Angst

140 10 0
                                    

Elena

Met veel moeite doe ik mijn ogen open. Ik knipper een paar keer om beter te kunnen zien. Mijn kont doet pijn van de stalen stoel.
Mijn polsen zitten vastgebonden op de armleuningen. Ik doe mijn ogen wijd open om te kunnen zien in de duisternis maar het is pikdonker. Mijn mond voelt kurkdroog aan dus probeer ik een beetje speeksel te produceren met mijn tong.
Ik probeer eventueel nog ruw met mijn armen te bewegen om het los te krijgen maar daarmee schuurt mijn pols pijnlijk tegen het dikke touw aan.
Ik ben er nog steeds, in deze verotte kamer.
"Wat moet dit allemaal voorstellen?" Roep ik hard. Ik hoor hoe dof mijn stem klinkt. Alsof al het geluid niet buiten deze kamer komt.
"Laat mij hieruit!"
Ik schrik wanneer het licht uit het niets aan gaat. Mijn ogen worden verblindt en moeten nog wennen aan het licht.
Ik kijk om mij heen en ik zie 3 mensen onder andere Jermain die achter een raam staan en naar mij kijken. Ze hebben alledrie een wit hesje aan en één iemand heeft een blad vast waar hij op schrijft.
Ik kijk ze verbaasd aan. Wat is dit, ben ik nu een proefkonijn of wat?
Ik begin ruw op de stoel te bewegen.
"Laat mij hieruit!"
Ze kijken mij alledrie emotieloos aan.
Ik voel de zweetdruppels op mijn voorhoofd die langzaam naar mijn slaap rollen. Mijn haar plakt op mijn gezicht en mijn mond voelt nog steeds droog aan.
De deur gaat open en dezelfde vrouw die ik in mijn kamer had gezien staat nu in de deuropening.
Ze heeft handschoenen aan en een naald in haar handen.
"Wat ga je doen?" Zeg ik wanneer ze dichterbij komt.
"Zit stil."
Ik kijk naar de lange naald die steeds meer mijn kant op komt.
"Ga weg met dat ding." Ik probeer mijn armen die nog steeds vastzitten te bewegen.
Haar hand is nu op de binnenkant van mijn arm waar mijn aderen zitten.
Ik kijk naar het raam en ik zie nog steeds Jermain naar mij kijken.
"Niet doen." Uit wanhoop begin ik te gillen.
"LAAT ME LOS, NEE NIET DOEN!"
Uit het niets voel ik mijn wang behoorlijk branden. Uit stomheid geslagen stop ik met gillen. Ze heeft mij gewoonweg een klap gegeven op mijn gezicht.
Ik sta perplex van het feit dat ze mij daadwerkelijk geslagen heeft. Ik voel nog steeds haar handafdruk op mijn gezicht en ik voel zelfs mijn huid even tintelen.
Ik knijp mijn ogen hard samen wanneer ik de naald in mijn arm voel.
Ik kreun van de pijn die ik voel. Ze spuit er een blauwgroenig spul in en haalt de naald er dan uit.
Ik voel een onbehaagelijke hitte die mijn lichaam intreedt. Mijn hele lijf voelt nat aan alsof iemand net een emmer water over mij heen heeft gegooid.

Aïsha

"Je moet me helpen. Herinner je niet wat ik zei?"
"I-i-ik weet het niet."
"Wat weet je niet? Wat begrijp je niet. Ik word hier zo wanhopig van."
"......."
"Het spijt me echt waar. Dit had niet mogen gebeuren. Ik heb geprobeerd om je te helpen ma-"
Ik doe de kamerdeur open en ik zie een vrouw naast Vera's bed zitten.
Ze staat direct op om weg te lopen.
"Hé wacht, waar gaat u heen?"
Ze loopt als een speer mij voorbij.
"Wacht eens even!" Ze loopt bijna rennend de trap af.
"Ik kom zo Vera." Ik sluit de deur en ik loop haar daarna achterna.
"Wacht!" Ik ren de trap af en ik zie haar net de hoek om gaan en weglopen.
Waarom rent ze van me weg?
Ik ga snel de hoek om. Eenmaal daar ik zie haar op de parkeerplaats haar sleutel in het slot steken en haar auto instappen.
Ik twijfel geen seconde en ook ik ren naar mijn auto. Dit wordt dus een achtervolging.
Ze neemt gas en rijdt de parkeerplaats uit en ik start de motor.
"Fuck, schiet op." Ik neem vol gas en ik ga achter haar aan. Ik kan haar nog net inhalen als ik de linkerbaan neem.
Ze rijdt roekeloos alle auto's voorbij, ik kan haar met moeite bijhouden.
Ze neemt een scherpe bocht wat ervoor zorgt dat andere auto's keihard toeteren.
Oké, hier heb ik haar. Ik zie dat het stoplicht op rood springt dus ze moet nu wel stoppen. Ik verwissel van baan zodat ik naast haar kan stoppen.
Wanneer ik eindelijk naast haar ben zie ik een verwarde vrouw die mij met angstige ogen aankijkt. Ik schrik van het zien van haar beeld. Ik had dit niet verwacht, ze ziet er wanhopig uit alsof ze totaal niet weet waar ze mee bezig is. Ze ziet er zo breekbaar uit dat ik bijna haar pijn kan voelen van deze afstand. Wanneer ze doorrijdt vergeet ik zelfs waarom ik achter haar aan ging. Ik keer om en rijd terug naar het ziekenhuis. Ik stap mijn auto uit en loop dan weer terug naar Vera's kamer.
"Sorry voor wat er net gebeurde." Ik neem een stoel en ik ga dan naast haar zitten.
Ze knikt alleen en blijft naar een foto kijken.
"Wat is dat voor foto?" Zeg ik.
"Elena mijn dochter." Ik huiver in mijzelf. Ze is eindelijk haar geheugen terug aan het krijgen.
"Leuk, wat heeft Jade nog meer voor u gebracht?"
Ze kijkt me verbaasd aan en schudt daarna haar hoofd.
"Zij heeft het niet voor mij meegenomen."
"Oh, wie dan wel?"
"Die vrouw die mij net bezocht."
"Die net wegliep?" Ze knikt en doet de foto dan onder haar kussen.
"Weet u toevallig wie ze is?"
"Ik weet niet hoe ze heet, maar ze zegt telkens dat ik haar moet helpen bij het vinden van haar dochter."
Ik frons mijn wenkbrauwen terwijl ik naar haar blijf luisteren.
"Hoe komt ze aan die foto?"
"Dat weet ik ook niet." Ze gaapt en sluit daarna haar ogen. Ik laat haar wel.
Ik loop de kamer uit en ga dan richting de balie.
"Kan ik u ergens mee helpen?" Zegt de baliemedewerkster.
"Ja, eigenlijk wel."
"Vertelt u het maar."
"Ik zou graag willen weten wie er vandaag allemaal op bezoek is geweest in kamer 301."

Behind closed doorsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu