zesentwintig

179 6 2
                                    

Na een paar uur rondgelopen te hebben gingen we weer terug naar huis Sascha zette ons af en Sven vertrok ook naar zijn eigen huis.

De dagen daarna trokken we veel met elkaar op. We spraken veel af, trainden samen en aten samen. Het waren leuke dagen en we leerden elkaar beter en beter kennen.

Het was de laatste vrijdag van mijn vakantie. De week daarna zou ik weer naar school gaan en dat betekende dat ik het veel drukker zou krijgen. Er zou met het trainen en al het schoolwerk niet veel tijd over blijven om leuke dingen met Sven te doen.

Sven was de hele week weg geweest voor een trainingskamp en ik moest eerlijk zijn dat ik hem best wel gemist had. Ik zat aan de keukentafel mijn avondeten te eten wanneer er op het raam geklopt werd.

Het was Sven.

Ik liep naar de achterdeur en opende deze.

"Hey," zei Sven. "Ik ben er weer."

"Dat zie ik," zei ik terwijl ik hem binnen liet.

 "Ga je mee een stukje lopen?" vroeg hij terwijl hij tegenover me ging zitten. "Straks, als je klaar bent met eten?"

Ik knikte terwijl ik snel mijn eten opat.

"Ik wil je graag wat vragen," zei Sven zenuwachtig.

Toen ik klaar was met eten stond ik op en vertrokken we.

"Hoe was je trainingskamp?" vroeg ik aan Sven.

"Goed," zei hij. "Maar ik heb je wel gemist hoor."

Ik glimlachte. "Ik jou ook."

"Snap ik," zei Sven grijnzend.

Ik zuchtte. "Dat heb ik niet gemist."

Op de dijk gingen we zitten op een bankje. We keken uit over de rivier en zagen de lichtjes van de boten. Het werd namelijk al wat donkerder buiten, en ook wat kouder.

"Maandag moet ik weer naar school," mompelde ik.

Sven antwoordde niet. Het bleef stil maar niet ongemakkelijk stil. Ik legde mijn hoofd op Sven's schouder en keek naar alle lichtjes van de boten.

"Noor?" vroeg Sven.

"Hmm?" Ik haalde mijn hoofd van zijn schouder en draaide naar hem toe.

Sven beet op zijn lip. "Noor, ik vind je leuk," zei hij snel.

Ik kijk hem in zijn ogen en bewoog meteen naar hem toe. Voor ik het wist belandden mijn lippen op de zijne. Mijn hand vond zijn haar en zijn handen vonden mijn onderrug. Ik sloot mijn ogen en genoot van het moment. Het was misschien nog wel beter dan de vorige keer. Sven was degene die losliet. Hij keek me vragend aan. 

"Ik jou ook," fluisterde ik in zijn oor.

Een enorme glimlach verscheen op zijn gezicht. "Ik was zo bang dat je nee zou zeggen. Het hele trainingskamp heb ik aan je gedacht en ik dacht dat je.."

Ik onderbrak hem door opnieuw mijn lippen op de zijne te drukken. Toen ik losliet pakte hij mijn beide handen vast.

"Lieve Noor," vroeg hij. "Wil je mijn vriendinnetje zijn?"

Ik knikte met een glimlach van oor tot oor. Wie had dat kunnen denken? Sven Kramer, degene die ik het meest haatte, was nu mijn vriendje. Ik trok hem in een knuffel.

"Sven. Ik hou van je."

"Ik ook van jou, Noor."   

Gevallen |Kramer|Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu