Aïsha
Ik voel de regendruppels van mijn voorhoofd langzaam naar mijn slaap glijden. Mijn handen voelen ijskoud aan terwijl het bijna 20 graden is.
Ik zie hoe de lentezon langzaam ten onder gaat.
Met mijn handen in mijn zakken loop ik richting een steegje waar ik met haar had afgesproken.
Een zucht verlaat mijn mond en ik kijk dan snel om mij heen.
Het begint al vrij donker te worden en er zijn niet al te veel straatlampen hier in de buurt om alles goed te kunnen zien."Je bent er."
Ik schrik van de onverwachtse stem die ik uit het niets achter mij hoor.
"Rustig, ik ben het maar."
Zodra ik zie wie het is, knik ik ter begroeting.
"kom mee." Zegt ze terwijl ze schichtig om zich heen kijkt."Waar gaan we heen?"
Ze blijft voor mij lopen zonder een woord te zeggen.
We lopen nu het steegje uit en komen uit in een soort van verlaten buurt.
Ik neem de omgeving in mij op. Ik weet dat ik op dit moment niemand volledig kan vetrouwen dus moet ik zo dus danig mij best doen om de omgeving rondom mij goed te kennen.
Ik voel de kiezels onder mijn voeten knarsen terwijl ik haar probeer bij te houden.
"Ga je mij nog vertellen waar we naar toe gaan?"
De windvlaag die langs mijn gezicht komt neemt de volume van mijn stem mee waardoor mijn woorden kracht verliezen.
Ik voel dat mijn geduld op begint te raken en dat ik mij eigenlijk op dit moment wil omdraaien en mij naar mijn appartement wil begeven.
Een antwoord is blijkbaar ook teveel gevraagd.
Ik stop met lopen en wacht tot op het moment dat ze door heeft dat ik niet meer achter haar loop.
Ze draait zich om en kijkt me verbaasd aan.
Althans dat denk ik, aangezien haar hele gezicht behalve haar ogen bedekt zijn onder een dikke zwarte sjaal en muts."Kom je nou?" Ik hoor een lichte irritatie in haar stem.
"Ik heb nou al 2 keer moeten vragen waar we naartoe gaan maar je geeft totaal geen antwoord."
"Als je mij volgt dan kom je er zo achter."
"Mag ik het ook weten voordat ik de duisternis betreed?" Ik voel de sarcastische ondertoon die ik heb er van af druipen.
We zijn enkele meters van elkaar verwijdert maar het draaien van haar ogen zijn zelfs van een kilometer afstand zichtbaar.
"Jij hebt mijn hulp nodig."
"Wij hebben elkaars hulp nodig." Verbeter ik haar direct.
Een diepe zucht verlaat haar mond en ze herhaalt vervolgens mijn zin.
"Kijk, wij hebben elkaars hulp nodig dus het lijkt mij vrij sterk dat ik jou wat aan ga doen. Ik heb op dit moment niemand die mij kan helpen. Dus kom nou maar mee."
Mijn gezicht betrekt maar ik neem toch een aanstalten om te lopen. Ik wil immers Elena vinden.
Nadat enkele minuten zijn verstreken zie ik dat we richting een verlaten huis lopen. Het is duidelijk merkbaar dat het huis zelf lang niet is onderhoudt.
Ik voel alweer een windvlaag alleen voelt deze wat minder aangenaam. De temperatuur is hevig naar beneden gedaald of lijkt het maar zo?
De duisternis en de kou van de buitenwereld zorgen ervoor dat ik zonder na te denken het huisje direct inloop zodra zij de deur opent.Ik hoor de vloer lichtjes kraken wanneer ik mijn voet erop plaats.
"Jouw huis?" Zeg ik als ze de deur achter mij sluit.
"Soort van ja."
Ze loopt naar een bank die er nogal beroerd bij staat en gooit haar jas erop.
Met mijn ogen volg ik haar handelingen terwijl ik nog steeds bij de deur opening sta.
"Je mag gaan zitten." Ze klopt het stof dat op de bank zit er van af en wijst er daarna naar zodat ik kan gaan zitten.
Langzaam begeef ik mij naar de bank en probeer ik zo rustig mogelijk op te zitten, bang dat het ieder moment uit elkaar kan vallen.
"Wil je wat drinken?" Zegt ze terwijl ze haar koelkast opent die niet bepaald iets te bieden heeft.
"Nee, bedankt." Ik bekijk aandachtig de ruimte waar ik mij nu in bevind.
De muren zijn niet bepaald wit gebleven doorheen de jaren. De muren zijn zo erg verkleurd dat het bijna geel lijkt en dan heb ik het niet eens over de schimmelplekken in bijna iedere hoek van de kamer.
Ik zie wat krantenknippsels op de tafel schuin tegenover mij maar ik kan moeilijk lezen wat er staat.
"Je leest de krant?" Het klinkt eerder spottend dan een oprechte vraag.
"Ja en wat dan nog?" Ik hoor de verontwaarding in haar stem. Zonder nog wat te zeggen loopt ze naar het tafeltje en pakt ze alle krantenknippsels.
Ze opent de keukenla en propt alles er ruw in.
Ze doet haar muts af en voor het eerst zie ik haar zwarte haren die in een slordige staart, waarschijnlijk uit haast, is vastgebonden.
Haar sjaal haalt ze vervolgens ook af.
Het zwakke licht van het nachtlampje dat in de hoek van de kamer is zorgt ervoor dat er nog wat te zien is in deze obscuriteit.
Ik schrik wanneer ik zie dat ze allemaal littekens op haar gezicht heeft alhoewel, wanneer ik langer kijk zie ik dat het geen littekens zijn maar brandwonden.
"Maak gelijk een foto."
Ik voel mij betrapt als ik opeens haar woorden in de ruimte hoor galmen.
"Sorry, ik bedoelde het niet zo."
"Doet er niet toe." Onderbreekt ze mij abrupt.Ik zucht diep.
"Wat is eigenlijk het plan?" Vraag ik als ze voor mij komt zitten.
"We gaan inbreken in zijn huis."
"Je bedoelt het huis van Jermain?"
"Ja, wie anders?"
Ik blijf haar aankijken in haar diep donkere ogen en daarna glijden mijn ogen vanzelf weer naar haar brandwonden die overigens ook in haar nek overlopen.
"Hoe?" Zeg ik daarna.
"Laat dat maar aan mij over."
"Dus je wilt zeggen dat je weet waar ze zijn? Waarom heb je dat niet eerder verteld. De politie kan hen gaan halen en-"
"De politie mag hier niets van weten, hoor je mij."
Ik huiver van haar onverwachtse luide stem.
"Begrepen?" Zegt ze weer terwijl ze mij doordringend aankijkt.
Ik schraap mij keel en knik daarna zonder wat te zeggen.
"Mooi." Ze loopt weer naar de keuken om een glas water te pakken.
JE LEEST
Behind closed doors
Mystery / ThrillerZe zeggen wel dat verliefdheid je blind maakt, dat is bij Elena zeker het geval aangezien niemand Jermain goedkeurt. Maar wie had ooit kunnen bedenken dat ze in zo'n diepe dal terecht zou komen. Is Jermain wel zo geweldig als ze dacht? Hadden haar...