twintig

166 7 1
                                    

En zo vlogen de dagen voorbij en die dagen werden weken. Ik was weer helemaal bij op school en ook met skeeleren. Ik werd steeds beter en ik was gevraagd voor de regionale skeelerclub. De eerste keer trainen was zwaar maar wel heel leuk. Ik werd na een paar trainingen ook gevraagd om wedstrijden mee te rijden. Ik maakte er een nieuwe vriendin, Rosalie, en ik werd steeds beter.

In de zomervakantie kreeg ik veel meer tijd om te trainen. Ik ontwikkelde me enorm en zelfs mijn coach verbaasde het me. Ik kreeg de mogelijkheid om mee te doen aan de nationale kampioenschappen en die kans greep ik natuurlijk met beide handen aan. Rosalie mocht ook meedoen.

Toen het eindelijk zo ver was stonden we beide zenuwachtig aan de start. Ik herinnerde me de tips van Sven. Ik nam de goede houding aan en op het startschot begon ik te rijden. Het ging goed en op een gegeven moment lag ik zelfs derde. De eerste en tweede waren niet ver weg en opnieuw gebruikte ik te tips van Sven om dichterbij te komen. Het was niet lang meer voor de finish en ik wist dat ik nu een voorsprong moest nemen om het niet op een sprint te laten uitkomen. Met een klein beetje extra gas finishte ik net voor de twee anderen. Mijn armen gingen omhoog en een grote glimlach verscheen op mijn gezicht.

Even later, na de huldiging, zat ik op een muurtje met Rosalie. We praatten wat na over de wedstrijd totdat ik een bekende stem hoorde.

"Noor?"

Ik draaide me om en zag Sven staan. Hij zag er niet goed uit.

"Kan ik even met je praten?" vroeg hij. Hij keek Rosalie aan. "Alleen?"

Rosalie stond al op en liep al weg. Sven nam haar plaats in.

"Wie heeft gezegd dat ik met jou wilde praten?" verzuchtte ik.

Sven keek me onzeker aan. "Het is uit met mijn vriendin," mompelde hij.

"En?" zei ik.

Hij keek me vragend aan.

"Wat verwacht je dat ik zeg? Lieve Sven kom maar bij mij uithuilen. Je hebt mijn hart gebroken en mijn leven op z'n kop gezet maar dit ga ik je allemaal vergeven omdat je vreselijke vriendinnetje het uit heeft gemaakt," verzuchtte ik. "Nu kom je wel bij me, hé?"

Ik stond op en wilde weglopen maar Sven pakte mijn arm.

"Wacht even!" riep hij. "Ik vind je wel leuk en dat heb ik altijd al gevonden. Vanaf het eerste moment dat ik je zag. Ik meende niet wat ik zei die dag, aan de keukentafel."

"O! Dus je hebt me aangereden omdat je me zo leuk vond?" Ik werd steeds bozer. "Ik hoef je niet meer en ik wil je ook nooit meer zien! Je had maar eerder moeten bedenken dat je me leuk vond."

Boos liep ik weg. Sven hield me deze keer niet tegen. Ik had de waarheid gesproken toen ik zei dat ik hem nooit meer hoefde te zien maar ik miste de tijden die we samen hadden beleefd, de dingen die we samen hadden gedaan en de momenten die we samen hadden gedeeld. Stiekem wilde ik terug naar de tijd dat ik nog niet wist dat Sven zo'n kwal was.

Gevallen |Kramer|Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu