2

1K 19 1
                                    

Manon

Zuchtend loop ik de school in. Ik heb gelukkig nog geen lessen vandaag. De eerste dag is vooral belangrijk voor de eerstejaars omdat zij een rondleiding krijgen en wat uitleg krijgen over de regels die hier gelden. De ouderejaars moeten die dag niet echt iets doen en sommigen blijven daarom ook thuis. Ik was dat ook van plan maar mijn ouders laten het niet toe.

Als ik aan mijn kluisje sta komt Dean op me afgelopen. Hij ziet er goed uit. Zijn haar is met gel in model gebracht en hij draagt een korte broek met een wit t-shirt, waarin zijn spieren goed zichtbaar zijn.

Als hij voor me staat begroet hij me en drukt een kus op mijn lippen. Ik glimlach als ik de zoete smaak van zijn lippen proef en knuffel hem kort.

"Heb je een beetje zin in vandaag?", vraagt hij terwijl hij een arm om me heen slaat.

Hij is zo'n tiental centimeter groter dan mij en ik pas perfect onder zijn arm.

"Dean, het is school. Daar heeft niemand zin in."

Hij schiet in de lach en woelt kort door mijn haar. Ik sla zijn handen weg en geef hem een dreigende blik.

"Lieverd toch, je moet nog twee jaar naar school gaan en daarna ga je waarschijnlijk nog verdere studies doen."

Ik kijk hem waarschuwend aan. Hij steekt zijn handen in de lucht als teken van overgave.

"Bro!", hoor ik opeens meerdere stemmen roepen.

"We mogen hem wel even lenen hé.", zegt Sem voordat hij Dean meetrekt.

Ik grinnik en Isa komt naast me staan. Samen kijken we hoe de jongens in de menigte verdwijnen.

"Toen was hij weg.", zegt ze lachend.

Ik trek een pruillipje en Isa kijkt me even raar aan. De bel galmt door de gang en ik zucht diep. Waarom nu al?

Isa pakt mijn pols vast en sleurt me mee naar het juiste lokaal, terwijl ze mijn protesten negeert. We gaan naast elkaar zitten aan een bank en ik kijk de klas rond.

De trutjes staan samen in een groepje met allemaal twintig kilo make-up op. Als Maud, de leidster merkt dat ik naar haar kijk, draait ze zich om.

"Kan je het zien?", vraagt ze arrogant.

Ik zweer dat ik een hele stofwolk van poeder zag toen ze zich omdraaide.

"Nee, eigenlijk niet. Misschien dat ik het beter zie als je die ton make-up van je gezicht afhaalt. Vertel me eens, hoeveel reinigingsdoekjes gebruik je op één dag? Ik gok dat je drie volledige pakken nodig hebt om al die smurrie weg te krijgen. Jammer genoeg is het resultaat dan nog erger.", grijns ik.

Maak kennis met de duivel die soms in me naar boven komt.

De mensen die het gehoord hebben beginnen te lachen en Maud kijkt me woedend aan. Als haar ogen kogels zouden zijn, dan zou ze me al vijftien keer vermoord hebben.

Net wanneer ze iets wilt zeggen komt de leraar binnen. Een man van in de vijftig met een kale plek op zijn hoofd en een rond brilletje. Hij heeft een bruine leren tas bij zich en snelt naar het bureau.

"Een hele goede morgen beste leerlingen. Ik ben meneer Kroost, jullie leraar geschiedenis voor dit jaar. Ik ga de klassenlijst afgaan, als je je naam hoort dan steek je je hand op."

"Aaron, Cas, Jesse, Lina, Olivia, Maud."

Zo gaat hij nog even door tot hij als voorlaatste bij mijn naam aankomt.

"Manon."

Ik steek mijn hand in de lucht en hij kijkt me met priemende ogen aan, iets te lang naar mijn zin. Hij knikt en noemt dan de laatste naam op.

"Isabella."

Naast me hoor ik Isa kreunen. Ze haat het als mensen haar volledige naam noemen en ergens snap ik het wel.

Isabelle klinkt Italiaans terwijl je bijna niet ziet dat ze Italiaans bloed heeft. Haar vader is een Italiaan maar ze heeft voor negentig procent het uiterlijk van haar moeder.

"Vandaag is een kennismakingsles. Ga maar allemaal in een kring zitten. Dan mag iedereen een vraag stellen aan iemand."

Ik schiet in de lach. Dit lijkt de basisschool wel, waar iedereen wekelijks in een kring moest gaan zitten om de banden met elkaar te 'versterken'. Alleen is het jammer dat iedereen elkaar al kent en we dus allemaal al een oordeel over elkaar hebben. De één wat negatiever dan de ander.

"Wat is er zo grappig mevrouw Verbeek?", vraagt de oude man me streng.

"Niks meneer.", zeg ik zo onschuldig mogelijk en probeer mijn lach in te houden.

Hij kijkt me wantrouwig aan, maar neemt dan een stoel om op te gaan zitten. Hij ploft neer en de stoel kraakt zodanig hard dat ik even denk dat de poten het gaan begeven. Dan zou ik tenminste gelachen kunnen hebben.

Ondertussen zit de hele klas in een kring, ik laat me tussen Isa en Cas ploffen op de vieze vloer. Ze mogen hier dringend eens kuisen.

Cas is een goede vriend van me. Ik ken hem al sinds de kleuterklas. Eigenlijk was onze ontmoeting best wel grappig. Mijn banaan werd afgepakt door een ouder meisje en toen ik daarom moest huilen is Cas op het meisje afgestapt, heeft hij de banaan terug afgepakt en heeft hij het kind in een modderplas geduwd.

Kort samengevat heeft hij me altijd beschermd en doet hij dat nu nog steeds.

"Wie begint er?", vraagt de leraar opgewekt en hij klapt in zijn handen.

Hoe kan die man zo blij zijn? Het is verdomme nog maar kwart voor negen in de ochtend en ik heb nog geen koffie op.

Het zou verboden moeten worden om school zo vroeg te starten. Als ze een beetje begrip hebben voor ons, de jongeren, dan zouden ze snappen dat wij nu nog in ons bed willen liggen. Jammer genoeg krijg je niet altijd wat je wilt.

Noa, een trutje steekt haar hand op.

"Aaron, waarom ben je zo een lekkerding?", vraagt ze giechelend.

Aaron haalt ongemakkelijk zijn schouders op en ik heb even medelijden met de jongen. Hij kan er toch niet aandoen dat hij er zo charmant uitziet? Ik rol met mijn ogen, typisch een vraag voor een trutje. Aaron stelt een vraag aan Cas en zo gaat het door tot Maud aan de beurt is.

"Manon.", begint ze poeslief.

Ik zucht. Wat gaat ze me nu vragen?

"Wat ik me nu echt wel afvraag is waarom Dean je nog niet verlaten heeft. Hij kan toch wel veel beter krijgen.", zegt ze gemeen.

Ik rol met mijn ogen en glimlach fijntjes naar haar.

"Dean valt niet op barbiepoppen zoals jij.", zeg ik kalm, maar vanbinnen kook ik.

De leraar kucht even om de ongemakkelijke stilte te verstoren en gelukkig gaat de bel op dat moment. Ik gris mijn tas en been het lokaal uit, met Isa achter me aan.

"Manon, wacht even!", roept ze hijgend.

Ik negeer haar en loop met grote passen de trappen af. Als ik Dean vind tussen de mensenmassa, loop ik recht op hem af.

Voordat hij ook maar iets kan doen sla ik mijn armen stevig om hem heen. Hij lijkt verbaasd door mijn actie, maar drukt me dan dichter tegen zich aan.

Wat houd ik toch van deze jongen. Niemand kan tussen ons komen, daar ben ik zeker van.

BrokenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu