tweeëntwintig

163 6 0
                                    

We waren vroeg bij de bioscoop en hadden dus goede plaatsen. Toen de film begon was de popcorn, die Sven had gekocht, al bijna op. Halverwege de film begon ik het toch wel een beetje spijt te krijgen dat ik niet tegen had gestribbeld toen Sven deze film voorstelde. Sven merkte het en pakte mijn hand. Vrijwel meteen duwde ik die weg. Ik hoefde Sven's hulp niet. Op het moment dat de lichten weer aangingen en de film afgelopen was zuchtte ik opgelucht.

"Zo eng was ie toch niet? Of wel?" zei Sven pestend terwijl hij me met eengrijns aankeek.

"Nee, hij was helemaal niet eng," loog ik. 

Sven legde zijn hand op mijn schouder. "Ik voel je trillen. Je hoeft niet tegen mij te liegen want dat heb ik toch wel door."

Ik zuchtte en stond op. "Kunnen we asjeblieft nooit meer naar zulke films toegaan?"

"Ik dacht dat je horrorfilms leuk vond," zei Sven sarcastisch.

Ik schudde mijn hoofd. "Nu zie je weer hoe goed je me kent."

"Ik ga even naar de wc," zei Sven. "Wacht hier."

Ik knikte en wachtte geduldig bij de kapstokken tot Sven weer terug zou komen.

"Noor?" hoorde ik achter me.

Ik draaide me om en zag Sascha staan samen met Daan, haar nieuwe vriendje.

"Wat leuk dat jij en Sven weer samen zijn," glimlachte ze. "Jullie passen zo goed bij elkaar."

Ik schudde mijn hoofd. "We zijn niet samen. We zijn hier gewoon als vrienden."

"Ja, ja," zei ze hoofdschuddend. "Veel plezier nog vanavond."

"Jij ook," glimlachte ik.

Sascha liep weer weg. Ik had haar niet veel gezien de afgelopen tijd. Dit kwam vooral door het vele trainen maar ook omdat Sascha veel tijd doorbracht bij haar nieuwe vriend.

"Ben ik weer," hoorde ik Sven zeggen.

"Dat duurde lang," verzuchtte ik.

"Het duurt lang om er zo goed uit te zien," zei Sven terwijl hij een hand door zijn haar haalde.

Ik zuchtte. "Opschepper."

We liepen de bioscoop uit en zwierven een beetje door de straatjes. Het werd inmiddels donker buiten en het werd wat kouder. Ik begon kippelvel te krijgen en Sven merkte dat op.

"Heb je het koud?" vroeg hij.

Ik knikte.

"Je mag mijn vest wel," bood hij aan.

Voordat ik kon reageren had hij zijn vest uitgedaan en legde hij het om mijn schouders. Het vest was natuurlijk meer dan tien maten te groot maar het was nog wel lekker warm van zijn lichaamswarmte.

We kwamen aan bij een strandje aan het meer en Sven had het goede idee om daar even te gaan zitten. Zuchtend ploften we neer op het zand en staarden we naar de sterrenhemel.

"Heb je ooit wel eens de sterren proberen te tellen?" vroeg Sven me terwijl hij ging liggen.

Ik ging naast hem liggen. "Dat kan niet. Het zijn er miljoenen."

Hij knikte. "Ik vraag me wel eens af: Zou er op een van die miljoenen sterren ook leven zijn. Net zoals hier? Zou er ergens, op een andere planeet, ook een jongen en een meisje op precies hetzelfde moment in het zand liggen op een strandje onder de sterrenhemel?"

Ik haalde mijn schouders op. "Ik denk er niet te veel over na, anders word ik helemaal gek."

Sven knikte. "Ik denk er wel over na. Soms denk ik te veel na," mompelde hij. "Soms denk ik te veel na en vergeet ik om te leven in momenten."

Gevallen |Kramer|Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu