vijftien

176 7 1
                                    

Dat was het moment waarop ik heel duizelig werd. Ik greep naar het aanrecht maar ik greep mis. Hierdoor viel ik op de grond. Alles werd zwart.

Ik werd wakker in een groot tweepersoonsbed. Sven zat op een stoel naast me.

"Liet ik je zo erg schrikken?" vroeg hij toen hij zag dat ik mijn ogen open had.

Ik keek hem een beetje verward aan. "Wat is er gebeurt?"

Sven legde me alles uit.

"Je hoeft me niet te kussen als je het echt niet wilt hoor. De weddenschap is voorbij," zei hij.

Eindelijk kon ik weer gemene opmerkingen maken.

"Dat had ik ook echt niet gedaan hoor," zei ik terwijl ik de deken goed trok.

Sven glimlachte. "Ik vind je toch leuker als je jezelf bent."

Had hij dat nou echt gezegd?

"Wanneer krijg ik mijn chocolade?" vroeg ik hem omdat ik niets meer wist om te zeggen.

"Morgenochtend," zei Sven met een gemene glimlach.

Ik zuchtte. "Ben ik hier morgenochtend dan nog?"

"Je had toch niet verwacht dat ik je nu naar huis liet rijden, of wel?" zei Sven bezorgd.

"Jij kan me ook brengen," zei ik. "Als je je toch zo'n zorgen maakt."

Hij schudde zijn hoofd. "Mijn vriendin wil het niet."

Verbaasd keek ik hem aan. Waarom wilde zijn vriendin me hier houden? Als ik haar was zou ik mij al lang het huis uit gezet hebben.

"Nu ga je slapen," zei Sven. "Je bent ziek."

"Maar ik..."

Voordat ik mijn zin af kon maken onderbrak Sven me. "Slaaplekker."

Hij legde de deken over me heen en wilde een kus op mijn voorhoofd drukken. Dit lukte hem niet omdat ik mijn hoofd wegdraaide. Hij zuchtte en legde de deken beter over me heen.

"Slaap lekker," zei hij opnieuw terwijl hij opstond en het licht uit deed.

Ik sloot mijn ogen en ging op mijn zij liggen. Net voordat ik in slaap viel hoorde ik de stem van Sven's vriendin. Ze was aan het praten door de telefoon.

"Het is mislukt," zei ze. "Ze viel al flauw toen ze nog hier was. Niet in de auto."

Geschrokken opende ik mijn ogen. Had ze me nou vergiftigt? Nu begreep ik waarop ze me persé op een bepaalde plaats wilde laten zitten. Ik dacht dat het gewoon jaloersheid was.

"Ze is nog steeds hier," hoorde ik haar zeggen. "Morgenochtend kan ik misschien nog wat doen en anders later."

Ik moest echt uitkijken. Het was het beste om meteen weg te gaan. Ik ging rechtop in het bed zitten en luisterde verder.

"Nee, hij slaapt," hoorde ik haar zeggen. "Ik ga bij hem liggen voordat hij iets merkt."

Ik hoorde de deur dicht gaan en ik stapte uit het bed. Op mijn tenen liep ik naar de deur. Zachtjes opende ik hem en liep ik over de overloop. In dit deel van het huis was ik nog niet geweest maar het was ook erg groot en luxe. Ik liep over de trap naar beneden en kwam bij de voordeur. Mijn schoenen stonden bij de deur en ik trok ze aan. De deur was op slot maar de sleutel zat er nog in. Het kostte me niet veel moeite om buiten te komen. Ik stapte in mijn auto en vertrok naar huis.

Gevallen |Kramer|Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu