Aïsha
Zijn woorden blijven zich herhalen in mijn hoofd terwijl ik in mijn auto zit.
Ik spreek mijzelf nog eens de moed in. Ik kan het, ik ben sterk genoeg om het te kunnen doen.
Mijn gedachtes dwalen af naar een paar dagen geleden toen David zo attent was om met mij mee te gaan naar Vera in het ziekenhuis.
Ik sluit mijn ogen even om weer terug te kunnen gaan naar dat moment toen hij naast mij zat en mij met zijn donkere ogen, die bijna diepzwart leken in de winterse zon, aan bleef kijken.
Zijn aanraking en zijn woorden deden mijn huid tintelen. Het deed mij denken aan vroeger. Vroeger toen alles beter was, toen wij nog zo jong en naïef waren, toen wij altijd zoveel tijd samen doorbrachten, toen wij nog bij elkaar waren..
Ik moet opeens terug denken aan de aanraking van zijn lippen op die van mij. Het voelde zo verrukelijk, zo ravissant, zo..
Ik schud mijn hoofd hevig om al die gedachtes kwijt te raken.
Nee, focus even.
Het doet pijn om te weten dat we niet meer bij elkaar zijn maar het is wat het is.
Ik kan het verleden niet veranderen. Er is zoveel gebeurd tussen ons dat hoewel we misschien toch wel samen willen zijn, dat het gewoon bijna onmogelijk is.Ik maak mijn autoriem los terwijl ik om mij heen naar buiten tuur.
De lucht is langzamerhand donkerder aan het worden en het zou mij niets verbazen als het over een half uur pikdonker zal zijn buiten.
Ik stap mijn auto uit en doe dan de autoportier op slot.
Met mijn handen in mijn zakken loop ik bibberend van de hevige wind die mij tegenmoet komt naar voren.
De buurt om mij heen is behoorlijk stil, zo stil dat het bijna angstaanjagend wordt.Ik hou mijn adem in wanneer ik voor het huis sta.
Ik wil toch wel participeren in haar plan. Als dat de enige manier is om een einde te maken aan dit alles, dan moet ik mijn angst opzij zetten en er voor gaan.
Met de klein beetje moed die ik in mij heb klop op de deur.
Het blijft doodstil. Ik klop weer maar dit keer iets harder.
De stilte blijft en ik kijk door het raam om misschien een mogelijke beweging te kunnen opvangen.
Binnen is het donker en ik zie helemaal niets.
Ik loop naar het raam waarbij de zwarte gordijnen niet volledig dicht zijn waardoor ik door het kleine spleetje toch nog naar binnen kan gluren.
Ik zucht. Precies vandaag is ze er weer niet.
Ik wil terug naar mijn auto lopen maar iets houdt mij tegen.
Ik sta stil en ik kijk dan schichtig om mij heen. Er is helemaal niemand op straat. Het enige wat ik hoor is het gesuis van struiken.
Ik loop naar de achterkant van het huis waardoor ik in de tuin terechtkom.
Ik analyseer het huis volledig en daarna loop ik naar een raam die toevallig niet volledig dicht is.
Beter gezegd, hij staat op een kiertje.
Zonder na te denken duw ik het raam maar dan kom ik erachter dat, dat toch niet zo gemakkelijk gaat. Hij zit vast.
Ik geef nog steeds niet op en ik duw met al mijn kracht het raam open.
Met veel gekraak gaat hij eindelijk volledig open.
Zonder erbij na te denken wurm ik mijzelf door het raam het huis in.Mijn hart begint weer als een razende te kloppen als ik mij in een lege slaapkamer bevind. De geur die ik rook toen ik hier voor het eerst was komt weer door mijn neusgaten naar binnen. Het lijkt nu zelf nog erger te stinken dan voorheen.
Om niet lang te treuzelen sluip ik de kamer uit richting de woonkamer.
Mijn mobiel geeft mij genoeg licht om alles om mij heen te kunnen zien.
Ik weet eigenlijk niet eens naar wat ik precies zoek maar toch blijf ik laadjes openen en kijk ik tussen alle brieven die ik mogelijk kan vinden.Ik loop weer de woonkamer uit en ik sta weer in de gang.
Mijn ogen gaan naar een kamer waarbij de deur niet volledig dicht is.
Ik loop er naartoe en ik doe dan langzaam de deur open.
Dit keer is het geen lege kamer. Ik zie een oudbollige bureau staan met een versleten stoel en een tafellamp die nog steeds aan staat maar weinig licht vrijgeeft.
Ik loop er naar toe en ik kijk naar het papier op tafel. Het zijn voornamelijk oude kranten waar ik geen aandacht aan schenk.
Ik wil alweer weg gaan totdat mijn ogen blijven haken op een krantenkop.
"Jonge vrouw sterft bijna in een verbrand huis."
De foto die erbij staat is van een huis waar niet veel van over is. Tot mijn verbazing herken ik de locatie. Ik sla de bladzijdes om en mijn ogen gaan snel over de regels.
Mijn hart staat voor een seconde stil als ik een bekend gezicht zie.
Dat is haar. Vandaar dus die branwonden.
Ik lees het nog een keer hardop.
"S'hertogenstraat nummer 14.""Daar woonde ik ja."
Ik schrik en wanneer ik opkijk kijk ik recht in haar ogen. Ik voel mij behoorlijk betrapt.
Ik weet dat ik geen verklaring heb voor mijn verschijning in haar huis en ik zie ook geen manier hoe ik mogelijk uit dit huis zou kunnen vluchten.
Ze staat nog steeds in de deuropening naar mij te kijken.
Ik schraap mijn keel.
"Er staat hier dat je het huis in rende. Waarom?"
Zonder haar ogen van mij af te halen geeft ze antwoord op mijn vraag.
"Mijn zusje was in dat huis. Ik wilde haar redden."
"En was het gelukt?"
Dit keer zie ik tranen opwelmen terwijl ze mij nog steeds blijft aankijken.
"As."
"As?"
"Het huis was... althans de kamer waar ze in was, was al bijna uren in brand. Tegen de tijd dat ik er was of zelfs de brandweer was haar lichaam veranderd in as."
Het drinkt nu pas tot mij door wat haar woorden betekenen.
"Je bedoelt...?" Ik durf het niet eens uit te spreken.
"Ja."
"Maar hoe heeft dit kunnen gebeuren?" Zeg ik met een brok in mijn keel.
"Jermain." Ik hoor de kilte in haar stem die bijna niet onmisbaar is.
Ik voel een koude rilling mijn lichaam besluipen en ik kan mij niet meer verroeren.
Geluidloos herhaal ik de naam.
Jermain.
JE LEEST
Behind closed doors
Mystery / ThrillerZe zeggen wel dat verliefdheid je blind maakt, dat is bij Elena zeker het geval aangezien niemand Jermain goedkeurt. Maar wie had ooit kunnen bedenken dat ze in zo'n diepe dal terecht zou komen. Is Jermain wel zo geweldig als ze dacht? Hadden haar...