken over Elena." Onderbreekt hij mij direct zonder mij aan te kijken.
Ik kijk hem vol verbazing aan en daarna herstel ik mijzelf snel.
"Bij Faye thuis. Daar zullen we alles bespreken."
"Oké."
"Ik stuur je het adres en tijdstip zo snel mogelijk." Zeg ik er nog snel achterna.
Hij knikt maar het enige wat ik in zijn ogen zie is pure pijn. Het zorgt ervoor dat ik mij verrot van binnen voel en het liefst wil ik hem nu vasthouden en omhelzen.
Ik hou mij in en ik kijk hem na terwijl hij van mij vandaan loopt.
Zijn rug waar ik nu naar kijk vormt voor mijn gevoel een barrière tussen ons.
Mijn lippen blijven stijf op elkaar als een gevangenis die mijn woorden achter een grote tralie vasthoudt.
Misschien moet ik al dit achterwege laten en mij meer focussen op Elena. Ik zucht diep en ook ik draai mij nu om, om naar huis te gaan.
JE LEEST
Behind closed doors
Mystery / ThrillerZe zeggen wel dat verliefdheid je blind maakt, dat is bij Elena zeker het geval aangezien niemand Jermain goedkeurt. Maar wie had ooit kunnen bedenken dat ze in zo'n diepe dal terecht zou komen. Is Jermain wel zo geweldig als ze dacht? Hadden haar...