zestien

168 7 3
                                    

Het was twee weken later en ik had Sven helemaal niet meer gezien. Ik besloot bij hem langs te gaan om de chocolade, die ik nog steeds niet ontvangen had, op te halen. Stiekem was die chocolade niet de enige reden. De afgelopen twee weken had ik, naast mijn schoolwerk maken, ook erg veel nagedacht. Misschien miste ik hem wel een beetje, maar wel als vrienden. Niet meer en niet minder.

Toen ik de oprit van Sven's huis opreed kwamen de herinneringen van die nacht weer terug. Ik had goed nagedacht over iets om te doen tegen Svens vriendin. Wanneer we alleen zouden zijn wilde ik haar eens goed de waarheid zeggen. Sven hoefde dat niet te weten. Ik wilde hun relatie niet verpesten.

"Hey," zei Sven toen hij de deur voor me opende.

Ik twijfelde wat ik moest doen en besloot hem maar een hand te geven.

"Hey," begroette ik hem. "Ik kom mijn chocolade ophalen."

"Kom binnen," zei Sven met een kleine glimlach op zijn gezicht.

Ik liep naar binnen en ging op de bank zitten. Svens vriendin was nergens te bekennen en heel erg vond ik dat niet. Sven zette een glas cola voor me neer.

"Dus waar was je ineens?" vroeg hij. "Toen ik later die nacht ging kijken was je weg."

Wat moest ik zeggen? De waarheid of liegen? Ik besloot om te liegen. Als ik eerlijk was wilde ik Sven niet kwijt en ik wist dat dit ging gebeuren als ik hem de waarheid zou vertellen.

"Ik wilde je niet tot last zijn." Ik haalde mijn schouders op. "Dus ben ik maar weg gegaan."

"Dat klinkt niet als iets wat jij zou doen," zei Sven terwijl hij een slok nam van het glas water wat hij voor zichzelf had ingeschonken. "Nu het echte verhaal."

Toen deed ik iets waar ik heel lang spijt van zou krijgen. "Dit is echt het echte verhaal," zei ik.

Sven keek me even aan maar vroeg niet verder.

"Je had me op zn minst kunnen appen. Ik was ongerust," mompelde hij.

"Sorry," verzuchtte ik.

Het was even stil.

"Heb je die chocolade nog?" vroeg ik toen.

Sven stond op en kwam even later terug met een stapel met doosjes.

"Nu jouw deel van de deal," zei hij met een grijns.

Hij leunde naar me toe maar ik sloeg hem op zijn wang.

"Je hebt een vriendin Sven," zei ik. "En daarnaast zo laag ga ik niet zinken."

Een beetje betrapt keek hij weg. Ook leek hij een beetje teleurgesteld.

"Je hebt gelijk," mompelde hij. "Ik weet niet wat ik dacht toen we die deal maakten."

Op dat moment ging de deur open. Daar stond de vriendin van Sven.

"Wat doet zij nou hier?" riep ze terwijl haar tas op de grond viel. "Ik dacht dat we hier overheen waren!"

"Ik en Sven zijn vrienden en dus mag ik hier best zijn!" verdedigde ik mijzelf.

Sven keek me een beetje verbaasd aan en ik werd rood. Had ik nou bevestigd dat we vrienden waren? Ja, dat had ik.

"Kom je even mee naar de keuken, Noor?" vroeg Sven's vriendin me.

Ik knikte en stond op. Nu ging ze er van langs krijgen.

"Kan je asjeblieft zo ver mogelijk bij ons uit de buurt blijven? Sven en ik hebben een goede relatie en ik zit niet te wachten op iemand die dat even komt verpesten," zei ze nadat ze de deur had gesloten.

Ik zuchtte. "Ik hoef jullie relatie niet te verpesten. Ik ben niet verliefd op Sven."

"Wat wil je dan van hem?!" Haar stem klonk steeds harder en ze ging zich steeds meer aan me ergeren.

"Ik wil vrienden zijn, meer niet."

Ze zuchtte. "Dat zal wel. Je gaat nu weg en doet alsof dit niet gebeurt is. Jij en Sven mogen elkaar niet zien. Als je niet gaat zal ik maatregelen nemen."

"Wat voor maatregelen?" vroeg ik haar. Ik was oprecht benieuwd naar wat ze bij me ging doen.

Ze greep naar mijn haren. "Dan trek ik je het huis uit."

Ik begon te gillen en binnen no-time stond Sven in de deuropening.

"Wat is hier aan de hand?"

Gevallen |Kramer|Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu