Nummer 14

171 10 0
                                    

Aïsha

Ik kijk om mij heen, dit lijkt wel een verlaten dorpje. Er is niets of niemand te zien op straat. Ik stop mijn sleutels in mijn zak en ik herhaal het adres in mijn hoofd s'Hertogenstraat nummer 14. Ik loop langs een weiland waar ik één koe zie staan. Wel redelijk frappant om te zien dat er op zo'n groot stuk grasveld maar een koe losloopt.
Het is ook nog eens vrij donker voor een zaterdag namiddag en dat terwijl het pas half vijf is.  Ik voel een koude briesje langs mijn oren en ik heb nu al spijt dat ik geen jas heb meegenomen. Ik hoor de steentjes  waar ik op loop kraken onder mij schoenzolen.
Nummer 14 moet ik vinden. Ik kijk naar de nummers op alle deuren.
Nummer 2,6,8,10,12.. Nummer 14? Ik neem weer enkele stappen terug om het adres te controleren. Ja, dit is het s'Hertogenstraat.
Ik ga weer langs alle deuren. Waar is nummer 14 dan? Ik loop de straat uit en ik kijk om mij heen, in de verte zie ik een benzinestation. Ik loop er direct naar toe.

"Goede avond." Zeg ik zodra ik het winkeltje instap. Ik krijg geen antwoord terug en ik zie ook niemand hier binnen. Wat een raar dorpje is dit zeg. Ik loop tussen de schappen en ik kijk in de tussen tijd rondom mij voor het geval als ik een levend wezen zou kunnen zien.
"Kan ik je ergens mee helpen?" Ik schrik wanneer ik onverwachts een stem hoor. Ik zie naast mij een jonge meid van rond de 20 jaar staan. Ze tikt iets op haar mobiel en kijkt mij daarna lang aan zonder wat te zeggen. Haar kauwgom gesmak irriteert mij behoorlijk.
"Ik ben nog even aan het kijken."
"Oké." Ze kijkt me doordringend aan en blaast daarna een belletje met haar kauwgom. Daarna loopt ze weg.
Hmm oké, heel raar dit. Ik kijk naar haar wanneer ze achter  de kassa staat en op haar mobiel staat te tikken. Ik besluit uiteindelijk om een pakje kauwgom te kopen en ik loop ermee naar de kassa.
"Dat is dan 4,50."
Ik frons mijn wenkbrauwen.
"Zo duur voor een pakje kauwgom?"
"Wil je hem nou of  niet?" Ze tikt heel ongeduldig met haar nagels op het tafeltje naast haar.
"Ik koop hem wel. Kan ik met de kaart betalen?"
Ze knikt en kijkt dan naar hoe ik mijn bankkaart uit mijn binnen jaszak haal. Ik voel haar ogen in mij branden. Voordat ik nog mijn kaart kan gebruiken zegt ze uit het niets, "Wat doe jij hier?" Ik kijk haar verbaast aan.
"Uhm, hoe bedoel je?"
"Precies zoals ik het zeg. Er komen hier nooit zomaar bezoekers."
Een beetje van slag geslagen door haar vraag stop ik mijn kaart weer in mijn jaszak.
"Hoezo niet?"
"Heb je niet om je heen gekeken, er lopen hier bijna  nooit mensen rond. Deze winkel gaat bijna failliet. Niemand koopt hier wat." Ze blaast weer een bel en kijkt me dan met geknepen ogen aan.
"Waarom lopen er geen mensen hier rond dan?"
"Dat weet ik niet, zolang ik maar word betaald."
Ik kijk haar bedenkelijk aan en zeg dan uiteindelijk, "Weet je waar de s'hertogenstraat is?"
"Je kwam daar letterlijk net vandaan. Ik stond al een tijdje naar je te kijken."
"Oh."
"Ja." Ze kauwt weer even hinderlijk als net op haar kauwgom.
"Ik ben heel toevallig naar nummer 14 aan het zoeken maar ik kan hem niet vinden."
Ze stopt met kauwen en kijkt mij daarna lang aan.
"Nummer 14?"
"Nummer 14 inderdaad."
"Weet je zeker dat je dat nummer zoekt."
Ik knik dit keer wat minder vastberaden.
"Ja, hoezo?"
"Dat huis bestaat niet meer."
"Ik snap het niet."
" In de fik, weg, foetsie, verdwenen."
" In de fik gestoken? En de mensen die daar wonen dan?"
"Je hebt wel heel veel vragen. Dat huis bestaat al meer dan 2 jaar niet meer. Ik weet niet wie je aan het zoeken bent maar daar wonen ze in ieder geval niet meer." Ze kijkt weer in haar mobiel en schenkt mij geen aandacht meer.
"Misschien kan ik je wel helpen." Hoor ik zacht achter mij.
"Sorry?" Ik kijk om mij heen maar ik zie niemand.
"Ik denk dat ik je kan helpen." Dit keer weet ik zeker dat ik iets heb gehoord en dat ik mij niet hallicuneer. Ik loop richting het geluid en uit het niets zie ik een meisje die waarschijnlijk even oud als ik kan zijn van achter de schappen verschijnen.  Ze heeft een zwarte sjaal rond haar nek die ook zo haar mond verbergt en met haar capuchon op zijn alleen haar ogen zichtbaar.
"Hoe kan je mij helpen?"
"Niet hier." Ze loopt de deur uit en wenkt mij om haar te volgen.
Wanneer we buiten staan trekt ze mij een steegje in.
"Er zijn in dit dorp teveel pottekijkers." Zegt ze zacht,"Naar wie ben je trouwens opzoek?' Ik vraag mij af of ik haar kan vertrouwen. Niet dat ik veel keus heb op dit moment want ik ben hier namelijk gekomen om antwoorden te krijgen op al mijn vragen.
"Caroline." Zeg ik terwijl ik haar blijf aankijken.
"Caroline..." Ze herhaalt de naam heel zacht.
"Je kent haar? Caroline van Ingeborg?"
Ze kijkt mij nadenkend aan en knikt daarna heel langzaam.
"Waar is ze?"
"Niet hier in iedergeval."
"Waar dan wel?" Zeg ik dit keer ongeduldig.
"Ik weet het niet."
"Dus je kunt mij niet helpen?"
"Jawel maar,..."
"Maar wat?"
"Het is iets meer ingewikkelder dan je zou denken."
"Dus je hebt mij voor niets helemaal naar buiten meegenomen?" Ik voel mij in de maling genomen. Boos draai ik mij om, om naar mijn auto te gaan lopen. Ik heb mijn tijd hier gewoon verspild.
"Wacht!"
"Ach man, laat toch waaien." Zeg ik zonder haar aan te kijken.
"Caroline..," Ik hoor een aarzeling in haar stem alsof ze twijfelt of ze het wel wilt zeggen, " Caroline is mijn moeder."
Ik vertraag mijn stappen en draai mij dan om.
"Hoe weet ik nou of jij niet liegt?" Ik sta nu recht tegenover haar.
"Omdat ik weet dat Vera in het ziekenhuis ligt en regelmatig door mijn moeder wordt bezocht."
Ik ben voor een paar seconden sprakeloos en ik kijk haar verbaasd aan.
"Waarom zou ik jou moeten vertrouwen?"
"Omdat ik jou hulp net zo hard nodig heb als jij die van mij."

Behind closed doorsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu